Afgelopen zaterdag in de uitwedstrijd tegen FC Twente (2-2) fungeerde Davy Klaassen als laatste op die positie. Hij schoof een linie door, toen de teleurstellend presterende Arkadiusz Milik werd gewisseld. Een opzienbarende ontwikkeling bij de hoofdstedelingen, voor wie aanvallend voetbal en doelpunten maken een onderdeel van de clubcultuur is.
Druk erg groot
"Het heeft er zeker mee te maken dat de druk hier heel erg groot is", zoekt Patrick Kluivert in De Telegraaf naar een antwoord op de vraag waarom er zo weinig spitsen slagen bij Ajax. "Ajax is de grootste club van Nederland en de fans gaan er 'gewoon' van uit dat een nummer 9 er eventjes twintig in legt", aldus de voormalige topschutter, die in 1995 als invaller de finale van de Champions League in Amsterdams voordeel besliste.
"Maar kennelijk is het makkelijker gezegd dan gedaan om een goede spits te kopen of op te leiden. Ik kan niet goed over het vormen van de spitsen oordelen, omdat ik niet dagelijks op De Toekomst ben. Maar ik geloof wel in heel specifieke begeleiding door een échte spitsentrainer. Om spits van Ajax 1 te worden, moet je heel compleet zijn."
Superhero
Ook Ryan Babel, momenteel actief in de woestijn, kwam in de wakkere ochtendkrant aan bod. "Je moet in de spits een superhero zijn. Balvast, links- en rechtsbenig en je moet snelheid hebben. Je moet kunnen koppen, meevoetballen en je moet natuurlijk makkelijk kunnen scoren."
Straks, als Ajax in eigen huis aftrapt tegen Celtic als openingsduel in de poulefase van de Europa League, loopt hoogstwaarschijnlijk Klaassen opnieuw als centrumspits op. Milik zit op de bank, terwijl Arsenal-huurling Yaya Sanogo vanwege een lichte blessure niet tot de wedstrijdselectie behoort.