Met die bankgarantie is het geleende bedrag sowieso tot de helft gedekt, maar de andere 125.000 euro ziet Ajax mogelijk nooit meer terug. De club heeft zich formeel nog niet bij de curator van Haarlem gemeld, maar gaat op korte termijn wel een poging doen om het totale bedrag weer in handen te krijgen. Of dat lukt is echter zeer de vraag.
Net als alle andere schuldeisers sluit Ajax achterin de rij aan. Daarbij is er na een faillissement sprake van een wettelijke rangorde. Het geld dat de boedel van Haarlem oplevert gaat als eerste op aan de faillissementskosten. Daarna volgen de schuldeisers van voor de surseance van betaling, waarbij de preferente schuldeisers voorrang krijgen. Tot deze groep behoren de fiscus, de werknemers met hun achterstallig salaris en uitkeringsinstantie UWV.
Zoals de zaken er nu voorstaan blijft er voor Ajax amper geld over. De enige redding is de verkoop van Gregory van der Wiel. Omdat de verdediger ooit speelde in de jeugdopleiding van Haarlem, krijgen de Roodbroeken bij een transfer tien procent van de opleidingskosten. Het daarbij door Haarlem te ontvangen bedrag is contractueel vastgelegd en bedraagt maximaal 550.000 euro. Indien Van der Wiel daadwerkelijk wordt verkocht, verrekent Ajax met dat geld de openstaande schuld.