"Het is pas juli, laten we niet te vroeg juichen. Als er een grote club komt, dan lijkt het me dat iedereen daarvoor open staat. Clubs hebben maar één of twee spelers die ze bij ons weg kunnen halen. Jordy Clasie en Stefan de Vrij hebben bijgetekend. Alleen van Bruno Martins Indi werd gesuggereerd dat er belangstelling zou zijn. Tot nu toe is er niets op het bureau van Martin van Geel binnen gekomen", citeert NUsport de 50-jarige trainer, die ondertussen rustig blijft sleutelen aan het collectief. "We proberen wel wat gevarieerder te gaan spelen. Er zaten tegen FC Dordrecht (1-1 gelijkspel, red.) best wel goede momenten in, maar het was in een te kleine periode van de wedstrijd. Gelukkig hebben we met Hellas Verona en Getafe CF nog twee pittige wedstrijden. Daar zal absoluut minder in gewisseld worden en die gebruiken we om klaar te zijn voor de competitie."
Van Geel laat RTV Rijnmond weten dat er op korte termijn geen spelers naar De Kuip zullen komen. Oussama Assaidi en Ryo Miyaichi blijven dus voorlopig bij respectievelijk Liverpool en Arsenal. "Op dit moment zijn zij financieel totaal onhaalbaar. De eerste weken verwacht ik zeker nog niets. Assaidi en Miyaichi behoren wel tot de categorie spelers die iets kunnen toevoegen aan de selectie en ervaring hebben in een grote competitie. Maar ja, het zijn wel spelers die grote contracten hebben bij grote clubs. Wij moeten het goede moment afwachten, zoals we dat ook gedaan hebben met Graziano Pellè en John Guidetti. Dan zou het wellicht kunnen dat ze komen, maar die garantie hebben we niet. Hopelijk kunnen we toeslaan", aldus Van Geel, die de selectie intact heeft gehouden. "Dat is ook wat wij willen. Sommige spelers hebben hun contract al vroeg verlengd."
"Ik weet natuurlijk ook uit eigen ervaring dat er nog van alles kan gebeuren. Als er iemand verkocht wordt, dan kunnen wij in ieder geval wel reageren. Dat kon in de afgelopen jaren nog niet. Wij gaan er alles aan doen om een zo'n sterk mogelijke selectie te formeren. Wij willen allemaal hetzelfde, maar wel binnen de financiële kaders", zo besluit de 52-jarige beleidsbepaler zijn relaas.