In stadion Andi Mattalattain in Makassar, op het eiland Sulawesi, stonden maandag zes Nederlanders op het veld: Marc Klok en Wiljan Pluim bij nummer drie PS Makassar en Irfan Bachdim, Stefano Lilipaly, Sylvano Comvalius en Nick van der Velden bij nummer twee Bali United. Inzet: de koppositie in de Liga 1. De winnaar van de topper zou Bhayangkara, de andere concurrent, in elk geval voor even passeren. Bhayangkara heroverde woensdag de koppositie en staat nu weer drie punten voor op Bali United, met nog een speelronde te gaan.
De pleuris
De spanning was voelbaar en zichtbaar in Makassar, zegt Van der Velden aan de telefoon. Ook binnen het team. Vlak voor rust kregen goede vrienden Lilipaly en Comvalius ruzie op het veld. Lilipaly schoot op doel terwijl Comvalius vond dat hij in een betere positie stond. De twee moesten al duwend uit elkaar gehouden worden. “Dat was niet goed, maar emoties horen ook bij het spel. Je wil allebei ten koste van alles winnen”, zegt Comvalius.
Van der Velden sprong tussen zijn teamgenoten. “Achteraf hadden we zo’n opstootje even nodig. We zaten niet lekker in de wedstrijd. Ik moest de hele wedstrijd Wiljan Pluim, hun gevaarlijkste man, dekken. Hij is de spil in hun team. Ze waren een paar keer dichtbij een goal. Onze keeper haalde een schot van Marc Klok uit de kruising, niet normaal. Ik telde 'm al. Het vuurtje moest aangestoken worden. Uiteindelijk hebben Stefano en Sylvano het samen laten ontploffen, haha.”
PS Makassar domineerde, maar Bali United won dus, diep in de blessuretijd. Lilipaly scoorde op aangeven van Comvalius, waarna ze elkaar in de armen vlogen. Feest ook op de bank bij Bali United. Tot frustratie van de bank van PS Makassar en de vijftiendduizend toeschouwers. “Ze vonden dat we te uitbundig juichten. Daarna ontstonden opstootjes, werd hier en daar een klap uitgedeeld en vervolgens brak overal de pleuris uit”, zegt Van der Velden.
Het team van Bali United: Sylvano Comvalius staand links en Nick van der Velden staand rechts.
Comvalius viert de 0-1 met landgenoten Irfan Bachdim en matchwinner Stefano Lililpaly
Comvalius: “Voor Makassar was het, net als voor ons, de laatste kans om nog de titel te winnen. Zij waren eigenlijk de hele wedstrijd beter, maar scoorden niet. Onze keeper speelde de wedstrijd van zijn leven. Toen wij dus in de laatste minuut de winnende maakten knapte er iets bij de mensen in het stadion.”
Van der Velden: “Hun titeldroom ging in rook op. De fans wilden het veld bestormen. Overal dook ME op. We moesten nog twintig tot dertig seconden spelen, maar de scheidsrechter besloot maar direct af te fluiten. Het had geen zin meer. Het stadion veranderde in een hel, van alle kanten kwamen ze.”
Traangas
Voor de wedstrijd waren de spelers van Bali United al door de politie voorbereid op zo’n scenario, zegt Comvalius, met 35 doelpunten de topscorer in de Liga 1 en genomineerd voor Speler van het Jaar in Indonesië. “Toen we op het vliegveld van Makassar aan kwamen zeiden ze dat het behoorlijk grimmig kon worden. Er was veel extra politie op de been. Ik kende de verhalen van de derby Persib Bandung tegen Persija Jakarta, een soort Feyenoord-Ajax in het kwadraat. Daar komen de spelers al bij voorbaat in een soort tanks naar het stadion. Wij hadden zulke taferelen nog niet meegemaakt met Bali United, maar als je het goed doet maak je ook vijanden hè…”
Van der Velden en Comvalius zochten na het laatste fluitsignaal, samen met Bachdim en Lilipaly, nog hun teleurgestelde landgenoten Pluim en Klok op, maar al snel werden ze door militairen aangespoord te rennen. “Er braken op dat moment fans door de hekken en de ME vuurde traangas af op die lui.”
Bij de ingang van de tunnel naar de kleedkamers stonden militairen met schilden boven hun hoofden. “Er werd van alles gegooid”, zegt Comvalius. “Flessen, stoeltjes… Nick kreeg er een tegen zijn hoofd.”
Van der Velden: “Ik had niet direct door wat er gebeurde. Ik voelde opeens een klap op mijn hoofd. Bleek het een stoeltje te zijn. Je schrikt je wezenloos natuurlijk. Gelukkig heb ik er niets aan over gehouden. Ik heb ondertussen ook ballenjongens mee naar binnen gesleurd, ook zij werden bekogeld. Die mensen gingen helemaal door het lint. Ik heb zo’n vijandige sfeer in een stadion nog nooit eerder meegemaakt.”
Matchwinner Stefano Lilipaly met PS Makassar-speler WIljan Pluim
Mitrailleurs
De kleedkamerdeur van Bali United werd van binnen gebarricadeerd met stoelen en tafels. “Die fans wilden naar binnen, sloegen op de deur en schreeuwden”, zegt Comvalius. “Militairen met mitrailleurs beveiligden ons. Je moet er niet aan denken wat er was gebeurd als die gasten binnen waren gekomen. Toch heb ik nooit echt paniek gevoeld. Ook door de militairen om ons heen, zij bleven rustig. Het was een actiefilm waarin we waren beland. We hebben anderhalf uur in de kleedkamer moeten wachten."
Toen de militairen aangaven dat de omgeving veilig genoeg was om te vertrekken stapten de spelers van Bali United in twee groepen in gepantserde militaire voertuigen. Comvalius: “Het waren een soort van tanks. Er pasten twaalf man in iedere tank. Iedereen op elkaar gepropt. Het was bloedheet. We zijn naar een politiebureau gebracht omdat ons hotel ook was omringd door boze fans. We hebben nog twee uur moeten wachten tot we naar het vliegveld konden. Daar was het gelukkig wel rustig.”
You’ll Never Walk Alone
Van der Velden was helemaal gesloopt na alle belevenissen, zegt hij. “Je hebt nog de adrenaline in je lijf van de wedstrijd en alles er omheen. En echt uitrusten en slapen zat er ook niet in na de wedstrijd. Toen we landden op Bali had ik hooguit een half uurtje geslapen in het vliegtuig. We hebben echt een nacht overgeslagen. Dan kom je helemaal brak en met een soort jetlag aan. En wat dan zo mooi is, is dat je in de aankomsthal opeens You’ll Never Walk Alone hoort, met een Indonesisch accent. Prachtig. Tientallen fans waren vroeg in de ochtend naar vliegveld gekomen om ons te onthalen. Toen ik daarna op mijn scooter van het vliegveld naar huis reed, met nog twee andere jongens, kwam er ook opeens een hele stoet scooters achter ons aan. Allemaal toeteren. Het was een soort intocht, haha. Ik pakte mijn telefoon en filmde het om vast te leggen voor later. We hebben heel wat los gemaakt op Bali.”
“We maken nog kans op de titel”, zegt Comvalius. “Bali was nooit echt zo voetbalminded, tot dit seizoen. Nu wij het zo goed doen zie je ook het aantal fans toeneemt. De mensen op het eiland hebben het over ons en komen steeds met meer naar onze wedstrijden. We spelen nog een wedstrijd, thuis tegen de nummer laatst. Ze hebben onlangs nog met 10-2 verloren en kregen al 75 tegengoals in 33 wedstrijden. Die moeten we kunnen hebben dus. We zijn natuurlijk wel afhankelijk van Bhayangkara. Zij moeten nog thuis tegen de nummer zes Persija Jakarta. Hopelijk verliezen zij en spelen wij zondag onze kampioenswedstrijd.”
"Als Bhayangkara verliest moeten wij ook nog maar eens winnen van de hekkensluiter", zegt Van der Velden. "Iedereen weet hoe het met Ajax afliep bij De Graafschap en Feyenoord en AZ tegen Excelsior. Maar ik maak nog kans om op mijn oude daggie een prijs te winnen. Hoe het ook afloopt, ik ben nu al heel trots op dit team, op wat we hebben laten zien dit jaar. Ik had dit avontuur nooit willen missen. Zeker niet als we zondag een feestje kunnen bouwen.”
Lees in de nieuwe ELF Voetbal een uitgebreid artikel over de Amsterdammers Sylvano Comvalius, Nick van der Velden, Stefano Lilipaly en Irfan Bachdim. Ze vertellen hoe ze op Bali zijn beland en over hun avonturen op het eiland en in de Liga 1. De nieuwe ELF Voetbal ligt nu in de winkels.