DE DROOMVLUCHT VAN AJAX
Dinsdag 5 maart 2019, 19:30. Aan de poorten van het Bernabéu staat een jochie met zijn vader. Of hij niet naar school moet? “Ajax gaat hier winnen man, tuurlijk niet!” Twee uur later zien we het ventje weer, op zijn gezicht een grijns zo breed als de Amstel. Ook oudere Ajacieden smullen van hoogtijdagen die ze niet hadden gedacht ooit nog te herleven. Een kroniek van de Amsterdamse droomvlucht door Europa!
TEKST: JAN WILLEM SPAANS
FOTOGRAFIE: PRO SHOTS
Het geluk is van de duizenden Ajax-supportersgezichten af te scheppen. De overrompelende 1-4 overwinning in het stadion van Real Madrid is een half uur na afloop nog niet bezonken. Het is ongeveer te vergelijken met een hoofdprijs in de Postcode Loterij winnen terwijl je op vakantie bent: wél de miljoenen, niet met Gaston Starreveld hoeven praten. Niet alleen miljoenen, Ajax won in het Bérnabeu nog wel meer. Miljoenen voetbalharten heeft Ajax na deze demonstratie veroverd. De ploeg wint terrein voor zichzelf én voor Nederland op de UEFA-ranglijsten. En, nog het belangrijkste: het prachtige Europese avontuur kent nog minstens twee stops.
13 juli 2018, Olympisch Stadion, Amsterdam. Ajax – Anderlecht 1-3
“Sturm Graz moeten we kunnen hebben” – Maximilian Wöber
Soms blijkt pas na afloop de symboliek. Ajax oefent in het Olympisch Stadion, waar hele volksstammen Ajacieden hun gelukkigste momenten kenden. Noem een Europese topclub en bijna zeker heeft Ajax die in de jaren ’70 of ’90 eens uit de olympische arena in Amsterdam-Zuid gespeeld. Vaders en grootvaders fietsen op deze dag (lekker warm, niet zo verzengend heet als de rest van juli) met hun kroost over de Stadionweg. Mijmerend over hun eigen stukjes voetbalhistorie, tot irritatie van alle Ajacieden die beelden uit 1995 hooguit van televisie kennen. Hebben zij weer. Papa’s zien Marc Overmars en Edwin van der Sar vrij rondlopen, sluiten de ogen en zien Bayern München uit het stadion worden geveegd. Kinderen zien twee veertigers in pak. De directie van Ajax in de 21e eeuw, een club die in de Champions League geen rol meer kan spelen. En dan tegen Anderlecht. De grootste club van Nederland tegen de grootste club van België, maar beide clubs speelden in het vorige seizoen niet eens serieus om de landstitel mee. De sfeer is prettig, de uitslag niet boeiend (1-3 voor Anderlecht). Het treffen is een opwarmertje voor Ajax’ tweeluik met Sturm Graz, de eerste Europese horde. Niemand vermoedt op dat moment dat dit het seizoen is dat Ajax op het hoogste niveau weer opstaat. Omdat Wöber het net gezegd heeft, wil Donny van de Beek tegenover ELF Voetbal ook nog wel even bevestigen dat de Oostenrijkers te pakken moeten zijn.
14 augustus 2018, Johan Cruijff ArenA, Amsterdam. Ajax – Standard Luik 3-0
“Zo kunnen we iedereen pijn doen” – Dusan Tadic
De messen zijn al vroeg geslepen. Ajax verliest tegen Standard Luik de concentratie en verlaat Sclessin zo niet met een riante 0-2, maar met een licht zorgwekkend 2-2 gelijkspel. Om optimaal te beginnen tegen de Waalse vechtmachine besluit trainer Erik ten Hag wat vaste waarden rust te geven tegen Heracles Almelo. Prompt stelen de Heraclieden een puntje uit de Johan Cruijff ArenA, voor de tweede jaargang op rij verpesten zij de Eredivisie-ouverture van Ajax. De Tukker lijkt op Koning Midas met de ziekte van Parkinson: wat hij aanraakt verandert in principe in goud, soms is het dan alleen al uit zijn trillende vingers gekletterd. Om toepasselijkerwijs een belgicisme te stelen: tegen Standard is het ‘van moeten’. En dat tegen een vervelende ploeg. Hoe vaak was Ajax niet al gestruikeld over kwalitatief beperkte ploegen die vochten tot het uiterste? Niet vanavond. Ajax swingt en voetbalt de ploeg van Michel Preud’homme, voormalig plaaggeest van Ajax, via het kastje en de muur terug de bus en de Europa League in. Net als bij de vorige geslaagde CL-voorronde in 2010 is Dinamo Kiev de laatste horde richting de miljoenen.
2 oktober 2018, Allianz-Arena, München. Bayern München – Ajax 1-1
“We kunnen eerste of tweede worden” – Noussair Mazraoui
Jonge flankverdedigers zijn voor ervaren topploegen doelwitten zoals loszittende moeren en bouten dat zijn voor hooligans. Real Madrid dook na het uitvallen van Mohamed Salah in de Champions League-finale vol op Trent Alexander-Arnold. Ten Hag wist meer dan de meeste mensen hoe diep het bad was waar hij Mazraoui ingooide. Zelfs de beste verdedigers ter wereld willen nog wel eens verzuipen in de Allianz-Arena. Ten Hag, op wie de kritiek in sommige media iedere vorm van rede voorbij is, durft het aan met de jongeling. En of de coach gelijk krijgt! Na de, door matig Grieks weerwerk, wat lauwe ouverture is het nu een heus voetbalfeest in München. Ajax doet in Beieren voor het eerst echt de jaren ’90 herleven door bij een Europese topploeg zonder schroom de aanval te kiezen. Met de 1-1 eindstand, bereikt door een prachtgoal van Mazraoui, komen hooguit de Duitsers goed weg. Twee goede resultaten bieden Ajax uitzicht op overwintering in de Champions League. De variant met Tadic als valse spits blijkt een weg naar uitstekend veldspel. Uitblinker Mazraoui is na afloop vol vertrouwen. “Als we zo blijven spelen, zie ik niet in waarom wij niet eerste of tweede worden in deze groep.”
27 november 2018, Olympiako Stadio Spyros Louis, AEK Athene – Ajax 0-2
“Erik moet een liedje zingen, hi, ha, ho” – Supporters na afloop
Lasse Schöne heeft gelijk als hij het na afloop in Athene over ‘Hollands gezeur’ heeft. AEK kon er dan wel niks van, Ajax heeft twee keer overtuigend van de Grieken gewonnen en hield zich tegen Bayern en Benfica meer dan staande. Dan ben je verdiend door naar de knock-outfase, voor het eerst sinds 2005. De grote investeringen hebben zich uitbetaald, in zowel financieel als sportief opzicht. Het is amper voor te stellen dat het een half jaar geleden was dat woedende ‘supporters’ de spelersbus belaagden en trainer Ten Hag ten grave werd geschreven. Marc Overmars steunde zijn trainer, voorzag hem van een kwaliteitsimpuls en had het geluk dat er geen bepalende spelers vertrokken. Ook hij loopt glunderend door de Griekse hoofdstad. Ten Hag kan zijn trots na afloop amper verbergen. “We hebben ervan genoten, en dat hebben we verdiend. In de hele Europese campagne hebben we tot nu toe een geweldige prestatie geleverd, maar we willen nog meer.” Meer willen is ook een kenmerk van de veeleisende en kritische Ajax-aanhang. Dit keer verlangen ze geen uitleg over een wissel of omzetting, nee, Erik moet een liedje zingen. Ze kunnen gerust zijn: Erik zingt Ajax-liedjes mee op weg naar de kleedkamer. De tegenstander in de volgende ronde liegt er niet om. Real Madrid, winnaar van de vorige drie edities, is de opponent.
5 maart 2019, Santiago Bérnabeu, Real Madrid – Ajax 1-4
“Het is 1-4. Één – vier! Nu moet Real er honderd maken!” – Sierd de Vos
In alle euforie slaan supporters nog wel eens de plank mis. ‘Mijn Stad’ van Danny de Munk is een mooi liedje, maar de zeker zo’n vijfduizend Ajacieden in Madrid die van haat in de straat reppen hebben daar de verkeerde avond voor uitgekozen. Ajax verspreidt in Bérnabeu het evangelie van de liefde. De passeerbeweging van David Neres. De pirouette van Tadic. De lichaamsschijnbeweging van Frenkie de Jong. Het afmaken van Hakim Ziyech. Zet het kwartet op een zebrapad op Abbey Road en geen mens heeft het nog over die jongens uit Liverpool. Ajax bereikt in de Spaanse hoofdstad het ultieme. Een grote, vreedzame schare supporters vermaakt zich op de grote Madrileense pleinen. Geen rottigheid, geen verwachtingen ook, na de 1-2 nederlaag in eigen huis. Zodra de Nederlandse delegatie in het uitvak, maar ook verspreid over de thuistribunes van het kolossale stadion is gaan zitten, begint een voorstelling.
Rood-witte voetbalshow
Uitgerekend Real Madrid is de tegenstander, de ploeg die groot werd onder de vleugels van het regime van Franco en daaraan de opvatting overhield dat alles te koop is. De ploeg die al jaren berekendheid en cynisme predikt. Waar Sergio Ramos ontbreekt door een bewuste schorsing. Dat is een truc die Real in 2010 ook al in Amsterdam flikte: er pakten vlak voor tijd twee Madrilenen expres rood. Zo misten ze de laatste, onbelangrijke, groepswedstrijd en begonnen ze in de knock-outfase met een schone lei. Ramos deed hetzelfde bij een 1-2 voorsprong: hij pakt expres geel en mist de return. Nou ja, op het veld dan: in zijn eigen skybox is Amazon hem aan het filmen voor een documentaire over de notoire schopper.
Op het veld loopt het alleen allemaal anders. Ajax overleeft de eerste aanvalsgolf van Madrid en komt in zijn eerste uitbraak aan een prachtig doelpunt van Ziyech. De balkunstenaar uit Dronten steekt hooguit een klein vlammetje aan. Het tot dan toe achterover leunende publiek gaat ietsje naar voren. Toch verwacht niemand wat er een kwartier later gebeurt: ineens steekt Neres het hele Bernabéu in de fik. De Braziliaan heeft Dani Carvajal dan al met een weergaloze actie op de achterlijn gereduceerd tot een hulpeloos hoopje mens. De Braziliaan heeft nu ook 0-2 gemaakt, na een adembenemende pirouette van Tadic. In het huis van Zidane nog wel. Kort na elkaar vallen dan ook nog vleugelaanvallers Lucas Vázquez en Vinicius Júnior geblesseerd uit. Op het schermpje waarvan iedere journalist is voorzien zijn hun tranen te zien. De ronduit giftige ontvangst voor invaller Gareth Bale voorspelt weinig goeds voor de thuisploeg. De supporters van Real, gewend aan het winnen van dit toernooi, zijn ronduit verontwaardigd met de ruststand van 0-2.
Fortes fortuna adiuvat. Het lot helpt de dapperen. Het oordeel in de rust luidt dat Ajax zich niet moet verschansen. Ze piekeren er niet eens over. De Ajax-show gaat onverminderd voort met een schitterende derde goal. De VAR-beelden lijken door een hogere macht hun bruikbaarheid te hebben verloren: na een veelvoud herhalingen is nog niet te zien of Mazraoui de bal echt binnenhield. De arbitrage kan niet anders dan de treffer goedkeuren, een rechtse hoek op de kin van de Spanjaarden. Waar de neutrale toeschouwer en misschien zelfs de meeste Ajax-supporters bij 0-2 nog vooral dankbaar waren dat de Amsterdammers er een wedstrijd van konden maken, is het besef nu dat een stunt volledig reëel is. Marco Asensio, weer hij, brengt Real nog 1-3, maar zelfs dat levert Real geen momentum op. Nee, als dit Real voor Koninklijk moet doorgaan, doen ze nog het meest denken aan Karel II, de behekste Spaanse koning die amper kon lopen. Binnen de kortste keren ligt ook de 1-4 in het mandje, een fenomenale vrije trap van Schöne. Sierd de Vos brult dat Real er nu ‘honderd moet maken’, waarmee hij de zaak treffend overdrijft: dit is klaar. Het zijn woorden die over vijftig jaar nog zullen weerklinken. Al op de tribune zijn de Nederlanders zich ervan bewust dat ze getuige zijn van iets historisch, terwijl de tijd wegtikt. Dan het laatste fluitsignaal.
Volledig ongeloof
De Madrilenen geven Ajax een open doekje, daarna begint de Spaanse inquisitie. Op weg naar de uitgang scandeert de meute de naam van José Mourinho. Een verslaggever van één van de tientallen sportkranten maakt een gebaar van keel doorsnijden en telt op zijn vingers Solari, Bale y Courtois als slachtoffers. Na afloop verschijnt Luka Modric als een van de weinige Madrilenen in de mixed zone, zijn houding vluchtig alsof hij niet ’s werelds beste voetballer is maar een schooljongen met een slecht rapport. In een hoekje van de enorme interviewzone staan Ajacieden, haast beduusd van hun eigen prestatie. Tadic legt uit waarom hij zo lastig te bespelen is als valse spits. “Tegenstanders hebben er moeite mee dat er zoveel beweging in mijn spel zit. Zo breng je ze altijd aan het twijfelen. We maken onze supporters trots, maar we willen meer”, waarschuwt de Serviër. Tegen wie, dat maakt niet uit, zo beweert Ziyech. “We zien wel”, spreekt de maker van de 0-1. Ach, wat hebben ze ook te vrezen?
Als ongeloof net zo milieuvervuilend was als kerosine, had de ozonlaag boven Madrid 5 maart 2019 niet overleefd. De barretjes rondom het stadion zijn gevuld met Nederlanders, velen kunnen amper een woord uitbrengen en houden het bij liedjes zingen. Het is een nacht die nooit op hoeft te houden, volgend op een avond met eeuwigheidswaarde, een avond waarop heel Europa Ajax weer in de armen sloot. De enigen die furieus moeten doorwerken zijn de redacteuren van het arsenaal aan sportdagbladen. De volgende ochtend rond 11:00 is in geen enkele kiosk in heel Madrid het dagblad MARCA nog te krijgen. Opvallend vaak zien we de krantjes onder de glazige gezichten van mensen die wel verdacht lang zijn om voor Spanjaard door te kunnen gaan. De lezers dragen ook vaak een beeltenis van een Griekse held op hun borst. De krant als souvenir aan een gedenkwaardige etappe in wat we, om in mythologische termen te blijven, een wonderschone odyssee mogen noemen.
BELLEN MET DAVID ENDT
Anderhalve week na de triomftocht werd bekend dat Juventus de volgende horde is voor de troepen van Ten Hag. Net als tijdens de vorige kwartfinale, in 2003, is dus een Italiaanse grootmacht de tegenstander. We spraken David Endt, gewaardeerd kenner van zowel Ajax als het Italiaanse voetbal, over 2003 en 2019. In tegenstelling tot de huidige campagne, beleefde Endt die van 2003 nog in dienst van de Amsterdammers.
Dieven in de nacht
“Ik zit er niet meer met mijn neus bovenop, maar heb wel mijn neus aan het venster”, verklaart hij zelf. In hoeverre zijn de beide ploegen vergelijkbaar? “Nou ja, het waren allebei jonge ploegen, maar wel anders van samenstelling. Je had veel jonge, buitenlandse spelers. Zlatan, Maxwell, Jelle van Damme, Steven Pienaar. Het was een groot pak jongens van buitenaf. Niemand maakte daar een probleem van, want ze wonnen. De ploeg van nu is meer ervaren: Daley Blind, Klaas-Jan Huntelaar, Tadic, ook Nicolás Tagliafico heeft een en ander meegemaakt. Ik denk dat deze ploeg meer ervaring heeft. In 2003 was Jari Litmanen de man die ervaring moest brengen, maar hij was traditiegetrouw blessuregevoelig.”
Als we Endt vragen naar zijn favoriete wedstrijd uit die campagne van 2003, lijkt het wel alsof er een snoepwinkel dwars door de telefoonverbinding valt. Naadloos lepelt hij herinneringen op over uitwedstrijden bij Arsenal, AS Roma en Valencia. “De technische staf, Ronald Koeman, Tonnie Bruins Slot en vooral ook Ruud Krol kon de ploeg in Europa met hun ervaring naar een hoger niveau tillen, dat was fascinerend om te zien. Ik weet nog een mythische wedstrijd tegen Valencia, waar we volledig ondersteboven werden gespeeld. Met kunst- en vliegwerk hielen we vol. Andre Bergdölmo verwachtte een fluitsignaal en pakte de bal in zijn handen, in zijn eigen zestien. Gelukkig begreep de scheidsrechter de situatie en gaf hij een vrije trap. Joey Didulica keepte met doodsverachting de wedstrijd van zijn leven. Diep in de tweede helft kwamen we op 0-1 door Zlatan. Alsof we dieven in de nacht waren, die een grote roof hadden beraamd. Gelukkig, want het was gerechtigheid, maakte Valencia nog gelijk.”
Een wedstrijd zoals in Madrid, die zat er niet bij, menen we ons te herinneren. “Klopt, de wedstrijden waren vooral strijd. Juist in de kwartfinale tegen AC Milan leek alles goed te lopen. Daar hadden we het meest controle. Dat bouwde een soort euforie op, die een beetje tegenwerkte. Litmanen, het metronoom, gaf het ritme aan. Hij riep tegen Zlatan dat hij zijn acties niet moest overdrijven. Juist toen hij dat vergat, verloor hij de bal en dat was de indirecte aanleiding tot de 3-2. Dat was een nachtmerrie, omdat we zo goed speelden. Bij Olympique Lyon, Roma, Arsenal en Valencia kraakte het schip aan alle kanten”, memoreert Endt. Snapt hij waarom het daarna zestien jaar moest duren voordat Ajax nog eens de kwartfinale haalde?
Geluk, obsessie en illusie
“Sommige dingen hebben te maken met een beetje geluk of pech. De eerste jaren na zo’n kwartfinale sta je er niet zo bij stil als je misschien de achtste finale bereikt. Pas als de jaren gaan tellen kom je tot het besef hoe waardevol zo’n kwartfinale is. Tussendoor ben je daar niet mee bezig, dan wil je vooral die prestatie herhalen. Er zit wel een finale tegen Manchester United in, die dezelfde waarde kan hebben. Na de triomf in de jaren ’90 leeft een club als Ajax met het idee ‘wij horen bij de laatste vier’, maar dat besef lijdt aan erosie. Het team van 2011, 2012 is qua compositie vergelijkbaar met het huidige. Waarom het dan niet lukt weet ik ook niet. Nu hebben ze een paar mensen in de as die bepalen hoe er gespeeld wordt. Blind wordt altijd verguisd, maar hij is in zijn beslissingen zeer prominent. Van Tadic had ik niet verwacht dat hij zich in het veld als leider zou manifesteren, dat is een verrassing. En we hebben een goede keeper. En weet je, de sterren moeten ook goed staan, het moet een beetje meezitten. Je kunt bij Bayern en Benfica ook verliezen, maar het valt net goed. Dat is misschien de magie van voetbal, dat het geluk je even toelacht.”
Is er in de kwartfinale tegen Juventus dan ook geluk nodig? “Je hebt het geluk nodig dat Juventus minder is dan ze kunnen. Die kans is reëel, denk maar aan Atlético Madrid – Juventus, waarin ze met 2-0 afgaan en niet domineren. Dat geeft je ook een beetje moed, er zijn kansen. Je moet zelf altijd top zijn. Het momentum kan je tillen, dat is ook een kwaliteit: dat het niet een gewicht wordt, maar dat je er juist onbevangen ingaat. Je moet vervolgens maar zien wat het oplevert. Je moet hopen dat Juventus steekjes laat vallen. Er zitten volgens mij wel een paar elementen in die ploeg die je pijn kan doen, als je gedurfd speelt. De halve finale moet geen obsessie zijn, maar een illusie. Een obsessie is verkrampend en een illusie is een droom.”