Dat zal weinig wenkbrauwen doen fronsen. In 2017 ving Liverpool 45 competitiegoals, met Van Dijk erbij nog 22. Het lijkt wel dat alle goals die er nog invliegen de schuld van een ander zijn. Vorige week nog was Dejan Lovren bij beide treffers de gebeten hond: de Kroaat dekte niet kort bij de 1-0 en stapte ongeveer drie weken te laat bij de 2-1. Van Dijk maakt amper fouten. De enige die we kunnen bedenken, het weggeven van een strafschop tegen Manchester City, werd hem ook nog vergeven toen Riyad Mahrez de penalty kiezelhard de tribune in pegelde. Van Dijk is de vijfde Nederlander in het jaarteam: zij gingen hem voor!
Arjen Robben: 2011 en 2014
De dribbelkoning uit Bedum is twee keer afgevaardigd in dit prestigieuze keurkorps. In alle eerlijkheid begrijpen we alleen de jaartallen van zijn uitverkiezingen niet zo. Oké, 2014, het jaar van de halve finale op het WK met het Nederlands Elftal, waar hij zelf natuurlijk een fraaie rol in speelde. Maar 2011? Een snelle uitschakeling in de Champions League, maar derde in de Bundesliga en natuurlijk geen grote eindronde met Oranje. Nominaties in 2010 en 2013 hadden ons logischer geleken. Eindresultaat is dat de Groninger er twee keer instond, en da’s dikverdiend ook.
Wesley Sneijder: 2010
De Treble met Internazionale en een hoofdrol bij Oranje dat de finale van het Wereldkampioenschap in Zuid-Afrika haalde. Als het voetbaljaar 2010 voor Wesley Sneijder een whisky was, dan was het de allerbeste single malt die de Schotse Hooglanden te bieden heeft. Velen zullen tot hun dood verdedigen dat Sneijder dat jaar zelfs de Gouden Bal had verdiend, die eer moest de Utrechter aan zich voorbij laten gaan. Een plekje in dit elftal kon echt helemaal niemand hem ontzeggen.
Clarence Seedorf: 2002 en 2007
Heeft een erelijst zo lang dat wijlen Harry Mullisch nog ontmoedigd zou zijn om hem helemaal door te spitten. De middenvelder had medio 2002 het lef om Internazionale voor AC Milan te verruilen en werd daarvoor beloond met een plek in de ploeg. Dat flikte hij in 2007 nog een keer, toen hij al niet meer echt in beeld was bij de nationale ploeg. In dat jaar won hij tenslotte zijn vierde en laatste Champions League, dit keer met AC Milan. Een absolute grootheid.
Ruud van Nistelrooy: 2003
Een heuse Van the Mania had Manchester in zijn greep, zo’n vijftien jaar geleden. De Brabander had door fysiek leed nog een jaar geduld moeten hebben, maar toen hij Old Trafford eenmaal betrad stopte hij nooit meer met scoren. In 2003 schoot hij de Red Devils bijna in zijn eentje naar de landstitel na een indrukwekkende inhaaljacht op Arsenal. Het leverde Van Nistelrooy zijn uitverkiezing op in het elftal naast Thierry Henry, zijn rivaal in dienst van de Gunners die in die jaren vaste klant in die ploeg was.