Het was duidelijk dat Real Madrid-coach José Mourinho al bezig was met de wedstrijd voor de Champions League van woensdag tegen Galatasaray. De Portugees liet belangrijke spelers, zoals Mesut Özil en Sami Khedira vanaf de bank beginnen. Al snel bleek dat het geen verstandige keuze was. Want na zes minuten kwam Zaragoza op 1-0. Luka Modric leed balverlies op het middenveld, waarna Rodri met de bal aan de haal ging. Omdat de verdedigers van Madrid niet goed ingrepen, kon hij eenvoudig voor de openingstreffer zorgen.
Na de 1-0 kroop Madrid steeds meer uit de schulp en trok het wat vaker ten aanval. Het leverde nog voor rust de gelijkmaker op. Wie anders dan Cristiano Ronaldo maakte de gelijkmaker met zijn 28e goal van het seizoen.
Na de pauze zakte het niveau van Madrid weer flink. Mourinho greep daarom na een uur in en bracht Özil, Khedira en Angel di Maria het veld in. Het sorteerde weinig effect, want Zaragoza werd alleen maar gevaarlijker. Spits Helder Postiga was twee keer dichtbij de 2-1 met een kopbal, maar beide pogingen werden verijdeld door doelman Diego Lopez. Daardoor bleef het bij 1-1.
Door het gelijkspel heeft Madrid nu 62 punten en heeft het dertien punten achterstand op koploper Barcelona. Zaragoza staat nu zeventiende en heeft 27 punten vergaard.