“The view is prachtig”, zegt Mateja Kezman. Hij hoest even aan de andere kant van de lijn. Een griepje, geeft hij aan. Kezman zit voor een paar dagen in Kopaonik, een berg in het grensgebied van Servië en Kosovo. Hij heeft daar een woning waar hij zich terugtrekt als hij even tijd voor zichzelf wil. “Met tien minuten sta ik op de piste. Er ligt al sneeuw. Ik heb ook een huis in Belgrado. Soms is het fijn om even niet tussen de mensen te zijn. Ik kan op de berg genieten van de stilte. Even mijn hoofd leegmaken.”
ZAKENMAN
Soms gebruikt Kezman nog een Nederlands woord tussen het Engels. In zijn tijd bij PSV sprak hij goed verstaanbaar Nederlands. Hij las ook kranten en keek Nederlandse tv-programma’s. Wanneer Kezman in Nederland is komen vaak meer Nederlandse woorden boven. Als spelersmakelaar komt de Serviër, vader van vier kinderen, nog regelmatig in Nederland, ook in Eindhoven. Hij was in oktober nog op bezoek bij zijn oude club. “Ik ben vaak in Engeland, België, Nederland, Italië en Frankrijk. Soms in Duitsland. Ik heb geen kantoor waar ik me dagelijks moet melden. Heerlijk toch? Met mijn telefoon en laptop kan ik overal mijn werk doen. Ik heb een aantal partners in Europa met wie ik samenwerk. We begeleiden zo’n zestig spelers. De bekendste is Sergej Milinkovic-Savic. Hij speelt nu bij Lazio. De wereld gaat nog veel van hem horen. We kijken veel rond op de Balkan, op zoek naar talent. We willen spelers helpen om naar West-Europa te gaan. Ik heb een groot netwerk. Het is voor mij makkelijk om contact te leggen met oud-teamgenoten die nu trainer, directeur of president zijn. Er loopt heel veel talent rond in Servië en de omringende landen.”
Zijn standplaats is Belgrado, waar hij als enig kind werd geboren en opgroeide. Als tiener maakte hij in de jaren ‘90 de oorlog mee en de NAVO-bombardementen op de Servische hoofdstad. Die tijd maakte Kezman tot een persoon die de Verenigde Staten, vanwege de rol die dat land in de oorlog vervulde, geen mooi land vindt. Hij zal er dan ook nooit op vakantie gaan, zegt hij. De avonden en nachten in de schuilkelder kan Kezman zich nog goed herinneren. Hij vierde zelfs zijn twintigste verjaardag onder de grond. “Ik ben heel blij dat mijn kinderen hier in vrede kunnen opgroeien.”
In de zomer van 2000 kwam Kezman naar PSV. In toenmalig Joegoslavië speelde hij voor FK Zemun, Radnicki Pirot, FK Loznica, Sartid Smederevo en Partizan Belgrado. In Eindhoven moest Kezman, toen 21 jaar, Ruud van Nistelrooij opvolgen. Dat deed hij in vier seizoenen met 129 doelpunten in 176 officiële duels. Drie keer werd Kezman topscorer van de Eredivisie, waaronder in seizoen 2002/03 met 35 doelpunten.
MOOIE JAREN
Hij moest wennen aan Nederland, aan de cultuur en de mentaliteit. “Ik leerde kritiek te accepteren. Ik weet nog dat Ronald Waterreus vaak naar mij schreeuwde. Ik dacht: heeft hij nou een hekel aan mij? Maar hij deed dat naar iedereen. In Servië heb je gelijk vechtpartijen en als je zo naar elkaar schreeuwt. Ook mijn manier van juichen, met mijn duimen naar mijn naam, vonden mensen in Servië alleen maar mooi. In Nederland niet, begreep ik. Guus Hiddink vroeg of ik ermee wilde stoppen. Hij zei dat mensen in Nederland dat arrogant vinden. Ik was jong en leerde mezelf kennen. Nu ben ik bijna veertig jaar en denk ik: waarom moest ik zo juichen of reageerde ik zo op het publiek of kritiek? Ik ben nu relaxter.”
Kezman voelde zich thuis in Nuenen, waar hij woonde en waar nog altijd vrienden wonen. Bij PSV komt hij nog met veel plezier. “Ik heb door mijn werk regelmatig contact met Marcel Brands. Ik houd voor PSV in de gaten waar de nieuwe Kezmannen lopen op de Balkan, haha. Ik werk samen met een partner die in België woont. Als ik naar hem ga rijd ik soms door naar Eindhoven. Op De Herdgang lopen veel oude bekenden: van Mark van Bommel tot Ruud van Nistelrooij en mijn vriend John de Jong. Dan hebben we het over wat ons nu bezighoudt en oude tijden. Het waren hele mooie jaren bij PSV. Die club blijft voor altijd in mijn hart. Ik probeer de resultaten van nu te volgen. In de competitie doen ze het weer goed. Het is jammer dat ze al vroeg zijn uitgeschakeld in Europa. Bij PSV en in de Eredivisie spelen niet meer de sterren van vroeger. Ik zie nu geen Van Bommel, Robben of Van Nistelrooij lopen.”
Bij de afscheidswedstrijd van Van Bommel in 2013 in het Philips Stadion zag hij veel oud-teamgenoten. “Het was leuk iedereen weer te zien: jongens als Vogel, Waterreus, Ooijer, Vennegoor en Bruggink. Met Arnold kon ik heel goed opschieten. Hij hielp mij te settelen in mijn eerste jaar. Ik weet nog dat PSV zo’n veertien miljoen euro voor mij betaalde en de verwachtingen waren hoog als opvolger van Van Nistelrooij. Ik voelde de druk. Daarom was de goal tegen Manchester United een bevrijdende voor mij. Er viel een last van mijn schouders. Ja, vanaf dat moment werd mijn Batman-song nog heel vaak gedraaid in het stadion.”
In het Philips Stadion klonk na iedere goal van Kezman de tune van Batman. Toen Arjen Robben naar PSV kwam kregen Kezman en Robben de bijnamen Batman en Robin. “Arjen en ik hadden echt een klik. Arjen was achttien jaar toen hij naar PSV kwam, toen zag je al zijn gedrevenheid. Zijn passie. Elke dag was hij bezig om beter te worden. Inmiddels is Arjen al jaren een van de beste spelers van de wereld. Na twee jaar bij PSV zijn we samen naar Chelsea gegaan. Daar trokken we ook veel met elkaar op. Arjen is altijd een bescheiden jongen gebleven. Down to earth. Net als zijn vrouw en vader. Het wordt voor het Nederlands elftal heel moeilijk om een nieuwe Arjen Robben te vinden. He is one of a kind.”
ALTIJD GELADEN
Na PSV werd het dus Chelsea, in de zomer van 2004. Een jaar eerder ketste een transfer naar FC Barcelona af. Niet lang daarna werd een ontvoering verijdeld door de politie. Criminelen uit voormalig Joegoslavië wilden Kezman ontvoeren en PSV om losgeld vragen. Hij kreeg politiebewaking en bodyguards. “Het was een tijd waarin ik volop in de spotlights stond. Het ging die mensen ook puur om het geld. En voor geld doen mensen gekke dingen.”
Je was heel populair bij PSV, maar buiten Eindhoven was je vaak het mikpunt van spreekkoren. Hoe vond je dat?
“Fans van andere clubs zochten mij omdat ik zo vaak scoorde, denk ik. En misschien door mijn manier van juichen. Ik kreeg de spreekkoren wel mee, maar was wel wat gewend van wedstrijden met Partizan Belgrado tegen Rode Ster Belgrado. Daar gaat het er nog iets feller aan toe. Ik heb er weleens moeten rennen voor mijn leven. In Nederland viel het reuze mee. Ik kon ook wel genieten van de vijandigheid in Rotterdam of Amsterdam. Dan was ik op mijn best. In de topwedstrijden en derby’s scoorde ik vaak. Zoals met Chelsea tegen West Ham, maar ook met Fenerbahçe tegen Galatasaray en Besiktas en met Atlético Madrid tegen Real Madrid. Ik had zo’n sfeer ook echt nodig om boven mezelf uit te stijgen. Als je scoort in derby’s word je ook altijd herinnerd. Ik was altijd geladen. Soms iets te, zoals op EURO 2000. Ik heb nog altijd de snelste rode kaart ooit op een EK op mijn naam staan. Ik was die avond een wilde hond. Ook op het WK in 2006 kreeg ik een rode kaart, tegen Argentinië. Ja, ik was best temperamentvol als voetballer, haha.”
Het is nu vijf jaar geleden dat Kezman stopte. Zijn laatste clubs waren BATE Borisov in Wit-Rusland en South China. Daarvoor kwam hij uit voor Zenit Sint-Petersburg, Paris Saint-Germain, Fenerbahçe, Atlético Madrid en Chelsea. “Ik voetbalde vanaf mijn vierde en wilde niets anders dan profvoetballer worden. Ik heb veel meegemaakt in mijn carrière: mooie en minder mooie momenten. Mijn tijd bij PSV was heel succesvol. Met mijn transfer naar Chelsea kwam een droom uit, maar het liep niet helemaal zoals ik had gehoopt. Chelsea haalde vrij onverwachts Didier Drogba en José Mourinho gaf aan met één spits te willen spelen. Dat werd dus Drogba. Misschien had ik met de wetenschap van nu nog een jaartje bij PSV moeten blijven. Een jaar na mijn vertrek haalden ze de halve finale van de Champions League. Achteraf had ik dingen misschien iets anders kunnen doen. Erwin Koeman wilde mij trouwens nog naar Feyenoord halen, maar ik vond dat ik dat niet kon maken naar PSV en de fans. Mijn carrière bestond uit ups and downs, maar ik heb ook genoten van het leven in steden als Londen, Madrid, Istanbul, Parijs en Sint-Petersburg. Elke stad en elk land is weer anders. In Nederland kun je als voetballer rustig over straat, maar in Engeland word je 24/7 door paparazzi achternagezeten en in Turkije ben je echt een filmster. Al die belevenissen en andere culturen hebben mij gevormd tot de persoon die ik nu ben.”
Je bent ook een heel religieus persoon. In Nederland kwam je in 2013 nog in het nieuws omdat je in een Kroatische krant had gezegd dat je homoseksualiteit vanuit jouw geloof als een ziekte ziet. Heb je daar veel reacties op gehad?
“Ik begreep dat er in Nederland wel aandacht voor was in de media. Ik werd toen gevraagd naar mijn mening over Louis van Gaal, die op een boot stond te feesten tijdens de Gay Pride in Amsterdam. Ik vond het raar dat Van Gaal dat deed. Ik vind dat je homoseksualiteit niet moet promoten. God heeft de man en de vrouw geschapen zodat ze zich kunnen voortplanten. Met alleen homo’s houd je geen samenleving in stand. Van mij mogen mensen homoseksueel zijn, maar het hoeft van mij niet vol in de spotlights, zoals dansend en kussend op die boten. Ik kom uit een conservatief land en zie dat mensen in Nederland helaas steeds verder van het geloof komen te staan. Voor mij is religie heel belangrijk. Ik ben Grieks-orthodox opgevoed. Religie wijst mij de weg in het leven. In mijn tijd bij PSV ging ik vaak naar een priester in Dortmund. Ik heb goede gesprekken met hem gehad. Door het geloof ben ik rustiger geworden. En heb ik meerdere tattoos op mijn lijf, tattoos met een religieuze betekenis. Zo staat op mijn rechterarm een portret van Jezus Christus en de tekst ‘Only God can judge me’. Tattoos werden een soort van verslaving voor mij.”
AVONTURIER
Kezman haalde na het beëindigen van zijn carrière zijn trainerspapieren, maar ontdekte dat hij eigenlijk niet elke dag op een voetbalveld wilde staan. “Ik had geen zin om elke week de druk te voelen om een wedstrijd winnen of allerlei mensen verantwoording af te moeten leggen en spelers tevreden te stellen. Toen ik in 2013 werd gevraagd om directeur te worden bij Vojvodina besloot ik de uitdaging aan te gaan. Maar dat was ook niets voor mij. Je hebt te maken met politieke spelletjes en zaken die je moeilijk kunt controleren. Er waren hooligans die zich met allerlei zaken bemoeiden. Ik was het zat en wilde vrijheid in mijn werk. Daarom besloot ik spelersmakelaar te worden. Het voordeel van mijn verleden als directeur is wel dat ik nu weet hoe een andere partij de onderhandelingen ingaat. Ik heb nog wel aanbiedingen gekregen om in Nederland, Servië en Frankrijk bij clubs te komen werken, maar ik heb echt geen zin in die stress en werkdruk. Ik wil geen slaaf worden, maar ook leven buiten het voetbal. Dat is mij veel meer waard.”
Je hebt weleens in een interview gezegd dat je monnik wil worden. Ben je dat nog van plan?
“Ik bedoelde toen meer dat ik het mooi vind om te zien hoe monniken hun leven toewijden aan het geloof. Ik heb best veel kloosters bezocht over de hele wereld en heb altijd bewondering gehad voor de mensen die er leefden. De rust lijkt mij heerlijk. De stilte. Zoals ik die voel wanneer ik in mijn huis in de bergen ben. Ik zou alleen wel mijn adrenaline rush missen. Ik zoek altijd de balans tussen ontspanning en spanning.”
Hoe doe je dat?
“Voor mijn werk ben ik dus veel onderweg, maar ik ga ook vaak op vakantie en vind het heerlijk om te skiën en te kitesurfen. Dat soort sporten kon ik als voetballer niet doen, vanwege de kans op blessures. Nu kan ik ervan genieten: van de snelheid en de actie. Ik krijg er een kick van. Niet zo groot als na een doelpunt in een derby, maar het komt in de buurt. Het zijn voor mij momenten waarop ik mij vrij voel, op zee, op de pistes. Ik heb van jongs af aan al van reizen gehouden. Met mijn ouders gingen we vaak kamperen, naar zee of de bergen in. In Servië kun je heel mooi skiën. Ik ben laatst ook naar Georgië geweest, ook heel mooi. En niet zo toeristisch. In de zomer gaan we vaak naar Montenegro met vrienden en familie. Daar heb je hele mooie kitesurflocaties. Ik ben er ook al Nederlanders tegengekomen. Ze herkenden mij nog, ondanks mijn baard, haha. In de avond gaan we dan vaak barbecueën. Vis op de grill en lekkere wijn erbij. Dan maken we tot laat lol met elkaar en praten we over het leven. Het is dan ook heerlijk om de telefoons en tablets uit te zetten en gewoon bij kaarslicht gezellig spelletjes te doen.”
Doen je kinderen daar ook aan mee?
“Het is voor hen verleidelijk om op hun tablets en iPhones bezig te zijn, net als hun vrienden en vriendinnen. Maar als we op vakantie zijn zetten we die apparaten zoveel mogelijk uit. Met mijn kinderen ga ik liever de natuur in dan naar een vijfsterrenhotel waar je onbeperkt eten kunt pakken. Ik spoor ze aan veel naar buiten te gaan en de wereld te ontdekken. Zo worden ze zelfredzaam. Ik heb drie zoons en een dochter. Mijn zoons voetballen ook, maar ik push ze niet om profvoetballer te worden. Je ziet vaker dat kinderen van oud-voetballers met de druk van hun achternaam worstelen. Ze moeten zelf weten wat ze gaan doen. Ik hoop wel dat ze veel van de wereld willen zien. Ondernemend worden. Ik ga binnenkort naar Thailand en Canada. Costa Rica en Panama staan op mijn lijst. Met mijn vriendin ben ik onlangs in Vietnam geweest. Daar hebben we rondgereisd. Met een backpack van hostel naar hostel. Ik kan het iedereen aanraden. Reizen verrijkt je leven. Voor je het weet ben je oud en grijs.”
'KEZZA MOEST ECHT WENNEN IN NEDERLAND’
Arnold Bruggink (40) was tussen 2000 en 2003 teamgenoot van Mateja Kezman bij PSV. Bruggink kan zich de entree van de Serviër goed herinneren. “Toen hij op De Herdgang arriveerde dachten we: is dat nou de jongen die Van Nistelrooij moet doen vergeten? Hij had een babyface, kwam met een rugzakje om en was heel rustig. Op het trainingsveld vlogen de ballen soms alle kanten op. Later bleek dat hij zich echt kon focussen op de kansen die hij kreeg in de wedstrijd. Van de vijf kansen in een wedstrijd scoorde hij er drie. Ik weet nog goed dat Guus Hiddink tijdens de voorbereiding een training stillegde. Kezza zakte toen naar het middenveld om een bal op te halen. Hiddink zei: ‘Wil je dat nooit meer doen? De ballen op het middenveld zijn voor Van Bommel, Vogel of Bruggink. Jij blijft rond de zestien. Als ik je nog een keer op de middellijn zie zit je 34 wedstrijden op de bank.’ Kezza was dat niet gewend, om zo in het openbaar aangesproken te worden. Wij hadden jongens die iemand verrot konden schelden. Ik zei dan tegen Kezza: ‘Laat maar gaan joh’. Ik weet nog dat hij veel omging met Pedro Salazar, toenmalig perschef. Hij legde aan Kezza uit wat wel en niet gebruikelijk is in Nederland. Ik weet nog dat we op de avond van 9/11, met de aanslagen in de VS, in Nantes speelden voor de Champions League. De meeste jongens waren verbouwereerd door wat er was gebeurd. Kezza en ook jongens als Gakhokidze en Khokhlov deden er wat nonchalant over en zeiden dat de Amerikanen zo ook eens voelden hoe het was om aangevallen te worden. Daarover ontstond wrijving in de ploeg. Later legde Kezza uit waarom hij niet zo’n fan was van Amerika. Dan hoor je ook zijn kant van het verhaal en merk je dat jongens uit de Balkan en Oost-Europa heel anders naar Amerika kijken dan wij vanuit Nederland. Dat geldt ook voor andere kwesties. Maar ik heb Kezza meegemaakt als een goede jongen, hardwerkend. We hebben met andere jongens met verbazing gekeken naar het rijtje clubs waarvoor hij heeft gespeeld. Hij had een hele goede zaakwaarnemer, haha. Bij PSV was hij op z’n best. Voor de echte top kwam Kezza net tekort.”