Op clubniveau gaat het Jill Roord voor de wind, daar ze na twee jaar Bayern München komend seizoen de clubkleuren van Arsenal mag verdedigen. Bij Oranje wil haar carrière nog niet écht van de grond komen. Bondscoach Sarina Wiegman kan niet vaak genoeg benadrukken dat Oranje meer dan elf basisspelers heeft, maar die kan ze natuurlijk niet allemaal tegelijk opstellen. Roord is wedstrijd na wedstrijd het kind van de rekening. Tegen Nieuw-Zeeland werd ze dit WK de held toen ze, uiteraard als invalster, in blessuretijd de 1-0 binnenkopte. Iedere invalbeurt laat Jill Roord zien dat er eigenlijk geen reden is om haar op de bank te houden. Een situatie die doet denken aan die van Donny van de Beek bij Ajax, eerder dit jaar.
In tegenstelling tot Roord begon Van de Beek wél met een basisplaats, maar die verloor hij. Een overvloed aan basiswaardige aanvallers maakte dat Erik ten Hag een tijd lang koos voor een andere invulling van de nummer tien-positie. Tijdens invalbeurten liet Van de Beek vervolgens zien dat hij absoluut in de basis hoorde en uiteindelijk kon Ten Hag niet meer om hem heen. Ajax paste de speelwijze aan, aan Van de Beek en de puzzel was compleet.
In de laatste wedstrijd van Oranje tegen Zweden (1-0) vielen de puzzelstukjes eveneens in elkaar. Een noodgedwongen wissel van Lieke Martens zorgde ervoor dat bondscoach Wiegman Roord inbracht. Daniëlle van de Donk ging linksbuiten spelen, zodat Roord haar vertrouwde plek op het middenveld kon innemen. Direct zag je haar impact. Aan werklust heeft het nooit gelegen op het middenveld van Oranje, maar wel aan power. Dat brengt Roord met zich mee, evenals duelkracht, een goede techniek en, zoals ze eerder dit WK dus heeft bewezen, scorend vermogen. Opvallend dat ze ook hierin overeenkomsten toont met Donny van de Beek, maar dat terzijde. Met een wederom sterke Lineth Beerensteyn op de plek van Shanice van de Sanden speelde Oranje geen geweldige, maar wel een solide tweede helft en verlenging.
Gezien het zwakke toernooi van zowel Lieke Martens als Shanice van de Sanden, is het geen gekke optie om de finale te betreden met de in de vorige wedstrijd doorgevoerde wisselingen. Jill Roord domineert op het middenveld, terwijl Daniëlle van de Donk en Jackie Groenen onmisbaar zijn in het spel van de regerend Europees Kampioen. Net als Erik ten Hag bij Donny van de Beek kan Sarina Wiegman nu écht niet meer om Jill Roord heen. Het zijn beiden voetballers met specifieke kwaliteiten, waar een elftal op aangepast dient te worden. De finale is hét moment om Oranje definitief aan te passen op Jill Roord.