4. Valentin Mihaila en Leroy Sané (35,8 km/h)
We starten meteen met nummer 4, aangezien twee spelers dezelfde topsnelheid hadden. Zowel Valentin Mihaila van Roemenië als Leroy Sané van Duitsland trokken een sprint van maar liefst 35,8 km/h. Om dat in vergelijking te plaatsen: afgelopen seizoen was de snelste speler in de Eredivisie Yankuba Minteh met een topsnelheid van 34,9 km/h. Mihaila en Sané waren dit EK dus bijna 1 km/h sneller.
3. Benjamin Sesko (35,9 km/h)
Benjamin Sesko was maar nipt sneller dan Valentin Mihaila en Leroy Sané. De spits van Slovenië stond dit toernooi elke wedstrijd in de basis, maar wist niet te scoren. Toch kan Sesko zeggen dat hij bij de drie snelste spelers op het EK hoort en dat is redelijk opvallend. In de Bundesliga waren afgelopen seizoen vijftien spelers sneller dan de Sloveen.
2. Ferran Torres (36 km/h)
Op de tweede plek staat Ferran Torres. De aanvaller van FC Barcelona moest het vooral doen met invalbeurten, maar kan daarin goed zijn snelheid gebruiken. Met een topsnelheid van 36 km/h doet de Spanjaard maar onder voor één speler.
1. Kylian Mbappé (36,5 km/h)
Het komt waarschijnlijk niet als een verrassing. Kylian Mbappé staat bekend om zijn snelheid en mag zich de snelste speler van het EK noemen. De topsnelheid van de Fransman was maar liefst 36,5 km/h. Het aankomende seizoen kunnen we deze snelheid aanschouwen in de La Liga. Tegenstanders van Real Madrid moeten zorgen dat ze zo min mogelijk counters weggeven.
Nederlanders
Er hoort helaas geen Nederlander bij de vijf snelste spelers op het EK. Wel komt er iemand in de buurt: Micky van de Ven. De verdediger van Tottenham Hotspur haalde tijdens het EK een topsnelheid van 35,6 km/h. Daardoor staat hij op een gedeelde zevende plek, samen met Dan Ndoye van Zwitserland. Op plek 12 staat Jeremie Frimpong met een snelheid van 35,2 km/h.