Sol Campbell, 2001, Tottenham-Arsenal
Misschien wel de meest gevoelige Bosmantransfer die ooit heeft plaatsgevonden. Sol Campbell was negen seizoenen actief voor Tottenham Hotspur toen de captain in 2001 gratis en voor niets overliep naar aartsrivaal Arsenal. Daar pakte hij zijn eerste prijzen, twee landstitels en drie FA Cups, en was hij bovendien een belangrijk onderdeel van The Invincibles, het legendarische team van Arsène Wenger dat in 2004 ongeslagen kampioen werd.
Robert Lewandowski, 2014, Borussia Dortmund-Bayern München
Nog zo'n gevoelige overstap. Robert Lewandowski en Borussia Dortmund werkten in het seizoen 2013/14 een jaar lang samen in de wetenschap dat het daarna afgelopen zou zijn. Al op 4 januari 2014 werd bekend dat zijn toekomst bij rivaal Bayern München lag. De naaste concurrent werd verder verzwakt en Lewandowski bleek ook een regelrechte aanwinst. Net als in het Ruhrgebied scoort Lewandowski in Beieren aan de lopende band.
Andrea Pirlo, 2011, AC Milan-Juventus
AC Milan nam na het kampioensjaar afscheid van Andrea Pirlo en haalde daar Mark van Bommel voor terug. De Maestro vond zijn vorm in Turijn helemaal terug en gidste Juventus naar vier opeenvolgende landstitel, terwijl Milaan verder en verder in verval raakte.
Cafú, 2003, AS Roma-AC Milan
De recordinternational van Brazilië, en misschien wel beste rechtsback die ooit geleefd heeft, maakte naam bij AS Roma, maar vierde zijn grootste successen bij AC Milan. Bijna was het er niet eens van gekomen. Cafú was de jongste niet meer en zwichtte in eerste instantie voor een bod van Yokohama Marinos. Het vooruitzicht van spelen in Japan, de uitbraak van SARS en uiteindelijk de smeekbede van directeur Adriano Galliani haalde hem over om in Italië te blijven. Na vijf jaar trouwe dienst, een landstitel én de nog ontbrekende Champions League hield het voor hem op.
Phillip Cocu, 1998, PSV-FC Barcelona
Cocu spendeerde de eerste tien jaar van zijn carrière in Nederland en besloot in 1998 zijn aflopende contract bij PSV niet te verlengen. De intelligente middenvelder kon uit talloze topclubs kiezen. Hij versterkte uiteindelijk de Nederlandse enclave van FC Barcelona. In zijn debuutjaar, waarin hij samen met Luís Figo en Pep Guardiola het middenveld vormde, had hij direct een groot aandeel in de landstitel. Uiteindelijk keerde Cocu in 2004 terug naar Eindhoven, wat overigens ook niet verkeerd uitpakte.
Luis Enrique, 1996, Real Madrid-FC Barcelona
De trainer van FC Barcelona bracht zijn laatste acht seizoenen als voetballer door in Catalonië. Dat ging wel gepaard met een hoop bombarie. De temperamentvolle middenvelder kwam over van aartsrivaal Real Madrid en begon daarom met een achterstand. Door zijn arbeid en doelpunten won hij de fans voor zich. Uiteindelijk vulde hij zijn prijzenkast met een nationale beker en twee landstitels. Zestien jaar na zijn laatste prijs kwam daar als manager de Cup met de Grote Oren bij.
Esteban Cambiasso, 2004, Real Madrid-Internazionale
Onomstreden was hij nooit in Madrid. Hoe anders was dat in Milaan? Speelde tien jaar lang als basisspeler voor de Italiaanse ploeg en speelde ruim vierhonderd officiële wedstrijden voor Inter. De oogst: de Champions League, vijf landstitels, vier nationale bekers.
Andere grote namen die gratis naar andere clubs overstapten waren onder anderen Edwin van der Sar (Ajax-Juventus), Markus Babbel (Bayern-Liverpool), Steve McManaman (Liverpool-Real Madrid) en Michael Ballack (Bayern-Chelsea).