Blauw-Wit bijvoorbeeld was voor de Tweede Wereldoorlog een grootmacht in het Nederlands voetbal. Samen met DWS(ooit nog deelnemer aan de Europa Cup I), ook in Amsterdam-West gevestigd, fuseerden die clubs hun profafdelingen in 1972 in FC Amsterdam. Tien jaar na het startschot voor De Lieverdjes geklonken had, viel ook het doek alweer. In dat decennium werden toch mooie herinneringen gelegd: je wil in het handjevol overgebleven bruine kroegen in Amsterdam nog wel eens een man van middelbare leeftijd treffen die beweert dat hij in Milaan was toen FC Amsterdam daar Internazionale versloeg.
Sinds 1982 is het Amsterdamse profvoetbal dus het terrein van Ajax. Vaak wordt naar AFC gewezen als potentiële tweede profclub in de stad, het lijkt er alleen op dat de bespeler van BN’er-hotspot Sportpark Goed Genoeg daar helemaal geen trek in heeft. Sinds een paar jaar is er net over het IJ, het water achter het Centraal Station, een nieuwe club die nadrukkelijk op de poort rammelt: ASV De Dijk. En laat de club van Schellingwoude nou uitgerekend Ajax hebben geloot in de KNVB-beker. Tijd voor een korte kennismaking!
De Dijk werd in 1999 opgericht. Uit de krochten van het amateurvoetbal heeft het zich in die achttien jaar opgewerkt tot aan de Tweede Divisie. En nu willen ze meer. Zelfs op het derde niveau van Nederland is hun pittoreske onderkomen een hoofdpijndossier als er veel bezoekende supporters komen, vandaar dat De Dijk met de gemeente Amsterdam in gesprek is over de bouw van een grotere accommodatie. Daar moeten dan voornamelijk stadsbewoners in plaats gaan nemen, want om met voorzitter Ton Langelaar te spreken, “Ajax is geen Amsterdam meer.” Het is dezelfde retoriek waarmee Sparta zich in Rotterdam al sinds mensenheugenis weet te handhaven.
Laat u overigens geen zand in de ogen strooien: dat De Dijk niet in het profvoetbal speelt betekent niet dat de selectie het moet doen met een broodje kroket en een flesje energiedrank na afloop. In Heino Brespenning beschikt de club over een mysterieuze geldschieter, die zich het liefst niet op de voorgrond opstelt. Zijn werk op de achtergrond zorgt er in elk geval voor dat de ploeg een selectie heeft met veel oud-profs, waarvan Jeroen Verhoeven ongetwijfeld de bekendste is.
Verder zitten ook veel spelers in de ploeg die bij andere ploegen op dit niveau uitblonken. Een voorbeeld is Abderrahim Loukili. Vorig seizoen was hij bij FC Lienden een van de smaakmakers in de Tweede Divisie, toch wist De Dijk hem tot een transfer te verleiden. Het maakt een selectie die goed bewapend lijkt voor het derde niveau in de voetbalpiramide, maar natuurlijk niet in staat moet geacht tot enorme dingen tegen Ajax. Maar wie weet: negen jaar geleden blameerde Ajax zich bij FC Volendam al eens in het bekertoernooi. Wie stond er toen in het Volendammer doel? Juist, Jeroen Verhoeven.