Een vreemde gewaarwording. Esteban Cambiasso die niet meer voetbalt, is als reizen met een treinticket zonder geldigheid: je wordt niet tegengehouden om door te gaan met waar je gebleven was, maar het gevoel is altijd anders. Met zijn 37 jaar zet het einde van zijn reis er echter aan te komen.
De Argentijn kende het absolute hoogtepunt in zijn carrière met de gewonnen Champions League-finale tegen Bayern München in 2010. Hij speelde de hele wedstrijd mee bij Internazionale, dat op dat moment aan de top van de voetbalwereld stond.
Het was een avond waarbij voor Cambiasso alle puzzelstukjes in elkaar vielen. Internazionale en Bayern München namen het tegen elkaar op in het Santiago Bernabeu van Real Madrid - de club waar hij op jonge leeftijd niet wist door te breken. En na vijf seizoenen achtereen landskampioen, werd het wel een keer tijd dat Inter een stap hoger zou doen.
2010 was het jaar waarin AZ, de toenmalige landskampioen, in de groepsfase van de Champions League meedeed. De Alkmaarders zaten in Pot 2 met onder meer Real Madrid en Internazionale. Inter belandde in een poule met onder meer FC Barcelona, waarin het tweede werd, terwijl AZ nooit kans maakte op overwintering in een groep met Standard Luik, Olympiakos Piraeaus en Arsenal.
Olympiakos zou later een werkgever van Cambiasso worden. Maar de Argentijn schreef er nooit zoveel geschiedenis als hij in dat jaar, 2010, deed met Internazionale. Javier Zanetti en Cambiasso vormden een blok op het middenveld, terwijl Sneijder als aanvallende middenvelder het strijdtoneel betrad. Twee goals van Diego Milito waren genoeg voor eeuwige roem.
In 2014 verliet Cambiasso Inter voor een avontuur bij Leicester City. En daarna dus dat aftertje bij Olympiakos. Hij wist er nooit een volwaardig hoofdstuk toe te voegen aan het boek dat zijn imposante carrière heet.