De keeper: Mickey van der Hart.
De kleinzoon van Ajax-legende Cor van der Hart was voorbestemd om de vaste keeper van het eerste elftal te worden, maar het liep even anders. Van der Hart, in 2012 uitgeroepen tot Talent van de Toekomst, kwam niet verder dan 27 duels in Jong Ajax en is tegenwoordig reservedoelman bij PEC Zwolle. Nog altijd draagt hij de stempel blunderkeeper met zich mee, nadat hij als doelman van Go Ahead Eagles afgrijselijk in de fout ging. De tegenstander die middag: Ajax.
De rechtsback: Ruben Ligeon.
De snelle rechtsback haalde het eerste wel, als tweedejaars A-junior. Ligeon verloor echter de concurrentiestrijd met Ricardo van Rhijn en later Kenny Tete, speelde zijn potjes in Jong en werd driemaal verhuurd: aan NAC, Willem II en FC Utrecht. In de zomer van 2016 tekende hij voor vier jaar bij Slovan Bratislava, waar zijn contract een jaar later alweer werd ontbonden. Na vier maanden zonder club te hebben gezeten, tekende hij begin 2018 een contract bij PEC Zwolle. Zijn conditie had hij op peil mogen houden bij Jong Ajax.
De rechter centrale verdediger: Joël Veltman.
De enige speler die op dit moment in de basis staat van het eerste elftal. Sterker nog: Veltman is aanvoerder en kwam negentien keer uit voor Oranje. Achter zijn naam prijken drie landstitels. In het centrum speelt hij allang niet meer en geheel onomstreden is het gewezen talentje van VV IJmuiden niet. Maar wij herinneren ons haarfijn de Europa League-finale tegen Manchester United, waarin Veltman als één van de weinigen een ruime voldoende scoorde.
De linker centrale verdediger: Stefano Denswil.
Gold als een zeer grote belofte nadat hij op 31 oktober 2012 zijn debuut had gemaakt in de hoofdmacht van de Amsterdammers. Maar ergens ging er iets mis met de opvolger van Toby Alderweireld. Na een aantal weifelende optredens werd hij door Frank de Boer op een zijspoor. In januari 2015 liet Ajax Denswil transfervrij gaan naar Club Brugge, hoewel de Amsterdammers wel een percentage van een eventuele verkoop bedongen. Hij speelt nog steeds voor blauw-zwart, hoewel niet altijd meer in de basis.
De linksback: Mitchell Dijks.
Toen de grote linksback in het seizoen 2012/13 door Frank de Boer naar het eerste werd gehaald, leek zijn kostje gekocht. Na een handvol wedstrijden werd Dijks echter uit de basis gespeeld door Nicolai Boilesen, die eindelijk weer eens fit was. Dijks bleek een speler van het predicaat ‘te groot voor het servet, te klein voor het tafellaken’. Verhuurd aan sc Heerenveen en Willem II stond hij zijn mannetje, als back van Ajax zakte hij veelvuldig door het ijs. Vraag dat maar aan Marcel Keizer.
De controlerende middenvelder: Fabian Sporkslede.
Ook een speler waar veel van werd verwacht. Frank de Boer was gek van de middenvelder. Hij brak door in het seizoen 2012/13, acteerde zelfs in de Champions League, maar een lullige voetblessure en een heftige beenbreuk werden hem fataal. Via Jong Ajax en Willem II raakte het gewezen AZ-talentje verzeild bij AS Lupa Castelli in de Lega Pro, het derde niveau van Italië. In de zomer van 2016 keerde hij terug naar Nederland. Inmiddels mag Sporkslede zich in Breda rechtsback van NAC noemen.
De centrale middenvelder: Mats Rits.
Na een serie aan Belgische topverdedigers haalde Ajax in 2011 een middenvelder bij Germinal Beerschot vandaan, het Antwerpse filiaal van de Amsterdammers. Er was eigenlijk niks mis met Rits, ware het niet dat de concurrentiestrijd op zijn positie moordend was. Rits legde het af tegen Christian Eriksen, Theo Janssen, Vurnon Anita en Thulani Serero en keerde terug naar België. Hij speelde inmiddels bijna tweehonderd duels voor KV Mechelen.
De aanvallende middenvelder: Davy Klaassen.
Een van de goalgetters van de A1 groeide in de Arena uit tot één van de meest geliefde spelers van de laatste jaren. De immens populaire Hilversummer, die als jochie met zijn vader tussen de F-side stond, werd afgelopen zomer de op één-na-duurste verkoop uit de geschiedenis van Ajax. Everton betaalde 27 miljoen voor de aanvoerder. Voor Klaassen zelf is de droomtransfer uitgelopen op een nachtmerrie. De international kwijnt al maanden weg op de tribune.
De rechtsbuiten: Lesly de Sa.
De behendige rechterspits werd voor zijn goede spel in de NextGen Series beloond en mocht het van Frank de Boer ook in de Eredivisie laten zien. De Sa bleek in Ajax 1 echter niet het verschil te kunnen maken, waarna hij via het verhuurtraject vakkundig de deur werd uitgewerkt. Na Go Ahead Eagles en Willem II vond ook De Sa zijn weg naar Slovan Bratislava en ook hij was er na een jaar al weer weg. Althans, hij speelt op huurbasis voor FC Oss. Hoewel: De Sa scheurde een kruisband en komt dit seizoen niet meer in actie.
De spits: Rowendy Schoop.
De aanvaller was de eerste speler van het wonderelftal die in Amsterdam mocht vertrekken. Schoop kreeg geen contract aangeboden, probeerde die in Sheffield en Londen tevergeefs te bemachtigen en vond onderdak bij Willem II. Het Tilburgse avontuur was echter van korte duur. Via RKAVV en de amateurs van Ajax kwam Schoop terecht bij zondag eersteklasser VV Nieuwerkerk.
De linksbuiten: Viktor Fischer.
De Deen werd bij Ajax een grotere toekomst voorspeld dan landgenoot Christian Eriksen. De topscorer van de NextGen Series werd gevolgd door alle grote clubs uit Europa. Zijn debuutseizoen in Ajax 1 was veelbelovend. Fischer maakte tien goals in 23 duels, niet slecht voor een achttienjarige. Maar na een slepende hamstringblessure veranderde zijn perspectief in Amsterdam. Na 111 duels en 33 goals vertrok hij naar Middlesbrough, waar hij echter geen potten kon breken. Datzelfde overkwam het bravourmannetje in Mainz. Om uitzicht te houden op het WK tekende Fischer in januari een vijfjarig contract bij FC Kopenhagen.