Allereerst vertrokken er twee spelers die op huurbasis bij Chelsea speelden: João Felix en Denis Zakaria. Felix werd gehuurd van Atlético Madrid om doelpunten te maken, maar ook de Portugees kreeg dat niet voor elkaar. Zakaria, een centrale middenvelder, keert terug bij Juventus. Tiemoué Bakayoko had overigens een aflopend contract en zit nu zonder club.
De Saudi-boys
Er vertrokken liefst drie spelers naar Saoedi-Arabië, omdat Chelsea goede contacten heeft met die competitie. N'Golo Kanté is transfervrij naar Al-Ittihad gegaan, Edouard Mendy ging voor 18,5 miljoen euro Al-Ahli. De Saudi's betaalden het meest voor Kalidou Koulibaly: 23 miljoen euro. De centrale verdediger wil met zijn megasalaris zijn geboortedorp (en de dorpen daaromheen) in Senegal verbeteren.
Binnenlandse transfers
De duurste transfers vonden binnen de Premier League plaats. Kai Havertz was de duurste: hij maakte voor 70 miljoen euro de overstap naar Arsenal. De Duitser moet bij Chelsea plaatsmaken voor twee nieuwe spitsen: Christopher Nkunku en Nicolas Jackson. Havertz gaat bij Arsenal de concurrentiestrijd aan met Gabriel Jesus.
Mason Mount stapt over naar Manchester United voor dik 64 miljoen euro. De Engelsman moet daar het middenveld versterken. Bruno Fernandes was voor Mount de enige aanvallende middenvelder van Erik ten Hag, terwijl de rest van het middenveld ook dun bezaaid was. Chelsea nam ook afscheid van middenvelder Mateo Kovacic. De Kroaat stapt voor een kleine dertig miljoen euro over naar de kampioen: Manchester City.
Last but not least
De laatste transfer tot nu toe is die van Ruben Loftus-Cheek. De Engelse middenvelder zoekt zijn heil in het buitenland. Niet in de Saudische zandbak, maar in Italië. Loftus-Cheek wordt de nieuwe middenvelder van AC Milan. De Italianen betalen 16 miljoen euro voor Loftus-Cheek, die bijvoorbeeld Sandro Tonali (vertrokken naar Newcastle United) kan vervangen.