“Waar hij ook zit het blijft toch mijn kleine neefje”, vertelt Dalian Maatsen, die in zijn jeugdjaren uitkwam voor onder meer Feyenoord. “Het is niet zo dat ik hem niets meer kan leren, omdat hij nu voor Chelsea voetbalt. Ik wil een beetje waken voor wat er met mezelf is gebeurd. Niet dat hij gaat denken: het komt wel. Hij denkt gelukkig ook niet op die manier en heeft inmiddels gedebuteerd voor het eerste van Chelsea in een bekerwedstrijd. Ik hoef hem eigenlijk niet zoveel meer te vertellen.”
Ian Maatsen debuteerde in de EFL Cup tegen het nietige Grimsby Town en maakte ook deel uit van de selectie van Oranje Onder 17, dat Europees kampioen werd en het tot de halve finale schopte op het wereldkampioenschap in Brazilië. “Op Transfermarkt.nl staat dat Ian mijn broertje is, maar dat klopt niet. Neemt niet weg dat ik vroeger veel met hem voetbalde, ondanks dat we acht jaar schelen. Hij kon op jonge leeftijd al goed voetballen en wilde soms meedoen met toernooitjes die we op straat speelden. Daar deden ook volwassen mannen mee, dus dan hielden we hem toch langs de kant.”
Pedro
Pedro
Op het moment van die toernooitjes speelde Ian in de jeugd van Sparta Rotterdam. “Eerst speelden we beiden bij Feyenoord. Toen zag ik hem regelmatig spelen, maar vroeg ik me nog wel af welke kant het op zou gaan. Op dertienjarige leeftijd ging hij van Sparta naar PSV en toen zag ik wel: mijn neefje kan een topper worden later. Nu zullen meer mensen dat denken, want dat hij op zeventienjarige leeftijd heeft gedebuteerd voor Chelsea zegt natuurlijk wel iets.”
Voor de wedstrijd tegen Grimsby Town deelde de Vlaardingen de kleedkamer met onder anderen Marcos Alonso, Jorginho, Christian Pulisic, Pedro en Tammy Abraham. “Hij beschrijft soms hoe die jongens zijn. Ik denk dan wel: je zit toch maar mooi in de kleedkamer met gasten als Pedro, Kanté en Giroud. Hij blijft dat ook bijzonder vinden, maar het wordt natuurlijk wel steeds normaler voor hem. Helaas heb ik hem pas eenmaal opgezocht in Londen. Het komt helaas nooit uit met mijn eigen schema.”
Ian speelt namelijk meestal op vrijdagen en dinsdagen. “Dan zat ik soms te kijken op internet om een wedstrijd van hem te combineren met een wedstrijd van het eerste van Chelsea. Dat lukte helaas niet. Maar als hij zo doorgaat dan kan ik hem nog vaak bezoeken in Engeland. Alleen of hij nu basisspeler wordt in het eerste of niet; hij blijft altijd mijn acht jaar jongere neefje. Ik zal hem niet snel op handen gaan dragen en zou hem bij wijze van spreken nog een tik kunnen geven om hem tot de orde te roepen.”