Hans, voetbal is weer je fulltimebaan?
“Dat klopt. Sinds deze zomer ben ik hoofdtrainer van KRC Genk Onder 18. Daarnaast volg ik de UEFA Cursus om mijn Pro License Diploma te halen. Dan mag ik elke club trainen. Ik loop daardoor mee met een project bij een amateurclub in de buurt van mijn woonplaats Leuven. In maart hoop ik het eerste deel af te ronden. Daarna moet ik nog een jaar. Hopelijk kan ik mijn stage dan bij Genk lopen.”
In 2010 ben je na twaalf jaar Lierse SK, drie seizoenen Trabzonspor en de laatste zes jaar FC Utrecht gestopt met voetbal. Wat heb je daarna gedaan?
“Ik ben gaan studeren. Weer terug de schoolbanken in. Drie jaar volgde ik de opleiding voor Leraar Lichamelijke Opvoeding. Dat was grappig voor mijn kinderen. Gingen zij overdag naar school. Deed papa dat ook. Ik zat in een klas met negentien- en twintigjarige studenten. Er waren nauwelijks ouderen. Ik vergeleek het met een voetbalteam. Daar speelde ik de laatste jaren ook al samen met diverse tieners. Vanaf dag één wisten ze wie ik was. De opleiding wordt natuurlijk gevolgd door studenten en docenten met een sportvoorkeur. Ik zag het leeftijdsverschil nooit als een probleem. Binnen drie jaar heb ik de opleiding ook afgerond.”
Was het moeilijk om een baan te vinden in het onderwijs?
“Ik had geluk. Op de school in de buurt van Mechelen, waar ik stage liep, kon ik uiteindelijk blijven en kreeg ik vrij snel een vaste job. Maar ik merkte al snel dat het voetbalmilieu beter bij me past. In België steekt het onderwijssysteem niet goed in elkaar. Dan met name het systeem van vaste benoemingen. Voor jonge krachten is het ontzettend moeilijk om vastigheid te krijgen. Hun kwaliteit wordt niet op waarde ingeschat. Daardoor komt een pak jonge mensen niet aan bod en ontstaat er bij die groep jobhopping.”
Je speelde nog voor de amateurclubs KSV Schriek en Tielt-Winge. Was dat goed te combineren?
“Trainen deed ik ’s avonds en de wedstrijden waren in het weekend. In 2016 ging ik het onderwijs alweer uit. De laatste twee jaar verzorgde ik de administratie en het netwerkcontact voor een onderneming in vermogensbegeleiding. Een vriend van me, die op de afdeling Private Banking bij de KBC werkte, richtte het bedrijf op. Ik zag bijvoorbeeld ook hoe voetballers in een zwart gat vallen na het einde van hun carrière en nooit hebben geleerd hoe ze met hun riante salaris om moesten gaan. Velen gaan door met hun uitgavenpatroon, ook al zijn ze gestopt. Daarover wil ik in een later stadium nog eens uitgebreider vertellen. Ik kende twee fijne jaren bij de onderneming, maar ik voelde dat mijn grote passie in het voetbal lag.”
Afgelopen jaar trainde je ook Tweede Klasser Hasselt.
“Feitelijk ook een amateurclub. Ik deed dat samen met Jan Wuytens, die ook bij de vermogensbegeleider werkt. Maar we kregen bij Hasselt te maken met randzaken. Ik merkte al snel dat op dat vlak niet mijn kwaliteiten liggen. Het profmilieu past beter bij me. Een omgeving waarin iedereen voluit werkt en alleen met voetbal is.”
Hoe kwam die kans bij KRC Genk op je pad?
“Ik kreeg een telefoontje van Koen Daerden (Technisch Directeur bij de jeugd van Genk, en oud-speler van Genk, Club Brugge en ook MVV, red.). Hij vroeg me of ik een samenwerking zag zitten. Het was nog niet de bedoeling om een fulltimejob in de voetbalwereld te zoeken, maar in combinatie met mijn onderwijsopleiding past het mooi. Ik train nu de Onder 18 van KRC Genk.”
Haal je inderdaad profijt uit het onderwijs?
“Zeker. Ik merk dat ik situaties tegenkom, die ik tijdens de trainerscursus niet heb gekregen. Met mijn didactische achtergrond sta ik als voetbalcoach nu sterker in mijn schoenen.”
De faciliteiten zijn goed?
“Heel goed. Er staat een topopleiding. Binnen de club wordt alles gedaan om spelers op een professionele manier af te leveren aan het eerste team. Een einddoel dat vaak wordt onderschat. Elke opleiding kent een piramidesysteem. De doorstroming wordt steeds lastiger. KRC Genk probeert op alle manieren mee te denken. Er lopen vier fysiotherapeuten voor de jeugd rond, twee mental coaches en zo kan ik nog wel even doorgaan.”
Met de prestaties gaat het uitstekend.
“Niet alleen het eerste elftal staat bovenaan. Ook bijna alle jeugdteams. Ik werk samen met de coaches van de beloften (Kevin van Dessel, red.) en het eerste elftal (Philippe Clement, red.), omdat we met onze teams dezelfde principes nastreven. Voor mijn spelers is het pittig. Ze trainen regelmatig twee keer per dag en gaan ook nog naar school. Ze worden elke dag netjes opgehaald en de schoolprestaties houden we goed in de gaten. Een dag en nacht verschil met de situatie toen ik achttien of negentien was.”
Heb je nog contact bij FC Utrecht, waar je tijdens je debuut in de Johan Cruijff Schaal direct twee keer scoorde tegen Ajax?
“Ik word elk jaar uitgenodigd, maar ik ben helaas niet in de gelegenheid om daar telkens op in te gaan. Uiteraard volg ik de club nog op de voet. Ik zal nooit vergeten dat ik me bij FC Utrecht niet alleen op sportief maar ook op menselijk vlak enorm heb ontwikkeld. Als FC Utrecht tegen een van de topploegen speelt, komt die wedstrijd hier in België live op Play Sports. Dan koop ik die wedstrijd. Ik vind het wel enorm jammer wat er dit seizoen met Jean-Paul de Jong is gebeurd.”
Omdat?
“Ik ken weinig mensen met zo’n passie voor FC Utrecht. Ik hoop dat hij in een andere functie voor de club behouden blijft. Jean-Paul is een enorme persoonlijkheid die veel voor FC Utrecht heeft betekend. Ik heb zelf gezien wat voor gouden hart hij heeft. Hij deed dingen voor jongeren en mensen met een beperking die me hard hebben geraakt. Veel voetballers beseffen niet in welke gelukkige situatie ze zich bevinden. Jean-Paul had daar altijd oog voor.”
Spreek je nog spelers uit die periode?
“Voor de Nederlandse spelers heb ik veel sympathie, maar ik spreek juist met de Belgische jongens uit die periode. Stefaan Tanghe, Jan Wuytens en Dries Mertens. Allen delen we de mening dat we bij FC Utrecht een fantastische tijd hebben meegemaakt. Ik raad iedereen aan de stap te maken als die kans zich voordoet.”
Dinsdag België – Nederland. Ben je erbij?
“Niet in het stadion in Brussel, maar die wedstrijd wil ik niet missen. De interland leeft in België. De afgelopen jaren is het tij gekeerd. Nu moet Nederland terugkrabbelen. Dat gaat zeker ook gebeuren. De beleving bij de derby blijft, is leuk en geeft het duel extra spirit.”
Wie wint er?
“België zal heel gedreven zijn. Ik ben wellicht wat chauvinistisch ingesteld, maar ik zeg 3-2. Een mooie, open wedstrijd waarbij Nederland verrassend goed voor de dag komt. Maar België wil zich absoluut niet gewonnen geven en wint daardoor nipt.”