Maarten Stekelenburg
Nadat Edwin van der Sar in 2008 stopte als international waren de zorgen groot. Met Van der Sar stopte één van de beste Nederlandse keepers aller tijden met het spelen bij Oranje. Zijn opvolger was Maarten Stekelenburg die bij Ajax redelijk presteerde. Op het WK van 2010 waren de twijfels voor goed verleden tijd. De doelman was de grote uitblinker in de kwartfinale tegen Brazilië en maakte ook in de andere duels indruk. Des te vreemder was het dat zijn loopbaan daarna achteruit holde. Jasper Cillessen streefde hem voorbij bij Oranje en na mislukte avonturen bij onder andere AS Roma, Fulham en Monaco is Stekelenburg inmiddels tweede keeper bij Everton.
Gregory van der Wiel
Rechtserachter Gregory van der Wiel was eveneens speler van Ajax tijdens het WK 2010. In tegenstelling tot Stekelenburg volgde hij geen gerenommeerde naam op. Sterker, het was jaren geleden dat er met Michael Reiziger een solide rechtsback in het Nederlands Elftal speelde. De 22-jarige Van der Wiel presteerde prima in Zuid-Afrika. Verdedigend presteerde hij stabiel en aanvallend was hij van waarde. Maar vervolgens ging het net als bij Stekelenburg steeds minder. Na een prachtige transfer naar PSG liepen avonturen bij Fenerbahce en Cagliari op niets uit. Inmiddels voetbalt hij alweer een jaar jaar in Canada.
John Heitinga
Hoewel John Heitinga tijdens het WK van 2010 'nog maar' 26 was, had hij al flink wat grote toernooien op zijn naam staan. Hij was met het Nederlands Elftal als basisspeler geweest op d eindronden in 2004, 2006 en 2008. De verdediger werd namelijk al jaren gezien als een grote belofte. Die belofte leek hij te gaan inlossen met een mooie transfer bij Atletico Madrid, een goede start bij Everton en een goed WK. Maar uiteindelijk belandde hij bij Everton op het tweede plan.
Joris Mathijsen
Zijn partner in de verdediging was de vier jaar oudere Joris Mathijsen die onder Marco van Basten international was geworden. Van Marwijk gaf het tweetal al lange tijd vertrouwen en dat bleek terecht. De twee bleken complementair aan elkaar en Mathijsen loste zijn gebrek aan snelheid op door slim positie kiezen. Na een mooie tijd bij HSV ging het snel minder met de verdediger en na het EK van 2012 werd hij niet meer geselecteerd als international.
Giovanni van Bronckhorst
Er waren onder de kenners twijfels over Giovanni van Bronckhorst. Ze vonden dat de linksback over the hill was en achtten hem daardoor verdedigend niet sterk genoeg. Maar de aanvoerder snoerde alle criticasters de mond, speelde een geweldig toernooi en schoot het Nederlands Elftal in zijn één na laatste wedstrijd als profvoetballer op geweldige wijze naar de WK-finale. Het was een mooie bekroning van een prachtige loopbaan die hem langs onder andere Feyenoord, Glasgow Rangers, Arsenal en FC Barcelona had gebracht.
Nigel de Jong
Omdat de verdediging qua namen werd gezien als de zwakste Oranje-linie, besloot Van Marwijk met een blok van twee controleurs te gaan spelen. Eén van de controleurs was Nigel de Jong. De kiezelharde controleur van Manchester City liet in de WK-finale zien uit welk hout hij gesneden was. De Jong kon uitdelen, maar was eveneens een prima voetballer en was daardoor een belangrijke kracht bij het succesvolle Nederlands Elftal. Dat was hij vier jaar later onder Louis van Gaal opnieuw.
Mark van Bommel
Zijn compagnon op het middenveld was Mark van Bommel. Hij was door persoonlijke problemen met Van Basten enige tijd verbannen bij de nationale ploeg, maar keerde onder zijn schoonvader weer terug. De wereldtopper van Bayern München zorgde voor balans in elftal en was daarnaast ook een echte leider. Het was dan ook niet gek dat hij tot aanvoerder werd benoemd nadat Van Bronckhorst stopte met voetballen.
Arjen Robben
Heel Nederland was in shock toen Arjen Robben in de uitzwaaiwedstrijd tegen Hongarije met een ogenschijnlijk zware blessure uitviel. Het acht uur journaal opende zelfs met het nieuws dat de buitenspeler het WK zou gaan missen. Maar dankzij de behandelingen van fysiotherapeut Dick van Toorn en de enorme wil van Robben zelf kon hij toch mee doen. In Zuid-Afrika was hij niet te stoppen en schoot hij Oranje bijna naar de wereldtitel. Vier jaar later was hij nog beter en leidde hij zijn land naar de halve finale.
Wesley Sneijder
De absolute wereldster van het Nederlands Elftal op het WK 2010 was Wesley Sneijder. De kleine spelmaker was de dirigent bij het Internazionale dat de Champions League won. Die rol vervulde hij ook bij Oranje en met veel succes. Hij werd mede-topscorer van het toernooi, schonk Robben dé kans op de wereldtitel. Volgens vrijwel de hele voetbalwereld had hij in 2010 de gouden bal moeten winnen.
Dirk Kuyt
Hoewel Dirk Kuyt geen onderdeel was van 'de grote vier', was hij grote waarde op het WK. De Katwijker verdrong Rafael van der Vaart uit de basis en speelde volledig in dienst van het elftal. In 2010 was dat als aanvaller, vier jaar later was de als vleugelback. Zijn enorme instelling en kwaliteiten zorgden ervoor dat hij bij volksclubs als Feyenoord en Liverpool een absolute clubheld werd. Met een hattrick in de kampioenswedstrijd kreeg Kuyt in 2017 een prachtig afscheid bij de Rotterdammers.
Robin van Persie
In de spits stond met Robin van Persie Nederlands topscorer allertijden. Ondanks het feit dat Klaas-Jan Huntelaar hem in de nek hijgde, kwam de Rotterdamse creatieveling tot het ongelofelijke aantal van vijftig doelpunten. Hij werd bij Arsenal aanvoerder, maakte Manchester United bijna in zijn eentje kampioen en liet in zijn nadagen bij Feyenoord zien nog altijd een fantastische techniek te hebben. Op het WK 2010 was hij met doelpunten en assists van minder grote waarde dan gehoopt, maar in het meevoetballen was Van Persie erg belangrijk.