Engeland moet even pas op de plaats maken
Na de heenwedstrijden waren Liverpool en Manchester City zo goed als door. Tottenham Hotspur, Manchester United en Chelsea hadden allemaal nog perspectief op de kwartfinale. Tottenham liet zich in een paar minuten overdonderen door Juventus. Chelsea had met FC Barcelona een moeilijke opponent, maar ging wel erg weerloos op de knieën. Vooral Manchester United maakte hele slechte sier. De Engelse recordkampioen trof in Sevilla een ploeg die defensief regelmatig steken laat vallen, maar profiteerde daar helemaal niet van en verloor uiteindelijk.
Omdat Arsenal de klus tegen AC Milan wel klaarde, zijn er nog drie Engelse clubs in de race. Dat is natuurlijk geen slechte score, maar het uitroepen van nieuwe hoogtijdagen voor Engelse clubs in Europa is voorbarig. Spanje heeft nog drie clubs in het miljardenbal. Ook in het tweede bekertoernooi heeft de Iberische natie de afgetekende favoriet voor de eindzege nog in het spel: Atlético Madrid is na het machtsvertoon tegen de eenzame Russische koploper Lokomotiv Moskou zonder twijfel de te kloppen ploeg op donderdagavonden.
Terugkeer van een aantal oude bekenden
Een veel gehoorde klacht over Europees voetbal is dat het veelal het toneel is voor ploegen uit de grote vijf competities in Europa. Ook dit jaar brengen die inderdaad dertien van de zestien laatst overgebleven clubs mee. Toch zijn er wat namen terug van weggeweest. Het is een paar jaar geleden dat Olympique Marseille, AS Roma en Liverpool in de lente nog Europees actief waren. Voor RB Leipzig is het eerste Europese avontuur ook nog steeds niet ten einde. Op die manier zit er toch de nodige variatie in dit Europese seizoen. Daartussen overigens niet AC Milan: de Italianen strandden na een wel heel makkelijk gegeven penalty in het Emirates Stadium. Sinds hun CL-zege in 2007 haalden de Rossoneri maar één keer een Europese kwartfinale.
Mooie noot: de acht kwartfinalisten in de Europa League komen uit acht verschillende landen. Oostenrijk, Rusland, Duitsland, Engeland, Italië, Spanje, Portugal en Frankrijk zijn vertegenwoordigd.
Opmars Oost-Europa gestuit
Het Europese seizoen kent het klapstuk in Kiev: op zaterdag 26 mei is de hoofdstad het decor voor de finale van de Champions League, maar verder heeft Oekraïne geen Europese afspraken meer. Van de vijf Oekraïense en Russische clubs overleefde er slechts eentje deze schifting. Shakhtar Donetsk verloor nipt van Roma. Ook het duel tussen hun aartsrivalen, respectievelijk Dinamo Kiev en Lazio, werd in Italiaans voordeel beslist. Zenit St. Petersburg en Lokomotiv Moskou sneuvelden tegen RB Leipzig en Atlético Madrid. Enkel CSKA Moskou haalde een kwartfinale. Zo zijn wel de nodige problemen betreffende de loting opgelost.
Dost bewijst Nederland bijna slechte dienst
Welke topploeg de Champions League precies gaat winnen is voor de Nederlandse positie op de coëfficientenlijst van de UEFA niet zo relevant. Met een oranje bril op was het vervelender dat Viktoria Plzen, de vertegenwoordiger uit het concurrerende Tsjechië, lange tijd met een stunt dreigde tegen Sporting Portugal. Bas Dost had zijn landgenoten een handje kunnen helpen als hij in blessuretijd een strafschop had verzilverd, maar zijn inzet was zeer slap en werd gered. In de verlenging draaide het alsnog op een Portugese zege op. Borussia Dortmund deed Nederland evenwel geen lol door zich te laten elimineren door Red Bull Salzburg. Had Peter Bosz daar nou nog maar gezeten…
Voor de overige Nederlanders in het toernooi verliep de avond wisselend. Kenny Tete stond met Olympique Lyon wel heel veel ruimte toe aan CSKA Moskou-speler Aleksandr Golovin, waardoor hij de 0-1 kon binnenkrullen. Daardoor zijn hij en Memphis Depay Europees uitgeschakeld. In Gerland werd het 2-3, de laatste Russische goal kwam voor rekening voor oud-AZ’er Pontus Wernbloom. Stefan de Vrij was wél succesvol: de verdediger scoorde de 0-2 voor Lazio in Kiev en hielp zijn ploeg naar de eerste Europese kwartfinale sinds 2013.