Slaapt U nog wel goed?
“Zeker. Als je ergens van droomt, kun je daar niet wakker van liggen. Ik geniet elke dag van de uitdaging die er bij NEC ligt. Gemakkelijk is de uitdaging niet, maar dat wist ik toen ik begon. Na de degradatie kwamen de financiën direct onder druk. Terugkomen in één jaar is voor iedere club lastig en dan is er nog het stadiondossier, er is hier genoeg werk. Maar ik geloof erin, er zit veel potentie in de club in alle lagen, dus het is aan mij met mijn team dat eruit te halen en te verbinden richting succes. Ik ben begonnen mij te focussen op financiën, commercie, marketing, media, communicatie en veiligheid/supporters. Veel daarvan staat inmiddels met de juiste mensen op de juiste plaatsen en we behalen targets die we stellen. Voor het voetbalbedrijf was Remco (Oversier, red.) als statutair directeur eindverantwoordelijk. Sinds twee weken valt dit nu ook rechtstreeks onder mij.”
Begrijpt U de bezorgdheid van de supporters?
“Jazeker. NEC kent enorm veel betrokken supporters. Het negatieve gevoel is verklaarbaar. Fans zijn bang dat het dit seizoen weer niet goed afloopt. Die onvrede en wanhoop is me niet nieuw. Ik ben geen tovenaar, maar op de achtergrond werken we keihard aan de randvoorwaarden om het eerste elftal maximaal te laten presteren. Daar gaat de komende maanden mijn focus ook naar uit. Dat onderdeel loopt nog niet goed in ons voetbalbedrijf. Presteren en winnen moet de maat gaan worden. Elke dag, elk uur, elke minuut."
NEC staat op een twaalfde plaats. Blijft promotie het doel voor de tweede seizoenshelft?
“Ja. We keren het liefst zo snel mogelijk terug in de Eredivisie. Al beseffen we dat dit niet gemakkelijk wordt. We gaan werken aan een omgeving waarin topsport de bedrijfsnorm moet gaan worden. Niet alleen in je selectie of staf, maar ook en vooral in de randvoorwaarden om te komen tot prestaties. Daarin willen we de tweede seizoenhelft al geld voor gaan vrij maken en verbetering gaan aanbrengen. Op maatschappelijk gebied verrichten we hartstikke goed werk. Denk aan de Dag van de Mantelzorg of de elf gezinnen die we vorige week blij maakten met een vakantie in een luxe villa. Op zakelijk gebied blijven we mensen verbinden en realiseren we echt business groei voor onze relaties. Ik ben er trots op dat we na het wegvallen van Energieflex binnen drie dagen een nieuwe hoofdsponsor konden presenteren met De Klok Logistics. We hebben nu ruim 320 OSRN Businessclubleden, daar moeten we verder op bouwen. Zij kunnen via ons netwerk zakelijk succes genereren. Nu moet op sportief vlak nog alles op zijn plaats vallen. Sinds het vertrek van Remco Oversier, hij was namelijk statutair directeur voetbal, is dat nu ook mijn volgende uitdaging bij deze club. Wel de allerbelangrijkste, want het draait om voetbal in ons bedrijf! Binnen NEC doen we het op voetbalgebied met meerdere mensen met diverse kwaliteiten en ervaringen. Het zal zeker geen one man show worden. Daarnaast heb ik veel ervaren collega’s in het vak waar ik geregeld mee klank. Ik sta elke dag open om steeds te blijven leren. Dat is een voorwaarde voor om jezelf te blijven ontwikkelen.”
Hoe wilt U dat doen?
“Een cultuuromschakeling is noodzakelijk. Zonder het DNA van deze mooie club en stad te verliezen. Maar er moet iets gebeuren en veranderen is mij gevraagd. Men wil iets doorbreken van de laatste tien of misschien wel twintig jaar. Hoe bereiken we constant succes, hoe bereiken we rust in de club, hoe verbinden we iedereen om samen te werken aan succes? Dat waren vragen en opdrachten toen ik begon. Het is belangrijk om een nieuwe structuur en denkwijze te ontwikkelen waarmee we succes kunnen bereiken met elkaar. Deze cultuur moeten we in de club brengen. Er zijn veel mensen die denken dat ze iets betekenen of hebben betekend voor de club. Daar heb ik respect voor, laat ik dat als eerste zeggen. Vele mensen hebben de club mede opgebouwd. Maar dat betekent niet dat iedereen zich overal en op elke plek of over elke beslissing moet laten horen of mee moet beslissen of betrokken moet worden. Als er teveel mee praten krijg je teveel meningen en gaat je beleid van links naar rechts.”
“Je stippelt een strategie uit, die klank je en dan ga je aan de slag op die lijn. Dan wijk je er niet vanaf, ook niet als het even tegen zit. Maar als je geen strategie hebt en niet samen één lijn volgt, dan wint altijd de waan van de dag en schiet je alle kanten uit. En wordt het snel onrustig omdat iedereen dan gaat roepen. Dat kan niet, dat zorgt voor onrust. Je hebt een directie, je hebt een rvc en je klankt met je aandeelhouders en investeerders, dat is echt genoeg. Het is blijkbaar in als je zegt betrokken te zijn bij NEC of een nieuwtje kunt vertellen dat je dan belangrijk gevonden kan worden. Aan dat ouwehoeren wil ik graag een grens stellen. Bij de club moeten we af van de ‘ik ben belangrijk-cultuur’. We moeten toe naar een governance waarin minder mensen bepalen of meepraten. Dat wil niet zeggen dat het draagvlak niet breed hoeft te zijn. NEC bouwt echt samen! Maar het beleid bepalen en uitvoeren hoort thuis bij een algemeen en technisch voetbal- of topsportdirecteur met de managers van de afdelingen die werken onder het toezicht van een Raad van Commissarissen. Daar moet vertrouwen in zijn en dan moeten mensen dat los proberen te laten. Het is aan ons continu feeling te houden met alle lagen van de club om te toetsen en te voelen wat er leeft. Maar dat is wat anders dan met z’n allen het beleid bepalen of beslissingen forceren. Dat eerste is het ideaalbeeld voor de club. Als je het zo voor elkaar krijgt, kan succes ontstaan.”
Twee weken geleden vertrok Remco Oversier als technisch directeur. Hoe staat het met zijn opvolging?
“We gaan hierin niet te overhaast te werk. Voorlopig vul ik het vlak van de transfers samen in met Nick Kersten, onze hoofd scouting. Zo werkte het trouwens voor een groot deel ook al eerder. Ook Leen Looyen blijft zijn rol vervullen. Hier verandert niet zoveel, anders dan dat ik nu eindverantwoordelijk en beslissingsbevoegd ben in plaats van eerder Remco. De structuur, de werkwijze, de mensen, de scouts, de lijstjes lagen er al. En daar borduren we voor deze window op voort. Op zijn vroegst is er in het eerste kwartaal een nieuwe technische structuur in te vullen. Misschien pas aan het einde van het seizoen. Eerst willen we onze toekomstvisie op papier hebben. Ik ben nu bezig om een aangescherpt plan te schrijven voor de club, wat ik deel met betrokkenen en experts op technisch gebied. Waar willen we naar toe? Welke technische visie dragen we uit? Wat is daarvoor nodig? Wat willen we van medewerkers, trainers en spelers die bij ons werken? Als dat op papier staat, kunnen we ons beleid uitvoeren. Een nieuwe technisch directeur of manager aanstellen, vormt daarom nu nog geen topprioriteit. Daar denk ik wel over na, daar klank ik over. Je moet dingen durven doorbreken in het voetbal. Maar wel vanuit ervaring, kennis en visie en wat past bij de cultuur van NEC.”
Waarom vertrok Remco?
“We hebben voortdurend overleg over de wijze hoe we een topsportbedrijf willen zijn. Hoe willen wij hier werken? Hoe kom je tot prestaties? Hier is niet één weg vooraf de beste. Maar de wegen van de RvC en directie ten opzichte van Remco gingen teveel uit elkaar lopen. Remco bleef bij zijn visie en aanpak, dat vond ik wel mooi, dat zegt iets over zijn persoonlijkheid. We waren al een halfjaar hierover in gesprek. In die fase kwamen we alleen niet nader tot elkaar. Dan komt het moment dat het beter is om afscheid van elkaar te nemen.”
Is Leen Looyen een potentiële opvolger?
“Nee, hij zit nu goed op zijn plek als technisch commissaris. Hij staat ons met advies bij, maar de rol overnemen is geen optie. Daarmee verliest hij natuurlijk zijn onafhankelijk. Maar mijn mailbox puilt al twee weken uit met potentiële technisch directeuren die zich aanbieden.”
(foto: Bart Kouwenberg)
Hoe hangt de financiële vlag ervoor?
“Voor onze toekomst is er met recht reden voor enige zorg. We staan er niet florissant voor. De degradatie heeft ons ver teruggeworpen. Ik heb het afgelopen jaar alles naar boven laten halen en er ligt een enorme uitdaging. De afgelopen jaren is de begroting met transferopbrengsten en incidentele sponsor- of investeerdersbijdragen gedicht, maar dit houden we onder de huidige situatie niet vijf jaar vol. Dus zullen we moeten herstructureren om binnen de komende vijf jaar er anders voor te komen staan. Daar winden we geen doekjes om. Er is een negatief eigen vermogen, een negatief operationeel resultaat. Toen ik na de degradatie kwam, wist ik dat er een financiële herstructurering plaats moest vinden. Dat dit geen gemakkelijke opdracht is, met de ambities die deze club heeft, mag duidelijk zijn. Het plan met scenario’s hebben we als RvC en STAK (Stichting Administratiekantoor NEC Holding BV, red.) bijna afgerond en daar zullen we in 2019 mee gaan aanvangen. Dat moet leiden tot een evenwichtige financiële situatie binnen een paar jaar. Je moet daar naartoe groeien. In één keer kan niet en zou ook onverantwoord zijn.”
“NEC heeft al jaren een te grote broek aan. We hebben te weinig inkomsten voor de ambities die we hebben. Dit is telkens gefinancierd door mensen met een hart voor de club. Maar door de tegenvallende resultaten neemt de animo daar ook af. Deels begrijpelijk, want waar stopt iemand zijn geld in. Ik moet dus dat sentiment ook nog eens keren, want die erfenis van jaren nemen die mensen mee van de laatste jaren. Als het plan straks op tafel ligt, willen we zo snel mogelijk in gesprek met onze investeerders en aandeelhouders. De groep die ons altijd heeft geholpen. Ik heb geen kwaad woord over deze betrokken mensen. Werken met ondernemers als onder andere Marcel Boekhoorn, Jack Bongers of Harold Bons, ik leer elke dag van ze. Zij dagen me ook uit! En ik prikkel ze ook. Dit verhaal is ook geen sneer naar mijn voorgangers. Dat zou heel makkelijk zijn. Die hebben keihard gewerkt om de club overeind te houden, maar zo kan het niet meer naar de toekomst toe. Laat ik dit dan maar zeggen. Zonder de transfervergoedingen zouden we dit lopende seizoen al een heel slecht seizoen hebben. Nu al weet ik dat we in het lopende boekjaar met een verlies zullen eindigen. Een voordeel is nu dat we alles in kaart hebben en ook voor de komende jaren weten welke stappen we moeten nemen. Echter dit moet nog wel gerealiseerd worden, daar ligt de grote uitdaging voor de RvC en ons management. We moeten echter strenger waken op de kosten, omdat we anders nog steeds te veel afhankelijk zijn van investeerders of transfers. Alhoewel het aantrekken, opleiden en transfereren van spelers één van de primaire doelstellingen blijft van NEC. Het blijven stimuleren van de omzet/inkomsten, ook in de eerste divisie, ons verdiepen in nieuwe kansen en media, het stadiondossier en de beperking van een aantal kosten dient de leidraad te zijn voor de komende jaren.”
Hoe wilt U dit oplossen?
“Geen enkele succesvolle club in het linkerrijtje van de Eredivisie kan zonder investeerders. Ajax heeft miljoenen euro’s binnengehaald via haar beursgang. PSV haalde dat op via de bekende gronddeal en een gunstige miljoenenlening. Feyenoord kent de Vrienden van Feyenoord die veertig miljoen euro in het laatje brachten. AZ had Dirk Scheringa, Vitesse natuurlijk Alexander Chygrynskiy en bij FC Utrecht werkte ik samen met Frans van Seumeren. Kijk nu eens wie er nummer één tot en met zes staan in de Eredivisie. Geld bepaalt de stand op de ranglijst over langere perioden. Het kan eens een jaar mee of tegen zitten, maar geld is allesbepalend.”
“Ik ben continu met onze aandeelhouders en investeerders in gesprek, ik heb er vertrouwen in, het zijn zeer succesvolle en slimme mensen, met een hart voor Nijmegen en onze club. Samen zullen we onze plannen vorm moeten geven en moeten invullen. Alleen kunnen wij niets. Nijmegen kan een enorme impuls krijgen van NEC, dat wil ik iedereen in laten zien. Ook door ons grote maatschappelijke programma, waar we zoveel Nijmegenaren mee helpen. Echt, een sterk NEC zou een enorme impuls zijn voor allereerst de club, maar zeker ook de stad en het Rijk van Nijmegen.”
Hoe staat het met de koop van het Goffertstadion, dat al jaren loopt?
“We bevinden ons nu niet in de situatie dit door te zetten. Daar ben ik maar eerlijk over. Het huidige bestemmingsplan biedt daarvoor ook niet voldoende mogelijkheden. Ook op dit vlak ligt er een uitdaging. We zoeken ook mensen die ons op dit vlak financieel willen helpen. Maar het stadiondossier is wel heel bepalend voor een goede financiële toekomst van NEC. Maar we zijn continu in gesprek met de gemeente, met ontwikkelaars om te kijken naar mogelijkheden. We zitten niet stil.”
Wat is uw motivatie om algemeen directeur te willen zijn?
“Algemeen directeur heeft een sexy imago, maar dat is het absoluut niet. Ik leef in een glazen huis, moet 24 uur per dag bereikbaar zijn en overal direct op inspelen. Maar ik houd van mensen. Personeel ontwikkelen, sponsors verbinden of supporters een leuke avond bezorgen, daar krijg ik voldoening van. Al is het niet altijd gemakkelijk. Het uurtje naar huis rijden, is goed om zaken van me af te zetten. Even luisteren naar Eagles, Hall & Oates of Nielson. Mijn smaak is vrij breed. Mijn dagen op het stadion zijn eerder 11 dan 8 uur, maar dat maakt niet uit. Ik geniet elke dag van de uitdaging die er is. Ik ben er trots op voor NEC te mogen werken. Ik wil hier deze klus doen slagen. Ik moet ergens komen waar niemand er meer in gelooft, waar heel veel te winnen is. Te beginnen door hard te werken, een team te bouwen en samen te gaan geloven in die droom waar niemand meer in gelooft! Daar ben ik op mijn plaats. Dus daarom ben ik hier in Nijmegen bij NEC. Ik weet ook dat ik als algemeen directeur alles op moet vangen als het niet goed loopt, dat hoort erbij. Daar loop ik niet voor weg. Ook ik maak fouten. Ik vergelijk werken in de voetbalwereld met een omgekeerde wasserette. Acht of negen van de tien personen komt schoon binnen en vertrekt besmeurd. Het is vaak overleven. Ik houd van die uitdagingen. Van Seumeren zei altijd tegen mij ‘no guts, no glory’.”
De voetbalwereld past inmiddels bij U?
“Ik heb achttien jaar een eigen advies- en communicatiebureau gerund. Ik ben een selfmade man, denk ik, ik ben geen student geweest. Ik beschik over een mbo-diploma, volgde daarna een aantal marketingopleidingen en poogde daarna alles op te vangen wat ik kon. Ik probeerde me continu te inspireren. Ik spreek al jaren regelmatig met Robert Eenhoorn, directeur van AZ, of Toon Gerbrands, zijn evenknie bij PSV. Ik zoek telkens uitdagingen en sta elke dag open om te blijven leren. Volgens mij is dit wel de manier te werken en te overleven in de voetballerij.”
Sinds 1 augustus 2017 bent U algemeen directeur van NEC. Is uw beeld van de club inmiddels compleet?
“Jazeker. Deze club heeft zoveel potentie, maar het had uiteraard tijd nodig gehad om een goed beeld van alle geledingen binnen en rond de club te creëren. Ik heb gezien waar de schoen wringt, maar ik zie ook kansen. Daar kunnen we het beleid op gaan maken. Dat zal niet makkelijk worden en ook niet in twee of drie jaar klaar zijn. Er ligt veel werk en de club is erg onrustig. Maar ik maak af waar ik aan begin. Ik zie hier zoveel kansen, daar wil ik voor gaan! Samen met al die mensen die NEC een warm hart toedragen. Er moet na drie jaar op alle fronten een goed fundament staan waar we succes op kunnen gaan bouwen voor langere tijd.”
Heeft U al een beeld van de stad?
“Jazeker. Ik verwonder me telkens weer over de schoonheid van Nijmegen. Heel levendig, er wordt veel georganiseerd. De cultuur is socialer dan in het westen. Ik ontmoet veel mensen hier die je daadwerkelijk wat gunnen. Wat proberen terug te geven. Ik probeer mijn gezicht zoveel mogelijk te laten zien. Zo schoof ik twee weken geleden aan bij een bijeenkomst over de toekomstvisie van de gemeente. Vorige week was ik uitgenodigd voor een bijeenkomst in De Bastei. Mijn mond viel open van verbazing toe ik binnenkwam. Ik krijg een warm gevoel als ik door de stad loop.”
Ook op cultureel vlak?
“Daarop verrast de stad me ook. Ik bezocht al De Vereeniging en Doornroosje, wat een mooie poptempel! Ik nam een kijkje bij de Vierdaagsefeesten met mijn vrouw en beste vrienden. Nijmegen mag haar trotsheid nog best breder uitdragen. Ik ga daar met NEC aan bijdragen. We zitten enorm diep momenteel. Velen hebben de club al begraven. Maar ik geloof erin. Opgeven is geen optie, het gaat hier lukken.”