2019: Tottenham Hotspur is kansloos
Al binnen de minuut lokt Sadio Mané een strafschop uit. Mohamed Salah schiet Liverpool in Madrid in de tweede minuut op voorsprong tegen Tottenham Hotspur. De ploeg van Mauricio Pochettino is in een povere finale vervolgens niet in staat om de Reds open te breken. Een tweede treffer van Divock Origi maakt dat de eerste finale van de Spurs in mineur eindigt. Nooit waren ze écht in de buurt. Een tweede kans lijkt ver weg.
2008: John Terry faalt wanneer het écht niet mag
In 2008 kon Chelsea eindelijk eens een halve finale van Liverpool winnen. Roman Abramovich was op het randje van zijn droom. In zijn thuisland Rusland stond enkel Manchester United nog in de weg. In een leuke pot werd het 1-1 door goals van Cristiano Ronaldo en Frank Lampard. In de penaltyreeks had Chelsea machpoint toen John Terry naar de stip liep. De aanvoerder gleed uit. Van der Sar pakte er nog eentje van Nicolas Anelka en United won in Moskou. zijn derde CL-beker. De fans zingen er nog over. En terecht. Chelsea nam in 2012 revanche.
2006: Finale in de kiem gesmoord
Had de kroon op het werk van misschien wel onze nieuwe bondscoach Arsène Wenger moeten zijn. Ook voor hem in zijn thuisland, want in Parijs keek Arsenal FC Barcelona in de ogen. De arbiter verknalde de finale door een overtreding van Jens Lehmann met rood te bestraffen in plaats van het daarop volgende doelpunt van Ludovic Giuly goed te keuren. Arsenal kwam toch op 0-1 via Sol Campbell, maar moest het hoofd buigen na goals van Samuel Eto'o en Juliano Belletti. De Gunners wachten nog op een tweede kans.
2004: Special One dompelt prinsdom in rouw
Het Champions League-seizoen 2003-04 was een bijzonder leuke editie vol verrassingen. AS Monaco was via een groepsfase met onder meer PSV en daarna knock-outzeges op Lokomotiv Moskou, Real Madrid en Chelsea tot de finale gekomen. In de Arena AufSchalke wachtte FC Porto, de ploeg van José Mourinho. Het ging aanvankelijk gelijk op, maar toen Giuly uitviel zonk het Franse schip en won Porto met 3-0. Monaco was nog eens in de buurt van een finale, maar strandde toen nipt.
2002: 'Neverkusen' verschalkt met wondervolley
In 2002 was Bayer Leverkusen op de voorlaatste speeldag de kopposiitie in de Bundesliga definitief kwijt geraakt. Klaus Toppmöller, Michael Ballack en vrienden verloren vervolgens ook de bekerfinale tegen Schalke 04, waardoor de laatste kans op een prijs in Glasgow kwam, tegen Real Madrid. De finale in Schotland ging redelijk gelijk op totdat Zinédine Zidane opstond. Het doelpunt kennen we allemaal en was een prima manier om de grootste wedstrijd in het clubvoetbal te winnen. Leverkusen kwam nooit meer in de buurt van de finale.
2000: Valencia een maat te klein
In 2000 was de finale van de Champions League voor het eerst een treffen tussen twee ploegen uit hetzelfde land. Helaas bleek in het Stade de France dat het niet om twee ploegen van hetzelfde niveau ging. Real Madrid en Valencia hadden allebei een hele reeks helse beproevingen overleefd om hier te belanden, maar de Madrilenen waren toen het echt moest duidelijk de sterkste. Fernando Morientes, Steve McManaman en Raúl zorgden voor 3-0.
1997: Dortmund doet het in één keer
Je moet terug naar 1997 voor de laatste keer dat een finalist zijn debuutoptreden in de Champions League-eindstrijd met succes afrondde. Borussia Dortmund, getraind door Ottmar Hitzfeld, won in München met 3-1 van Juventus. In het jaar van hits als Bitter Sweet Symphony (The Verve), Nobody's Wife (Anouk) en Barbie Girl (Aqua) is de finale vooral bekend om de prachtige rush van Lars Ricken voor het derde doelpunt.