De aanval van PSV heeft afgelopen zomer een flinke metamorfose ondergaan. Luuk de Jong en Hirving Lozano vertrokken naar respectievelijk Sevilla en Napoli en daarvoor kwamen drie spelers terug: Bruma, Ritsu Doan en Kostas Mitroglou. Maar met Cody Gakpo, Mo Ihattaren en Donyell Malen had PSV de gewenste opvolgers grotendeels al zelf in de geleden. Hoewel Mitroglou qua spel meer op De Jong lijkt, heeft Malen van begin af aan zijn kans met beide handen aangegrepen. Zijn cijfers dit seizoen zijn werkelijk indrukwekkend: zeventien doelpunten en vijf assists heeft hij al achter z’n naam over alle competities gezien.
Keuken Kampioen Divisie
Malen gold in de jeugd bij Ajax als een speler met absoluut de potentie om het tot het eerste elftal te schoppen. Ter vergelijking: op De Toekomst zagen ze meer in de Wieringer dan in Kasper Dolberg, die onder Peter Bosz een geweldig debuutseizoen kende. Malen koos echter een andere weg. Hij ging niet via de geleidelijke weg, maar via de snelle. Bij Arsenal maakte Malen desondanks ook 'gewoon' indruk en had Arsène Wenger oog voor de razendsnelle Noord-Hollander. Eén probleem: hij kon de stap in fysiek opzicht nog niet zetten. Arsenal Onder-23 was fysiek nog te zwaar, terwijl de Onder-19 een te laag niveau was voor Malen.
PSV bood twee jaar geleden uitkomst en maakte het mogelijk voor Malen om terug te keren naar Nederland. Toentertijd werd dat voor kennisgeving aangenomen, maar met de kennis van nu blijkt dat een gouden zet te zijn geweest van PSV. Via de Keuken Kampioen Divisie bouwde Malen een goede reputatie op. Rik Elfrink, clubwatcher van het Eindhovens Dagblad, over zijn seizoen op het tweede niveau. “Malen had het in het begin van 2017 vrij lastig bij Jong PSV, maar hij had het wel nodig. Toen hij in november tegen Telstar twee goals maakte, is zijn carrière volledig gelanceerd.”
Die lancering is nog steeds gaande. De snelle weg is uiteindelijk toch een redelijk geleidelijke weg geworden. Een jaar Keuken Kampioen Divisie werd opgevolgd door een jaar Eredivisie als vaste invaller. Het eerste jaar onder Mark van Bommel leverde Malen 31 wedstrijden, tien doelpunten en vier assists op. Aan die productie is hij dit seizoen inmiddels al gekomen, waardoor dit jaar als een lancering in de lancering geldt. Net zoals hij in zijn spel op volle snelheid nog een versnelling in de sprint heeft. Met zijn goede invalbeurt namens Oranje in en tegen Duitsland is zijn doorbraak definitief. Waarin zit het grote verschil met vorig seizoen?
En weer een goal
Aantal schoten
Allereerst natuurlijk in zijn productie, maar we nemen Malens cijfers via Whoscored.com onder de loep. Haast vanzelfsprekend schiet Malen dit seizoen vaker richting doel, want hij staat immers geposteerd als centrumaanvaller. Toch zijn de verschillen significant, want Malen schiet dit seizoen gemiddeld 4.3 keer, terwijl dat vorig jaar slechts 1.3 keer was. Hoewel hij uiteraard een stuk minder speelminuten kreeg, was dat relatief weinig. Daarnaast dribbelt hij dit seizoen beter en geeft hij eveneens meer sleutelpasses.
Desondanks zijn er ook onderdelen die om verklaarbare redenen achteruit zijn gegaan. Nu Malen in de as speelt heeft hij een stuk vaker balverlies, ook door een slechte balcontrole. Voetbal kan zo simpel zijn, want Malen komt daarnaast dit seizoen ook simpelweg vaker in balbezit en heeft meer mogelijkheden om iets goeds met de bal te doen. Kortom, Malen is een absoluut toptalent dat dit vorig jaar ook al in z’n mars had.