Twee jaar, zo lang duurde de periode van Danny Holla op te Engelse velden. Aan de korte kant, moet hij nu toegeven. In zijn eerste seizoen speelde Holla veel voor Brighton & Hove Albion, waarna een trainerswissel voor een meer teleurstellend tweede jaar zorgde. Nadien had Holla opties om te blijven in Engeland en achteraf had hij dat misschien wel moeten doen. “Pas als je weggaat, besef je hoe mooi het voetbal daar wordt beleefd. Twee keer per week spelen, en elke week is volle bak. Voetbal is daar echt iets magisch.”
Vergelijking
We vallen in gesprek met Holla maar direct met de deur in huis. Hoe vergelijkt de Eredivisie zich met het Championship? “De topploegen uit Nederland zouden het goed doen, maar een subtopper zal niet om de titel spelen. Het probleem is dat je enorm veel wedstrijden speelt. Veel ploegen met jonge spelers zijn daar niet aan gewend. En kunnen er daarom niet mee omgaan. Er wordt veel krachtiger en mannelijker gespeeld.”
Toch plaatst Holla ook kanttekeningen. “Tactisch is het minder dan in Nederland. In Nederland houden we ervan in balbezit te denken en achterin de bal rond te spelen. Dat gebeurt daar veel minder, er wordt directer gespeeld”, aldus de clubloze middenvelder. “Een wedstrijdbespreking zag er overigens wel goed uit, hoor. Wij waren voor een wedstrijd drie kwartier bezig met corners en vrije trappen. Dat doet geen club in Nederland.”
‘Doei, volgende’
Feyenoord haalt met Luciano Narsingh en Liam Kelly twee spelers van het tweede Engelse niveau en mogelijk komt daar een derde bij. Opmerkelijk, maar volgens Holla eerder een incident dan de ontdekking van een nieuw scoutingsgebied. “Ze halen Kelly omdat die onder Stam gespeeld heeft. En Narsingh en Fer zijn jongens die bekend zijn in Nederland. Ik geloof niet dat spelers over het algemeen snel naar de Eredivisie komen. Ze hebben het goed in het Championship, omdat Engeland een prachtig voetballand is”, denkt Holla. “Andersom zie je wel veel spelers uit de Eredivisie die kant optrekken. Ze kunnen dan binnen Nederland een stap maken, maar gaan daarheen. Het is financieel een stuk aantrekkelijker.”
Of de speler daar succesvol is? Het is van te voren lastig te voorspellen. Belangrijke voorwaarde lijkt een goede band met de trainer. “Succes hangt van zoveel factoren af. Op sommige dingen heb je niet eens invloed. In mijn eerste jaar speelde ik bijna alles, maar toen kwam er een nieuwe trainer en was het meteen bijna over. Dat zie je bij veel spelers gebeuren”, zegt Holla. “Als je in Nederland een contract voor drie jaar tekent, krijg je wel twee of drie jaar de kans om jezelf te bewijzen. De club wil een investering terugverdienen. In Engeland maakt dat minder uit, want geld is niet zo’n punt. Ze zeggen eerder: ‘doei, volgende’.”