Voor ieder toernooi is de opdracht hetzelfde: bring it home. Ook al zijn de bekers van het EK(Henri Delaunay) en het WK(Jules Rimet) vernoemd naar Fransen, een beetje Engelse patriot ziet de twee trofeeën als rechtmatig eigendom van de Three Lions. Vooral in de jaren ’00 werd de druk enorm opgevoerd. Het Engelse voetbal was Europees nog toonaangevend. Het waren ook Engelsen die centraal stonden in de ploegen van Arsenal, Chelsea, Liverpool en Manchester United. Keer op keer liep het mis.
Zo hoog liggen de verwachtingen niet meer. Misschien heeft de eliminatie door IJsland een paar ogen geopend, maar het inzicht bestaat dat deze ploeg niet meer van hetzelfde niveau is. Niet al deze spelers spelen voor topclubs, laat staan dat ze daar sterkhouders zijn. Jordan Henderson mag bij Liverpool wel aanvoerder zijn, geen mens op Anfield die in hem een nieuwe Steven Gerrard ziet. Sterker nog, Jürgen Klopp lijkt na twee jaar besloten te hebben dat de kilometervreter uit Sunderland te licht is voor zijn basisploeg. Zo zijn Kyle Walker, Kieran Trippier, John Stones en Jesse Lingard ook wel bij topploegen actief, maar dan niet als sleutelspelers.
Bondscoach Gareth Southgate temperde dan ook de verwachtingen rondom zijn veelal jonge ploeg. Hij maakte het nog niet zo bont als Marco van Basten, die als keuzeheer van Oranje aangaf dat het WK van 2006 een leermoment was voor het EK van twee jaar later, maar toch liet hij doorschemeren dat het misschien nog te vroeg was voor deze ploeg om te pieken. De poule met Panama en Tunesië moest te doen zijn, maar daarna moest de natie vooral niet al te veel van zijn welpjes verwachten.
Dan pakt hij het met zijn ploeg toch verkeerd aan. Tegen Tunesië viel Engeland al op met positief voetbal. Henderson, bij Liverpool eerder lomp dan verfijnd, viel op met een paar goede steekballen. Ook zondag tegen Panama een fraaie show. Natuurlijk is de einduitslag tegen Panama van geringe waarde. De WK-debutant lijkt een slechte grap die nog opgeëist moet worden en vormt vooral een prima tegenargument voor mensen die het WK liever niet naar 48 deelnemers uitgebreid zien. En toch is er iets anders.
Neem bijvoorbeeld de spelhervattingen. Twee jaar geleden op het EK liet de aimabele maar weinig fantasierijke Roy Hodgson spits Harry Kane de corners trappen. Steevast waren dat harde ballen richting het doel zoals iedere verdediger vanaf het kroegvoetbal tot aan de wereldtop ze van haver tot gort kent. Onder Southgate trapt Kieran Trippier de hoekschoppen. Kane is dan te vinden waar een spits hoort, en op een toernooi waar spelhervattingen van groter belang blijken dan ooit te voren heeft Engeland een paar vernuftige varianten mee. Vernuftig is ook voor het eerst in een generatie het juiste woord voor het spel van de Three Lions.
Natuurlijk is er nog niks bereikt. Tunesië is verdedigend van een treurig niveau en Panama lijkt de WK-kwalificatie per prijsvraag te hebben afgedwongen. Ook aan het verplichte nummer met België zal weinig worden afgelezen. Kane heeft al meer branie dan zijn trainer, hij vroeg de Engelse pers om ‘geloof’. Laat dat maar aan de tabloids over. It’s coming home, als we dat maar weten.