Gravenbeek speelde eerst voor amateurclubs JSV Nieuwegein, USV Hercules en USV Elinkwijk, waarna RKC Waalwijk hem oppikte. "Als A1-speler mocht ik meedoen met het beloftenteam. Ik speelde op de vleugels of als nummer tien. Bij Vitesse mocht ik van trainer Aad de Mos een oefenwedstrijd meespelen", aldus Gravenbeek.
"De Mos had de gewoonte om spelers bij testwedstrijden soms op een hele andere plaats te laten spelen. Ik werd op de rechtsbackpositie neergezet. De Mos testte je met die wisseling op een stukje mentaliteit: niet zeuren over je plek, maar er tegenaan gaan. Na die wedstrijd mocht ik per direct overkomen. Bij Vitesse heb ik drie seizoenen gespeeld", vertelt Gravenbeek over de werkwijze van De Mos.
"Trainer Theo Bos positioneerde mij ook op de rechtsbackpositie. Hij heeft mij het besef bijgebracht dat ik op die positie stappen kan zetten. Ik heb dan ook veel van hem geleerd en veel aan hem te danken. Uit mijn Vitesse-tijd ken ik ook Wiljan Pluim. In Arnhem heb ik negen wedstrijden in de basis gestaan. Een echte doorbraak kwam er niet. Toen heb ik voor Willem II gekozen. In de Eredivisie begon ik als basisspeler. Dat seizoen degradeerden we. Daarop volgde een moeilijke periode. Om persoonlijke reden, de relatie met de trainer liep stuk, ben ik toen halverwege het seizoen gestopt", besluit Gravenbeek zijn verhaal.