Het gaat niet goed met AS Monaco. De talentenfabriek produceerde de laatste paar seizoenen tientallen groeibriljanten, maar groef daarmee het eigen graf. Het seizoen werd nog begonnen met een overwinning, maar de vreugde maakte snel plaats voor schaamte en teleurstelling. Na negen duels in de Ligue 1 verkeerde Monaco in acute degradatienood met slechts vijf behaalde punten.
Thierry Henry werd als verloren zoon teruggehaald om de redder in nood te spelen. Het moge duidelijk zijn dat ook de grote Henry de Monegasken nog niet aan de praat krijgt. Sinds de komst van de Arsenal-legende pakte de club slechts één punt in drie competitieduels. Tot overmaat van ramp werd de ploeg van Henry het lachertje van de Champions League, waar de gebrekkige selectie totaal niet thuishoorde.
Gisterenavond volgde het absolute dieptepunt. Het ooit zo dominante AS Monaco werd in eigen huis met 4-0 afgeslacht door Club Brugge. Na een eerder 1-1 gelijkspel in België moest Henry de fans voor zich terugwinnen met een mooie partij in eigen stadion. Het tegenovergestelde werd werkelijkheid. Na vier wedstrijden en tien tegendoelpunten staat Monaco keihard onderaan in Groep A. De teloorgang van de Champions League-halve finalist van 2017 komt echter niet helemaal uit de lucht vallen.
Leegloop
Vorig jaar mei werd Paris Saint-Germain dan eindelijk onttroont als kampioen van Frankrijk. Het zorgde ervoor dat het bestuur van AS Monaco, de splinternieuwe nummer één, de gehele zomer in gesprek was met geïnteresseerde clubs. Na de overstap van Neymar naar Paris Saint-Germain draaide het restant van de transferperiode eigenlijk maar om één speler: Kylian Mbappé. De destijds pas achttienjarige aanvaller leek lang op weg naar Real Madrid, maar werd op transfer deadline day overgenomen door Paris Saint-Germain. Ook Benjamin Mendy, Bernardo Silva en Tiemoué Bakayoko verkasten voor tientallen miljoenen. In totaal ontving AS Monaco het bizarre bedrag van geschat 358 miljoen euro op de rekening. Inderdaad, in één zomer tijd.
Een jaar later was het opnieuw raak. AS Monaco moest de titel deze keer afstaan aan Paris Saint-Germain, maar wederom werden de nodige talenten en sterkhouders weggekaapt. Fabinho maakte voor dertig miljoen euro de overstap naar Liverpool en als klap op de vuurpijl betaalde Atlético Madrid liefst zeventig miljoen voor de komst van Thomas Lemar. Zo bizar als het kampioensjaar werd het niet, maar AS Monaco harkte alsnog 181 miljoen euro binnen aan uitgaande transfers.
Twee jaar en 539 miljoen euro verder voelt AS Monaco de gevolgen van de ingrijpende leegloop. De honderden miljoenen euro’s werden niet of nauwelijks gespendeerd, terwijl de nieuwelingen niet voldoen aan het gewenste niveau. Inmiddels is er niets meer over van de succesvolle ploeg van twee jaar geleden en is de beoogde redder het spoor bijster. Gelukkig voor Henry kan hij de plaatsing voor de knock-outfase van de Champions League vergeten. Nu kan hij zich weer richten op het pakken van punten tegen ploegen als Amiens en Guingamp, de hedendaagse concurrenten.