Ze liggen verspreid over de salontafel. Tientallen medailles, het overgrote merendeel goud. Genoeg om B.A. Baracus jaloers te stemmen. We staan in de woonkamer van de familie Aboukhlal in Gorinchem. Op onze sokken. De schoenen liggen bij de voordeur. Trots laat moeder Lamya Aboukhlal ons een vergeelde krant en een stapel foto's zien. Daarop zien we haar, in Marokkaanse kleuren, over een sintelbaan zweven. Telkens met concurrenten in haar kielzog. Want in de jaren die ze doorbracht op de atletiekbanen van Marokko, van haar negende tot haar zeventiende, liep ze steevast vooraan.
“Als klein meisje rende ik eens over het schoolplein toen een man mij aansprak. Of hij met mijn ouders mocht praten. Ik had talent, volgens hem. Even later heb ik een test gedaan bij een atletiekclub en ben ik gaan sprinten, honderd en tweehonderd meter vooral.” De man bleek gelijk te hebben. Ze reeg de overwinningen aaneen en haalde de Marokkaanse top in de jeugd. Om uitgedaagd te worden nam ze zelfs deel aan sprintwedstrijden bij de mannen. Vandaar de paar zilveren medailles tussen alle gouden. Haar record op de honderd meter? “11,7 seconden.”
Zakaria Aboukhlal lacht. “Dat haal ik net, haha.” De achttienjarige aanvaller van Jong PSV staat bekend om zijn snelheid. Maar of hij de snelste tijd van zijn moeder ook gebroken zou hebben als zij haar leven net als haar zoon volledig aan de sport had gewijd, zal voor altijd een raadsel blijven. Op haar zeventiende zette Lamya Aboukhlal abrupt een punt achter haar carrière als atlete. Met de Olympische Spelen in zicht koos ze een ander pad. Dat van echtgenote en moeder. Ze trouwde met Tarek Aboukhlal en verhuisde naar Nederland, naar Rotterdam. “Sindsdien heb ik nooit meer serieus gesport. Het was een moeilijke keuze, waarover ik heel lang heb nagedacht. Maar spijt heb ik geen moment gehad. Ik heb vier prachtige kinderen aan wie ik mijn handen vol heb, haha.”
Zoon Zakaria heeft de sprintgenen van zijn moeder. En ook over de rest van zijn genenpakket heeft de flankspeler van PSV niets te klagen. “Mijn vader kan goed hardlopen, langere afstand. Hij heeft een goede conditie, dat heb ik van hem. Hij loopt bijna iedere dag zo'n tien of vijftien kilometer, afhankelijk van hoeveel tijd hij heeft. Mijn vader reist veel voor zijn werk." Moeder Lamya vult aan: “Zijn hardloopschoenen zijn het eerste dat hij in zijn koffer stopt, haha.”
Marokko
Vanwege het werk van zijn vader woonde Zakaria van zijn derde tot zijn zesde in Casablanca, Marokko. Een periode die bij hem vooral herinneringen oproept aan het strenge regime van de privéschool die hij vijf lange dagen per week bezocht. “En ik herinner me nog dat ik alleen maar wilde voetballen. Niet bij een club, maar op straat of op het schoolplein. Soms schopten we gewoon wat tegen een blikje, haha.”
Eenmaal terug in Nederland sloot hij zich meteen aan bij GVV Unitas. En kwam hij al snel op de radar van de jeugdopleiding die Willem II en RKC Waalwijk deelden. Negen jaar later, zomer 2017, tekende hij bij PSV. “Ook Ajax wilde me graag hebben, maar ik wilde altijd al voor PSV spelen. Dat had ik al als kleine jongen, onder meer vanwege de Marokkanen die hier speelden, zoals Ibrahim Afellay, Zakaria Labyad en Zakaria Bakkali.”
Er liggen nog veel meer keuzes in het verschiet voor Aboukhlal. Zoals de keuze voor het land dat hij zal verdedigen. Momenteel komt hij uit voor Oranje Onder 19. “Dus nu is Nederland eerste keus, maar of dat in de toekomst ook zo is durf ik niet te zeggen.” De alternatieven Libië en Marokko houdt hij graag open. Als we moeder Lamya vragen of zij haar zoon diep van binnen het liefst in de kleuren van Marokko ziet schitteren, kijkt ze haar zoon aan. “Ik wil alleen het beste voor hem. Wat dat is bepaalt hijzelf. Natuurlijk kan ik hem helpen, mocht hij vragen hebben, maar hij kiest zelf hoe zijn toekomst eruitziet. Zoals ik dat jaren geleden ook zelf heb bepaald.”