VVV was gedurende de eerste helft de bovenliggende partij. Feyenoord liet de Venlonaren het spel maken en beperkte zich tot verdedigen. Uitblinker was Keisuke Honda, voor wie weer diverse scouts op de tribune zaten. De japanner zette dan ook persoonlijk de openingstreffer op zijn naam.
Na rust bracht Feyenoord Sekou Cissé, die daarmee zijn debuut maakte, Georginio Wijnaldum en Leroy Fer in het veld, waarna de ploeg van Mario Been wat gevaarlijker werd. Via doelpunten van Fer en Luigi Bruins bogen de Rotterdammers de achterstand om in een 2-1 voorsprong. Beide spelers kregen daarna nog kansen om de score verder uit te bouwen, maar tot tweemaal toe stond het aluminium een derde Rotterdams doelpunt in de weg.
Via een vrije trap van Honda kwam VVV daarna alsnog langszij. Inmiddels was ook Patrick Paauwe bij de Limburgers in de ploeg gekomen. Voor de voormalig Feyenoorder betekende dat zijn debuut tegen de club waar hij zijn grootste successen behaalde.
Omdat de wedstrijd een winnaar moest opleveren, werder er vervolgens strafschoppen genomen. Die werden uiteindelijk beter genomen door VVV, waardoor de club opnieuw de Herman Teeuwen Memorial op haar naam schreef.