Maarten Stekelenburg
Van de basiselftal van het Nederlands Elftal dat in 2011 een recordzege wist te boeken zijn er nog drie spelers actief in het profvoetbal. Eén van hen is Maarten Stekelenburg, de doelman die op het vorige EK de eerste doelman was bij Oranje. Hij bedankte na het eindtoernooi definitief voor Oranje. Het absolute hoogtepunt voor Stekelenburg bij Oranje was te WK 2010, waarin hiij de finale haalde en een wereldredding had tegen Brazilië op de inzet van Kaka.
Gregory van der Wiel
De rechtsback bij het Nederlands Elftal tegen San Marino was met Gregory van der Wiel één van de jongste spelers van de ploeg. De toen 23-jarige vleugelverdediger had er een prima WK opzitten en was bij Ajax één van de sterkhouder. Hij zou nog een jaar in Amsterdam blijven, waarin opnieuw een titel werd gepakt en daarna vertrok hij naar PSG. Na vier jaar in de top van Frankrijk gespeeld te hebben holde de carriere van Van der Wiel via Fenerbahce, Cagliari, Toronto en RKC achteruit, waarna hij in de anonimiteit stopte.
John Heitinga
In de verdediging stond met John Heitinga nog een oud-Ajacied. De verdediger debuteerde in 2001 in het eerste van de Amsterdammers en bleef de club zeven jaar trouw. In de jaren die volgden speelde Heitinga bij Atletico Madrid, Everton, Fulham en Hertha, voordat hij zijn loopbaan in 2016 bij Ajax besloot. Hij kende bij het Nederlands Elftal ook een prachtige loopbaan waarin hij tussen 2004 en 2013 tot 87 interlands kwam.
Joris Mathijsen
Zijn partner in het centrum was met Joris Mathijsen ook niet bepaald één van de beste verdedigers van dat moment, maar wel een man die erg betrouwbaar was. De man die door Willem II werd opgeleid en het betaalde voetbal haalde, belandde via AZ in een Europese topcompetitie bij Hamburger SV. Het was het startsein voor een lange periode in het Nederlands Elftal waar hij voor rust in de defensie zorgde. Die rol hield hij acht jaar lang, terwijl hij als clubspeler nog bij Malaga en Feyenoord onder contract stond.
Erik Pieters
De meest verrassende naam van het basiselftal is waarschijnlijk Erik Pieters. De vleugelverdediger van Burnley kreeg bij Oranje de kans omdat Giovanni van Bronckhorst na het succesvolle wereldkampioenschap in Zuid-Afrika de voetbalschoenen aan de wilgen had gehangen. Kort daarna raakte Pieters geblesseerd en toen was het al snel over met de pret. Jetro Willems en Daley Blind kregen de kans op de linksback-positie en Pieters kwam niet verder dan 18 interlands. Hij kende nog wel een respectabele carriere die hem via FC Utrecht langs PSV, Stoke City, Amiens en (nu dus) Burnley bracht.
Mark van Bommel
Op het middenveld stond met Mark van Bommel een echte leider en de aanvoerder van het Nederlands Elftal. Na zijn debuut in het Nederlands Elftal moest hij lang wachten op een vaste basisplaats, want hij had met Edgar Davids, Clarence Seedorf en Phillip Cocu geweldige concurrenten. Nadat de routiniers gestopt waren, kreeg Van Bommel zijn kans. Hij had zelf via PSV de absolute wereldtop gehaald bij eerst FC Barcelona en later Bayern München én AC Milan.
Kevin Strootman
Met Kevin Strootman was er een groot talent opgestaan, die het vertrouwen van Bert van Marwijk kreeg boven Nigel de Jong. De talentvolle PSV'er maakte het Nederlands Elftal echt beter en zetten onder Louis van Gaal de volgende stap. Hij leek één van de sterkhouders te gaan worden op het WK 2014, maar toen sloeg het noodlot toe. Bij AS Roma raakte hij zwaar geblesseerd en daarna haalde hij nooit meer zijn oude niveau. Inmiddels voetbalt hij op huurbasis bij Cagliari.
Wesley Sneijder
De sterspeler van het Nederlands Elftal was in 2011 Wesley Sneijder. De kleine spelmaker van Internazionale was de grote man in het seizoen 2009/10, toen de club de Champions League wist te winnen. Daarna kende hij een geweldig WK 2010, waarbij hij topscorer werd en Oranje naar de finale leidde. Nadat Sneijder in 2013 naar Galatasaray vertrok, waren de tropenjaren voorbij. Als international kende hij nog wel een mooie periode en werd hij recordinternational met 134 interlands.
Robin van Persie
Sneijder was niet de enige wereldtopper, want ook Robin van Persie had zich laten zien op het allerhoogste niveau. In 2004 tekende hij als toptalent bij Arsenal en uiteindelijk ontwikkelde hij zich in Londen tot één van de sterspelers. In het seizoen 2011/12 werd Van Persie aanvoerder bij The Gunners en een jaar later maakte hij een toptransfer naar Manchester United. In zijn debuutseizoen bij The Red Devils was Van Persie in topvorm en hielp hij zijn ploeg naar de landstitel.
Klaas-Jan Huntelaar
Bij het Nederlands Elftal was jarenlang een spitsenstrijd gaande tussen Van Persie en Klaas-Jan Huntelaar. Natuurlijk had Van Persie zich in de absolute top als clubspeler laten zien, maar Huntelaar werd jaar in jaar uit topscorer van Duitsland bij Schalke 04. Bij de nationale ploeg scoorde hij ook aan de lopende band, maar op de eindtoernooien moest hij steevast genoegen nemen met een plaats op de bank. De topspits zette deze zomer op een punt achter zijn loopbaan.
Dirk Kuyt
We sluiten de lijst af met een speler die Bert van Marwijk als één van de eersten op het bord zette. Dirk Kuyt belandde op latere leeftijd in het profvoetbal bij FC Utrecht en haalde via Feyenoord binnen acht jaar de wereldtop bij Liverpool. Ook daar kon hij goed meekomen en werd hij met zijn geweldige mentaliteit één van de publiekslievelingen. Kuyt bleef zes jaar lang in de Premier League en sloot via Fenerbahce zijn loopbaan af bij Feyenoord in 2017. Daar bezorgde hij zijn club de eerste landstitel in acht jaar.