Yaya Sanogo faalde opzichtig als tweede spits en bij het beloftenelftal liepen alleen maar te jonge afmakers rond. Ajax ging op zoek naar een concurrent voor Arek Milik, die eerst boos werd, maar daarna motivatie vond.
Met de Franse huurling hoopte Ajax een succesvol seizoen te draaien in Nederland en Europa. De van Arsenal overgekomen Sanogo was echter meer geblesseerd dan fit en kon zijn voetbalbenen niet vinden in Amsterdam. Bij gebrek aan concurrentie bij het eerste elftal werd gekeken naar Jong Ajax, maar daar speelden spitsen die nog niet klaar waren voor het grotere werk.
Bij de selectie werd vervolgens geschoven met middenvelders en aanvallers. Davy Klaassen was vaker te vinden in de punt van de aanval, terwijl ook Anwar El Ghazi van rechtsbuiten naar het centrum ging. Ondertussen bleef Milik zijn goals maken, maar vond hij zichzelf vaker terug op de bank. "Ik heb toen veel nagedacht over m'n positie, maar ik bleef gewoon hard trainen. Toen heb ik mijn kans gekregen", kijkt Milik met de NOS naar die situatie.
Er werd niet alleen geschoven binnen het elftal, Ajax ging ook de transfermarkt op om een tweede spits te halen. "Dat heeft mij enorm gemotiveerd. Als dat in de pers wordt geschreven, geeft dat te denken. Ik was ook boos, natuurlijk. De eerste wedstrijden in het nieuwe jaar speelde ik inderdaad niet zo goed, maar ik denk dat ik veel toevoeg aan de ploeg." Inmiddels heeft Milik op sportief gebied teruggeslagen, met vier doelpunten in zijn laatste twee duels.
De opmars van de Poolse spits loopt samen met de goede prestaties van aanvoerder Davy Klaassen. "We voelen elkaar goed aan. Als hij de bal heeft, weet ik wat ik moet doen, en andersom. Ik speel graag met een nummer tien, en dat is hij. Hij speelt altijd in mijn buurt. Als hij een paar meter afstand van mij is, kan ik hem altijd aanspelen. Dan loopt het vanzelf."