Drieëntwintig speelsters van PSV sjokken het trainingsveld van De Herdgang af. Voor hen loopt een man met een lange zwarte jas, een muts op zijn hoofd en handschoenen aan. Nebojša Vuckovic heeft zojuist de laatste training geleid in aanloop naar een belangrijk duel. Een dag later speelt zijn ploeg tegen landskampioen Ajax. De muts gaat af. “Nu gaat het wel weer, maar vanochtend was het ijskoud.”
Wat Phillip Cocu is in het mannenvoetbal, is Vuckovic bij de vrouwen. De langstzittende trainer in de Eredivisie. “Grappig dat je dat zegt. Nooit bij stilgestaan. Eigenlijk best bijzonder, twee PSV-trainers.” In januari 2013 nam de oefenmeester, afkomstig uit voormalig Joegoslavië, het roer over bij de Eindhovense dames. Vijf jaar later zijn de omstandigheden waarin hij werkt totaal veranderd. “Het waren voetballende vrouwen, nu is het vrouwenvoetbal. Een heel groot verschil. Voetballende vrouwen, dat is niets meer dan een uit de hand gelopen hobby. Vrouwenvoetbal is professionele sport.”
Spelletjes
Een voedingspatroon, bijvoorbeeld. Dat was er een paar jaar geleden helemaal niet bij de PSV Vrouwen. Nu houdt de club alles bij. Gewicht, vetpercentage. Elke speelster krijgt een eigen uitgestippeld voedingsschema. Vuckovic lepelt nog een ander voorbeeld op. “Krachttraining. In het verleden deden sommige speelsters krachttraining, terwijl ze ondertussen spelletjes speelden op hun telefoon. Ze namen het niet serieus. Nu ondenkbaar. Er zijn enorme stappen gemaakt.”
Het ontbreekt de PSV Vrouwen volgens Vuckovic tegenwoordig nergens meer aan. “De faciliteiten, de begeleiding, het is uitstekend voor elkaar. Ik durf te zeggen dat het niveau op dat gebied vergelijkbaar is met de mannenteams in de Jupiler League. Niet alleen bij ons, ook bijvoorbeeld bij Ajax en FC Twente.” Dat PSV niet de enige Nederlandse club is die stappen heeft gemaakt, blijkt wel uit de ranglijst. Achter de koplopers uit Amsterdam en Enschede bevindt PSV zich in een grote middenmoot. ADO Den Haag, sc Heerenveen en zelfs PEC Zwolle en Achilles’29 draaien prima mee.
Tekst loopt door onder foto | Foto: Pro Shots (Joep Leenen)
Kloof
En toch zijn speelsters uit de Eredivisie ondervertegenwoordigd in het Nederlands elftal. De entourage in de nationale competitie is totaal onvergelijkbaar met die bij het huidige Oranje en Europees kunnen Ajax en FC Twente geen potten breken. Een kloof dreigt. Is het mogelijk om, in navolging van het nationale team, ook de Eredivisie naar een hoger niveau te tillen? Ja, denkt Vuckovic. Maar dan moet er wel wat gebeuren. De oefenmeester legt zijn visie uitgebreid op tafel.
Net als bij de mannen zou het vrouwenvoetbal in Nederland, zo meent Vuckovic, gebaat zijn bij de komst van Regionale Jeugdopleidingen (RJO’s). “Begin, verspreid over Nederland, met vijf RJO’s voor meiden in de leeftijdscategorieën 14-16 en 16-18 jaar. Dat ontbreekt nu echt. Met de komst van deze jeugdopleidingen kan het niveau van de speelsters in Nederland over vijf jaar zomaar vijftig procent hoger zijn.”
De RJO’s zouden volgens Vuckovic moeten instromen in de Topklasse, het tweede niveau. Een competitie die momenteel twaalf clubs telt. Vuckovic: “Meng de vijf RJO’s in de Topklasse tot een volwaardige competitie van twaalf teams. Dan zal je zien dat een betere en bredere kwalitatieve laag ontstaat. Je dekt dan het hele land. Per Eredivisieclub een aparte jeugdopleiding voor meiden? Daarvoor is de top nog te smal. Door centraal op te leiden gaat het niveau sneller omhoog dan bij het opleiden per club.”
BeNeLeague
Het is een kleine greep uit de vele ideeën die de trainer heeft over het vrouwenvoetbal in Nederland. Vijf jaar geleden nam hij bij de PSV Vrouwen het stokje over van Hesterine de Reus, die aan de slag kon als bondscoach van Australië. De wisseling van de wacht vond plaats aan de vooravond van de start van de BeNeLeague. Een experiment dat geen lang leven was beschoren. Het was de KNVB die er volgens Vuckovic de stekker uit trok. De focus moest op een sterkere eigen competitie. De oefenmeester kan zich vinden in die beslissing van de bond. De huidige competitie is beter voor de clubs in de marge. Achilles en PEC hebben er meer aan.
Toch pleit Vuckovic voor een terugkeer van topwedstrijden met de zuiderburen. “De BeneLeague is ontzettend belangrijk geweest. Veel speelsters konden op die manier voor het eerst ruiken aan het spelen van internationale wedstrijden. Ze kregen te maken met andere speelwijzen en nieuwe omstandigheden. Het zou heel goed zijn om dat deels te laten terugkeren. Laat na afloop van de reguliere competities de topploegen van Nederland en België tegen elkaar spelen. Een soort kampioenspoule. Dat soort duels is zo goed voor de ontwikkeling van de speelsters.”
Tekst loopt door onder foto | Foto: Pro Shots (Joep Leenen)
UEFA
Behalve de clubs en de KNVB heeft ook de UEFA een verantwoordelijkheid, zo meent Vuckovic. Nu mag Nederland enkel de kampioen afvaardigen in de Champions League. Uitschakeling in dat toernooi betekent gelijk het einde van het Europese avontuur. Een Europa League kent het vrouwenvoetbal niet. Vuckovic: “Het zou goed zijn als er een bredere Europese competitie komt. De bekerwinnaars kunnen dan eventueel ook Europa in. De opzet van de Champions League kan ook anders. Nu is er een poulefase in augustus en daarna is het meteen knock-out. Het aantal internationale wedstrijden blijft op die manier beperkt.”
En zo ontvouwt de langstzittende trainer in het Nederlands vrouwenvoetbal zijn ideeën over de ontwikkeling van de sport. Hoe hij zou proberen om de nationale competitie een boost te geven, vergelijkbaar met die bij de Oranje Leeuwinnen. Trots keek coach Vuckovic vorig zomer toe hoe twee van zijn PSV-speelsters een gouden EK-plak in ontvangst namen. “Een wereldprestatie. Sportief, maar vooral ook maatschappelijk. Dit is de boost geweest, waardoor vrouwenvoetbal definitief op de kaart is gezet binnen de mannenwereld. Aan alles merk ik dat er meer acceptatie is. Meer respect.”
Jongens
Een laatste tip heeft Vuckovic in petto voor jonge talentvolle speelsters. “Speel zo lang mogelijk tussen de jongens.” Een groot deel van de huidige Oranje-selectie deed dit ook. Het is een advies dat topspeelsters Lieke Martens en Shanice van de Sanden onderschrijven (zie kader). Hun ploeggenoot bij Oranje, Jill Roord, speelde zelfs tussen de jongens van FC Twente. Ook PSV heeft zo’n voorbeeld. De nu achttienjarige Aniek Nouwen schopte het tot het O19-elftal van SV Deurne. Derde Divisie. Inmiddels is ze niet meer weg te denken uit het basisteam van PSV. Vuckovic: “Als deze talenten de kans hebben om tegen sterkere tegenstanders te spelen, dan moeten ze dat doen. Zo lang het fysiek kan, raad ik ze aan om tegen de jongens te spelen.”
Vuckovic maakte zich de wereld van het vrouwenvoetbal eigen in de afgelopen jaren. Hij maakte mee hoe de sport zich ontwikkelde en ziet nog volop ontwikkelmogelijkheden voor de voetbalsters in Nederland. Desondanks schat de oefenmeester in dat hij geen eeuwigheid meer werkt in het vrouwenvoetbal. “Voor mij denk ik uiteindelijk dat een terugkeer naar de mannen een logisch vervolg van mijn carrière is. En dan bedoel ik als hoofdtrainer in de Eredivisie of Jupiler League. De papieren heb ik ervoor en de ambities ook zeker.”
Wie is Nebojša Vuckovic (Rijeka, 25 juli 1975)
Nebojša Vuckovic speelde in Kroatië op het tweede niveau, toen hij in de zomer van 2001 naar Nederland kwam. Als doelman diende hij verschillende clubs in het amateurvoetbal, waaronder de amateurtak van PSV. Met oud-profs als Bjorn van der Doelen, Joeri Petrov en Ovidiu Stinga bouwde Vuckovic vervolgens als coach aan een sterk team. In 2011 promoveerde het elftal naar de Eerste klasse, destijds het vierde niveau van Nederland. Ondertussen haalde Vuckovic zijn trainersdiploma’s. Drie seizoenen was hij assistent-trainer bij FC Eindhoven, waarna hij bij de hoofdmacht van PSV stage liep onder Dick Advocaat. Sinds januari 2013 staat de Kroaat op eigen benen bij het vrouwenelftal van de Eindhovenaren.
Visie van de sterspeelsters
Shanice van de Sanden
“We hebben met Oranje iets heel moois bereikt, maar het is wel zo dat het gat met de Eredivisie groot is geworden. Het zou mooi zijn als die kloof kleiner kan. Voor ons zijn het aankomende WK en de Olympische Spelen het belangrijkst, maar het zou goed zijn als de KNVB achter de schermen aan de slag gaat met de Eredivisie.
Al die jonge meiden die nu gaan voetballen, dat is fantastisch. Maar het is belangrijk dat ze tussen de jongens blijven spelen. Daar wordt je sterker van en je leert er ontzettend veel. Toevallig ben ik zelf een uitzondering. Ik ben pas gaan voetballen toen ik twaalf was en kwam gelijk bij de meiden. Maar van de Oranje-selectie ben ik volgens mij de enige die niet tussen de jongens is begonnen.
Ik denk niet dat het goed zou zijn als alle Eredivisieclubs een vrouwenteam beginnen. Excelsior is nu net begonnen, maar maakt dat het niveau ook hoger? Daar is een team bij elkaar geraapt, maar dat verliest dan elke week met 6-0. Is het dan wel verstandig een extra team in de Eredivisie te plaatsen, of kunnen we beter de andere teams wat meer aanvullen? Ik denk het laatste. Een meidenjeugdopleiding bij de huidige topclubs zou ik wel uitstekend vinden. Professionele trainingen bij Ajax, Feyenoord, PSV. Maar dan zou ik er nog voor kiezen om de speelsters ook bij de eigen amateurvereniging tussen de jongens te laten trainen en hun wedstrijden te laten spelen.”
Visie van de sterspeelsters
Lieke Martens
“Als speelster moet je eigenlijk naar het buitenland om een betere speelster te worden. Als dat lukt gaat het niveau van het Nederlands elftal omhoog. De Eredivisie is een uitstekend podium voor jonge meiden om zich door te ontwikkelen. Verder zijn Ajax en Twente prima clubs. PSV gaat ook nog wel. Maar daarna zijn het vooral teams met bijna alleen maar jonge speelsters. Voor hen is dat prima, maar voor de topspeelsters in de Eredivisie kunnen zij niet zoveel betekenen.
De aanwas van jonge speelsters is een hele goede ontwikkeling. De acceptatie van voetballende meisjes is er nu volledig. Toen ik vroeger op voetbal zat werd ik zwaar uitgelachen. Al was dat vooral voor de wedstrijd, na het eindsignaal was het wel anders. Maar nu is het normaal dat misschien drie van de tien spelers in een team een meisje is.
De talentvolle meiden zou ik zeker aanraden om zo lang mogelijk tussen de jongens te blijven voetballen. Zelf heb ik daar ontzettend veel van geleerd. Mijn handelingssnelheid is omhoog gegaan, ik kreeg een betere techniek. Maar als je dan een jaar of zestien bent, dan zijn die jongens echt kerels geworden. Ze zijn fysieker, sneller. Je kunt ze wel passeren, maar dan kom je ze nog een keer tegen. Maar tot en met de C-junioren, misschien eerste jaar B, is het echt perfect om als talentvolle speelster tussen de jongens te spelen.
Voor een vrouwenteam bij alle Eredivisieclubs is het te vroeg. Ik denk dat we nog niet genoeg speelsters hebben op dat niveau. Maar het zou mooi zijn als bijvoorbeeld Feyenoord zou beginnen en meer grote clubs zich willen verbinden aan het vrouwenvoetbal.”
Fotografie: Pro Shots