PSV en Ajax verspeelden drie respectievelijk vijf punten. Paris Saint-Germain en Juventus staan op twee. Borussia Dortmund leverde zes stuks in, alsmede Liverpool – dat daarmee in de rijkste competitie ter wereld nog niet koploper is. Dat is namelijk Manchester City: vier verliespunten. Vreemde eend in de bijt: Spanje, waar de topclubs niet thuisgeven. We gaan iets verder terug, namelijk ELF jaar, om te kijken hoe het in de vijf grote landen en in de Eredivisie ging.
Nederland
2018: 1. PSV 14-39, 2. Ajax 14-37, 3. Feyenoord 14-32
2007: 1. Ajax 14-31, 2. PSV 14-30, 3. Feyenoord 14-29
Nivelleren was in Nederland elf jaar geleden ook een modewoord. En inderdaad, in de donkere weken verloor Ajax met 2-1 op Woudestein en speelde het 2-2 bij VVV-Venlo. PSV nam de koppositie over, maar ook niet zonder accident hier en daar. PSV zou uiteindelijk kampioen worden met 72 punten, Ajax volgde op drie punten achterstand. De moyennes van beide ploegen op dit moment maken dat PSV op koers voor 94 punten ligt en Ajax voor 90. Dat zijn inderdaad uitzonderlijke aantallen, al moet gezegd: in het seizoen 2009-10 begonnen PSV en FC Twente ook waanzinnig sterk. De Eindhovenaren hadden na 25 wedstrijden 65 punten, ook dat is enorm.
Engeland:
2018: 1. Manchester City 15-41, 2. Liverpool 14-39, 3. Tottenham 14-33
2007: 1. Arsenal 15-37, 2. Liverpool 15-34, 3. Man Utd 15-33
De opvallendste outlier van dit seizoen lijkt Engeland. Man City en Liverpool spelen iedere week tegen ploegen die ook voor tientallen, zoniet honderden miljoenen kunnen inkopen, maar zijn allebei nog ongeslagen. Dat lijkt buitengewoon, maar in 2007 was het weinig anders. Ook twee ongeslagen ploegen, zij het met wat meer gelijke spelen. Grappig is dat Arsenal noch Liverpool in de titelrace bleef: Man Utd haalde het op de slotdag net voor Chelsea.
Frankrijk:
2018: 1. PSG 16-44, 2. Lille 16-30, 3. Montpellier 16-29
2007: 1. Lyon 16-37, 2. Nancy 16-32, 3. Bordeaux 16-28
Voor de Franse competitie wordt gevreesd. Alleen de gele hesjes lijken PSG van een overwinning te kunnen weerhouden. Dat is alleen niks nieuws onder de zon voor de Fransen. Saint-Etienne, Bordeaux, Marseille en recent Lyon wonnen ook titels bij de vleet: laatstgenoemde zelfs zes op een rij. PSG pakt dit voorjaar pas de tweede trofee op rij. Neemt niet weg dat het huidige machtsvertoon door de miljarden oliedollars wél ongezien is.
Italië:
2018: 1. Juventus 14-40, 2. Napoli 14-32, 3. Inter 14-29
2007: 1. Inter 14-34, 2. Roma 14-31, 3. Juventus 14-26
Over Italië moeten we ons wellicht écht zorgen maken. Een paar titeltjes op rij kan, het gouden Milan met het oranje trio had er drie. Inter vier, vijf met de omkooppraktijken erbijgerekend, maar kon dat vooral doen omdat de concurrentie op het strafbankje zat. Nu, met de grootmachten uit Milaan en Rome en het herrezen Napoli, zou de competitie spannender moeten zijn. Niet echt: Juventus won zeven titels op rij en kocht dan ook maar even Cristiano Ronaldo. Sjeik gezocht!
Spanje:
2018: 1. FC Barcelona 14-28, 2. Sevilla 14-27, 3. Atlético Madrid 14-25
2007: 1. Real Madrid 14-32, 2. FC Barcelona 24-28, 3. Villarreal 14-28
De koploper van Spanje heeft meer verliespunten dan de koplopers van Engeland, Frankrijk, Italië en Nederland bij elkaar. De Spaanse competitie domineert al jaren het Europese voetbal: misschien is La Liga gewoon de moeilijkste code om te kraken. Wel hebben we een slecht referentiejaar gekozen: normaal hebben de Spaanse topploegen op dit punt van de competitie meer punten. Waarom het nu niet lukt is voer voor analyse.
Duitsland:
2018: 1. Dortmund 13-33, 2. Mönchengladbach 13-26, 3. Leipzig 13-25
2007: 1. Bayern 13-31, 2. Werder 13-30, 3. HSV 13-30
In Duitsland is de code ook gekraakt, maar dan niet zoals gewoonlijk door Bayern München. De Rekordmeister vergat de afgelopen jaren dat een team ouder kan worden en verjongde onvoldoende. De verzadigde groep en de nog wat onervaren Niko Kovac vormen geen droomhuwelijk. Nee, Borussia Dortmund is aan het winnen geslagen en heeft nu al een ruime voorsprong op de rest. Dat belooft nog wat.