“Gelukkig gaat het goed met me. Ik ben fit, maar voorlopig blijft het afwachten en uithouden. We hebben trainingsschema’s meegekregen en worden eenmaal per week getest op de club om te kijken hoe we er fysiek voorstaan. Het schema dat we afwerken is per dag verschillend. De ene keer is het sprinten, draaien, wenden en keren en de andere keer is het drie kwartier hardlopen.”
“De bal heb ik al even niet meer aangeraakt, maar bang dat ik mijn balgevoel kwijtraak ben ik niet. Ik moest en zou dit jaar doorbreken. Mede door Ricardo Moniz, onze vorige trainer, is dat uiteindelijk mogelijk gemaakt. Onder hem ben ik veel constanter geworden. Daarnaast heeft hij mijn actie geperfectioneerd. Hij zei altijd dat ik veel bewegingen in huis heb en dat ik daar nog meer gebruik van moest maken. Daar hamerde hij op en dat heeft me getriggerd.”
Onbegrip
“In principe was het afgelopen zomer de bedoeling dat ik mijn contract bij Feyenoord zou verlengen. Er werd gezegd dat mijn optie gelicht zou worden, maar net voordat het gesprek over een meerjarig contract zou plaatsvinden, bleek dat toch niet het geval. Boos ben ik niet geweest, maar ik voelde wel onbegrip. Ik dacht vooral: wat is daar in de tussentijd besproken? Wie heeft wat gezegd? Op die vragen heb ik geen antwoorden gehad, maar ik ben er ook niet naar op zoek geweest. Het is zoals het is en ik kon er toch niets meer aan veranderen.”
Vreugde na een goal
“Ik had de nodige opties na mijn vertrek bij Feyenoord. In de Keuken Kampioen Divisie en iets later ook aan de onderkant van de Eredivisie. Voordat ik als A-junior naar Feyenoord ging had ik al voor Excelsior gevoetbald. Dus ik kende de mensen en wist dat de club bij me zou passen. Mijn goede gevoel werd bevestigd na een gesprek met algemeen directeur Ferry de Haan. Dat is ook uitgekomen. Ik krijg vaak de vraag welke positie mijn voorkeur heeft. Ik vind zowel centrumspits als linksbuiten prima en heb geen voorkeur.”
“Naast Excelsior en Feyenoord heb ik in de jeugd ook voor Sparta gespeeld. Ik begon bij V.V. Hillegersberg, maar ging al snel naar een hoger niveau. Bij V.V. Nieuwerkerk meldden de profclubs zich. Ik kon toen al naar Feyenoord, maar mijn moeder wilde dat ik naar Sparta zou gaan. Zij maakte de keuze voor me. Daar was ik niet blij mee, maar zij keek vooral naar de omgeving waarin ik terecht zou komen. Ik ben zelf opgegroeid in het oosten van Rotterdam. Er lag een voetbalveldje voor de deur en ik kon vanuit mijn raam zien wie er aan het voetballen waren. Ik was altijd buiten en trok van pleintje naar pleintje. Dat was mijn jeugd.”
Suriname
“In het oosten van Rotterdam kwamen regelmatig bekenden langs. Garry Mendes Rodrigues die nu in Turkije speelt, maar ook Royston Drenthe. Een keertje zelfs Robin van Persie en ook gasten van Feyenoord. Verder een paar jongens van Broederliefde. Dat is nu wel verleden tijd. Ik spreek Vilhena nog weleens, maar dat komt ook doordat ik met hem voetbalde bij Feyenoord. Royston spreek ik daarnaast veel en ook Garry en een jongen van Broederliefde stuur ik soms een bericht. Het is niet dat ze me veel adviezen geven, maar ze houden me wel in de gaten. Af en toe krijg ik een kleine tip, maar ze geven me vooral mee dat ik op deze voet verder moet gaan. Ze hopen natuurlijk dat ik zo ver mogelijk ga komen.”
“Mijn vader is volbloed Nederlander, maar mijn moeder is afkomstig uit Suriname. Ik ben nog niet benaderd voor het Surinaamse elftal, maar ik zou er zeker voor openstaan. Dat zal een lastige keuze zijn, want ik heb ook weleens bij Oranje Onder 19 gezeten. Ik zal goed moeten afwegen wat reëel voor me is. Zelf ben ik nog nooit in Suriname geweest. Jammer, maar dat zal er vast nog eens van komen.”
In het shirt van Feyenoord