Toen Leroy Fer in 2013 voor zeven miljoen euro overstapte van FC Twente naar Norwich City rinkelde de kassa bij Feyenoord. 225.000 euro stroomde naar De Kuip, omdat de technisch directeur in 2011 al een doorverkooppercentage met FC Twente overeenkwam. Een rekensom leert dat dat percentage rond de drie procent moet hebben gelegen. In diezelfde zomer verkocht Feyenoord ook Wijnaldum aan PSV. Aannemelijk is dat Van Geel daarbij een vergelijkbaar doorverkooppercentage met PSV afsprak. Afhankelijk van de transfersom kan dat bedrag mooi oplopen. Bovendien wacht er ook nog een opleidingsvergoeding. Fer bracht wat dat betreft in 2013 400.000 euro op.
Dat is goed nieuws voor Feyenoord dat nog altijd de gevolgen voelt van de financiële malaise waarin de club lange tijd zat. Om daaruit te komen, zetten de Rotterdammers tussen 2007 en 2009 drie talentenpools op.
1e talentpool:
Jonathan de Guzman, Royston Drenthe, Tim Vincken, Diego Biseswar, Erwin Mulder, Luigi Bruins en Georginio Wijnaldum
25% transferopbrengst terug naar beleggers.
2e talentpool:
Ron Vlaar, Andwélé Slory, Leroy Fer, Mitchell Schet, Dwight Tiendalli, Sherif Ekramy en Serginho Greene
25% transferopbrengst terug naar beleggers.
Beloftenpool
Ricky Van Haaren, Kelvin Leerdam, Bart Schenkeveld, Luc Castaignos, Jerson Cabral, Bruno Martins Indi, Stefan de Vrij
20% transferopbrengst terug naar beleggers.
Op Erwin Mulder na zijn alle spelers uit de talentpools inmiddels vertrokken bij Feyenoord. De meeste pijn is dus geleden zou je denken. Maar afgelopen zomer lekte al uit dat die Beloftenpool in werkelijkheid groter was dan de namen die hierboven staan. Nog meer aanstormende jeugdspelers werden daar in 2009 ondergebracht, waaronder Jordy Clasie.
De twintig procent die Feyenoord van zijn transfersom weer in moet leveren, kan bij een transfer van Wijnaldum weer teruggewonnen worden. Als Van Geel in 2011 met PSV die transfer goed uitonderhandelde tenminste. Maar dat is hem getuige de Fer-deal wel toevertrouwt.