Het oude Abe Lenstra Stadion was het decor en schudde en kraakte op de historische grondvesten. 12.500 Dolenthousiaste Friezen wisten het zeker. Dit kon niet meer misgaan. Met het thuisvoordeel en de steun van het geweldige legioen moest sc Heerenveen de 0-1 achterstand, die vier dagen eerder tegen Emmen was opgelopen, eenvoudig worden goedgemaakt. Ik moest glimlachen toen bestuurslid Klaas de Jonge mij twee uur voor de aftrap vroeg of vlak voor aanvang het Friese volkslied 'De alde Friezen' mocht worden gespeeld. Ik vond het een vreemd verzoek, maar had net als Emmen-aanvoerder Rudi Metz niet het idee dat dit folkloristische stuntje invloed op de wedstrijd kon hebben. De Blauhuster dakkapel -inclusief een oud, mank en incontinent hondje dat de kwartcirkel van de hoekvlag uitkoos om zijn behoefte te doen- was uitgenodigd om de sfeer te verhogen.
Volle borst
Bij de eerste klanken van de kapel was ik er al van overtuigd dat zo'n provinciaal volkslied toch wel wat los kan maken. Naast mij werden de eerste regels uit volle borst meegezongen. Ik zag mannetjesputters als Gertjan Verbeek, Maarten de Jong, Richard Goulooze, André de Jong en de zeker niet kleinsten Pieter Bijl en doelman Johan Tukker als het ware een paar centimeter groeien. De pompebladen op hun shirt bewogen als een heftig kloppend hart dat overuren maakte.
Na mijn eerste fluitsignaal was het direct 'vol gas' bij de Friezen. Na drie minuten lag de bal al in het net. Gertjan Verbeek kopte een hoekschop van De Jong snoeihard achter doelman Henk Schokker. De Friese orkaan raasde door. Marten Dijk zorgde na vijf minuten voor de beslissende 2-0. Met veel kunst- en vliegwerk won Heerenveen uiteindelijk en bereikte voor het eerst de Eredivisie. In deze wedstrijd was ik eigenlijk voor het eerst in aanraking gekomen met Gertjan Verbeek. Als gelegenheidsspits leek het alsof hij over een extra paar longen beschikte. Zelden heb ik in een wedstrijd een speler zo dominant zien spelen. Het zou mij niet verbazen als Verbeek in die wedstrijd een kilometer of dertien heeft afgelegd. Voor en achter. Schoffelend, gaten dichtend en zorgend voor aanvallende impulsen. Spijkerhard en niet kijkend op een overtreding meer of minder. Lucht en durf genoeg om mij na elk fluitsignaal nog iets toe te voegen. Misschien een beetje kil en wat afstandelijk, maar niet stiekem en zeker recht voor zijn raap.
Wat dat betreft lijkt de AZ-trainer van nu nog op de speler van toen. Hij kan in ieder geval zeggen dat hij zichzelf is gebleven. Een trainer die wars van concessies is, de lat als een vanzelfsprekendheid altijd hoog legt, keihard werken normaal vindt, zijn staf en spelers uitdaagt tot discussie en in tegenstelling tot veel van zijn conservatieve collega's openstaat voor vernieuwende ideeën in zijn sport.
Staartje
Zo liet Verbeek zich afgelopen week ook kritisch uit over het Nederlandse arbiterskorps. De AZ-coach vindt dat de scheidsrechters veel te weinig effectieve trainingsuren maken. Dat ze een negatieve invloed hebben gehad op de eerste wedstrijden van AZ en dat scheidsrechters worden gemanipuleerd door de instructiefilms die door de KNVB worden gebruikt. Een belangrijk deel van goede arbitrage is het herkennen van voetbalsituaties. Verbeek heeft natuurlijk gelijk als hij stelt dat hij als trainer meer 'scheidsrechtersuren' maakt -hij leidt minimaal één partijspel per dag- dan betaald voetbalscheidsrechters die soms maar twee keer per maand in actie komen en daardoor ervaring en trainingssituaties missen die eigenlijk voor het oprapen liggen. Verbeek heeft ook groot gelijk om die scheidsrechter-instructievideo's te bekritiseren. Er lopen -helaas ook in Nederland- genoeg scheidsrechters rond met een hoge mate van vooringenomenheid, die als onaantastbare dienaren van de bond acteren en die als een wrekende gerechtigheid spelers en trainers die als halve misdadigers zijn neergezet wel even aan zullen pakken.
Voor de opmerkingen en eye-openers mogen de scheidsrechters en KNVB Verbeek wel dankbaar zijn. Gratis advies noem ik dat. Maar ik vrees dat zijn opmerkingen nog een staartje kunnen krijgen. Ik heb het commentaar vanuit de arbitrale hoek alweer gehoord. "Waar bemoeit-ie zich mee? Drie magere puntjes uit vijf wedstrijden, laat hij eerst AZ aan het voetballen krijgen". Waarschijnlijk liggen zijn opmerkingen en dossier al op het bureau van de aanklager en wordt er met een loep bekeken of hij met zijn (mijn inziens zinvolle) opmerkingen de belangen van de arbitrage of het voetbal misschien wel heeft geschaad en dit gratis advies dan misschien wel duur zal moeten bekopen.
Klik hier voor meer informatie over de auteur.