“Of de mensen in Duitsland inmiddels de ware Peter Bosz kennen?”, herhaalt Peter Bosz de vraag op de persconferentie na Bayer Leverkusen – FC Porto, in de zestiende finale van de Europa League. Hij lacht. “Dat kun je misschien beter aan jouw Duitse collega’s in de zaal vragen.”
Bosz richt zich dan tot een journalist van Bild, zittend in de perszaal van de BayArena. “Phillip, kennen jullie de ware Peter Bosz al?” De journalist lacht en knikt. Hij praat in de microfoon: “Ja, dat denk ik wel.” Bosz, lachend: “Nou, daar heb je jouw antwoord. Ik houd me er zelf niet meer zo mee bezig hoor.”
HERKANSING
Ruim een jaar eerder, op 4 januari 2019, zat Bosz op dezelfde plek bij zijn presentatie. Zittend tussen Sportdirektor Simon Rolfes en Geschäftsführer Sport Bayer 04 Fussball Rudi Völler zei Peter Sylvester Bosz (56) uit Apeldoorn: “Ik wilde graag terug naar de Bundesliga. Ik was hier nog niet klaar. Mijn tijd bij Dortmund was te kort om te laten zien wie de echte Peter Bosz is”, zei hij een jaar na zijn ontslag bij Dortmund.
Tussen juli 2017 en 9 december 2017 zat Bosz 24 officiële wedstrijden op de bank bij BVB. “Ik heb fouten gemaakt en misschien had ik spelers al eerder moeten wegsturen, maar ik sta nog altijd achter hoe we gespeeld hebben”, vertelde hij eens in de Volkskrant. Bosz’ assistent Hendrie Krüzen zei in een interview met Spox dat een sommige spelers van Dortmund in die periode in hun eigen wereld leefden. Zo forceerden Ousmane Dembélé (naar FC Barcelona) en Pierre-Emerick Aubameyang (naar Arsenal) transfers door niet meer te komen opdagen op de club.
Een half jaar na zijn vertrek uit Dortmund informeerden Anderlecht en Bayer Leverkusen bij Bosz. Er was ook interesse uit Engeland en de Verenigde Staten. Maar Bosz was nog niet toe aan een nieuwe klus. De interesse van Leverkusen deed hem daarna wel besluiten om de verrichtingen van de club te volgen, gaf hij later toe. En toen Leverkusen in december 2017 weer belde, om interim-trainer Heiko Herrlich, die Roger Schmidt verving, op te volgen, besloot Bosz wel in te stappen. Dat was tot groot genoegen van Rolfes en Völler, fans van de filosofie van Bosz.
Zijn ‘vijfsecondenregel’ (na balverlies binnen vijf seconden de bal heroveren) kende Völler nog niet, toen de oud-spits daarnaar werd gevraagd bij de presentatie van Bosz. “Ik kom uit het Rijngebied en in Frankfurt, Hanau en Offenbach is er een ’vijfsecondenregel’ dat je binnen vijf seconden twee bier moet drinken”, zei Völler lachend.
FILOSOFIE
We spreken Bosz na de 2-1 overwinning op FC Porto in de BayArena op donderdag 20 februari. Het is Altweiberfassnacht in carnavalvierend Duitsland. In het stadion klonk voor de wedstrijd een Duitse versie van de carnavalskraker Kom Pak Je Lasso Maar. Op de tribunes zien we indianen, ninja turtles, cowboys, minions, clowns en nonnen. Op de rolstoeltribune een paus in een wit gewaad zittend in een rolstoel.
Zo’n half uur na zijn 52ste officiële wedstrijd bij Leverkusen leunt Bosz, zwart maatpak, zwarte blouse, zwarte stropdas en bruine leren schoenen, ontspannen tegen de muur van de perszaal. Hij baalt van de tegentreffer, maar genoot van het dominante spel van zijn team. Hij wil de mensen in Leverkusen vermaken en dat is aardig gelukt, vertelt Bosz. “Het liefst wil ik dat mensen na onze wedstrijden naar huis gaan en denken: wow, wat heb ik nou gezien? Zoals Ajax vorig seizoen in de Champions League. Hoe over Ajax werd gesproken, daar doe je het voor. Plezier maken en de mensen entertainen. Als ik verlies, zijn er altijd mensen die zeggen: ‘Bosz hecht te veel waarde aan mooi voetbal’. Onzin. Ik ben ook realist. Je kunt wedstrijden op verschillende manieren winnen. Met antivoetbal ben je ook niet verzekerd van succes. Kijk naar José Mourinho, mijn tegenpool. Als ik Tottenham zijn antivoetbal zie spelen tegen Leipzig en vervolgens zie verliezen, denk ik: waar heb ik nou eigenlijk naar gekeken? Je wil als trainer toch ook dat jouw spelers plezier maken en dat uitstralen naar de supporters?”, aldus Bosz.
Hij geeft zijn spelers vaak cijfers na wedstrijden en de laatste keer dat Bosz een negen gaf, weet hij niet meer. Toch zijn er ook momenten dat Bosz met een goed glas rioja of barolo na een wedstrijd tevreden achterover leunt. “Zeker. Ik ben perfectionistisch en bijna nooit tevreden, maar neem zo’n wedstrijd als tegen Borussia Dortmund. We winnen in een spektakelstuk met 4-3. Ja, wat wil je nog meer? We speelden tegen een topteam, dat ook nog eens top speelde. Dan ga ik niet thuis die drie tegengoals doodanalyseren.”
De wedstrijd tegen FC Porto wint Bayer Leverkusen door doelpunten van Lucas Alario en Kai Havertz. Terwijl een groot deel van de verklede dertigduizend toeschouwers Altweiberfassnacht ingaat, rijdt Bosz gewoon terug naar zijn appartement in Düsseldorf, net om de hoek bij de bekende winkelboulevard Königsallee. “Vorig jaar was er tijd om carnaval te vieren. Hendrie en ik werden uitgenodigd door de rest van de staf. We gingen naar Keulen. Ik een zwarte krullenpruik op om niet herkend te worden. Ik leek op een jonge Peter Bosz”, grapt hij. “Het programma is nu te druk, alleen maar een goed teken.”
GROTE CLUB
Drie dagen na Leverkusen – Porto is de thuiswedstrijd tegen FC Augsburg in de Bundesliga. Bosz draagt een grijze sweater, jeans en zwarte sneakers. Het kale hoofd en paardagenbaardje zijn onveranderd. Weer een overwinning: 2-0. De achtste in negen wedstrijden, benadrukt Bosz na de persconferentie in de BayArena met collega-trainer Martin Schmidt. “Het was niet goed, we misten een aantal spelers en kunnen niet iedereen zomaar vervangen. Maar we pakken drie punten en de mensen hebben een mooie carnavalsweek. Morgen is het Rosenmontag, dat is qua drukte in dit gebied te vergelijken met Koningsdag in Nederland.”
Na de zege op Augsburg staat Leverkusen steviger in de top vijf. Bosz won dit seizoen van Bayern en Dortmund, maar verwacht niet dat Leverkusen binnen afzienbare tijd het gat met die clubs kan overbruggen. “We zijn ambitieus en willen groeien, maar de verschillen zijn financieel te groot. Een prijs winnen is voor ons een droom en geen uitgangspunt. Dat kan niet in het Duitse voetbalgeweld. Bayern en Dortmund zijn altijd stabiel en dan heb je nog clubs als Schalke 04, Eintracht Frankfurt en Borussia Mönchengladbach. RB Leipzig is inmiddels erbij gekomen. Zij doen het heel goed met dat energiedrankje achter zich. Ja, wij hebben ook een grote fabriek achter ons staan. Wij konden in de zomer Kerem Demirbay van Hoffenheim voor 32 miljoen kopen. In de winterstop kwamen Edmond Tapsoba uit de Portugese competitie en Exequiel Palacios van River Plate over voor achttien en zeventien miljoen euro. Dat kon bij Heracles, Vitesse en Ajax niet, hè.”
Vorig seizoen leidde Bosz Leverkusen, voor honderd procent een dochteronderneming van het Duitse chemieconcern Bayer AG, van plek twaalf naar vier en een Champions League-ticket. Nooit werd Die Werkself, een term die staat voor fabrieksvoetbalclub, kampioen na de promotie naar de Bundesliga in 1979. Nadat Leverkusen tussen 1997 en 2011 vijf keer tweede werd kreeg de club de bijnaam De Eeuwige Tweede.
“De status van Bayer Leverkusen onderschatten mensen in Nederland denk ik. Maar Leverkusen is echt een grote club in Duitsland. We behoren qua statistieken tot de beste drie clubs in de laatste dertig jaar van de Bundesliga en zijn na Bayern en Dortmund de best presterende Duitse club in de Champions League”, vertelt Bosz.
SOULMATE
Dat Rinus Michels hem voorging in Leverkusen, in het seizoen 1988/89, de jaargang na de winst van het EK met Oranje, weet Bosz. Michels haalde het einde van het seizoen niet. “Het is mooi om hier in de voetsporen te treden van Rinus Michels, misschien wel de grootste trainer ooit uit Nederland. Zijn periode in Leverkusen was geen groot succes. Ik kan me dat nog herinneren. Ik keek van kinds af aan naar Sportschau. Ik heb altijd een voorliefde gehad voor Duits voetbal en de Bundesliga”, aldus Bosz.
Hij maakte Michels mee als bondscoach tijdens het EK van 1992 in Zweden. Bosz schreef vaak mee bij de wedstrijdbesprekingen en heeft de notitieboekjes nu nog. Hij dacht er ooit als trainer iets aan te hebben.
Het was dankzij bondscoach Michels dat Bosz en Krüzen elkaar voor het eerst ontmoetten. Ze werden uitgenodigd voor een oefenduel van Oranje op Wembley met Engeland in maart 1988. Krüzen viel in, Bosz speelde niet. Michels nam Krüzen later mee naar het EK in West-Duitsland, Bosz was die zomer thuis.
Nu, meer dan twintig jaar later, stappen Bosz en Krüzen vanuit Düsseldorf iedere trainingsdag samen in de auto naar het trainingscomplex van Leverkusen. Het liefst voor zeven uur ’s ochtends om files voor te zijn. Met een beetje doorrijden zijn ze er binnen een half uur. Het kostte Bosz al wel een paar snelheidsboetes, gaf hij al eens toe in een gezamenlijk interview met Krüzen op het YouTube-kanaal van Leverkusen. Ze trainen en ontbijten samen voordat de stafvergadering begint en de groepstraining om 10.30 uur start.
“Hendrie en ik gaan heel lang terug, maar na 1988 hebben we elkaar lang niet gesproken. Pas toen ik trainer werd bij AGOVV tipte Wim Jansen mij na een bezoek aan Excelsior – Go Ahead Eagles. Hij vond Hendrie de beste van het veld. We haalden hem naar AGOVV en Hendrie was toen twee jaar speler bij mij. Vervolgens werd Hendrie nadat hij stopte assistent van Gertjan Verbeek bij Heracles Almelo. Nadat ik Gertjan opvolgde bleef Hendrie. Vanaf toen is onze band ontwikkeld van fijne collega’s naar goede vrienden en naar wat daarboven komt: soulmates. We gaan met de families vaak naar Curaçao en bezoeken samen festivals als Pinkpop en Tomorrowland. Als professionals zijn we tegenpolen. Nee, Hendrie is niet de Mourinho van ons twee. Hij is nog aanvallender ingesteld dan ik. Soms zeg ik: ‘Hen, dat kan echt niet’. Als hij weer een aanvaller erbij wil gooien. We houden elkaar in balans.”
Naast Krüzen heeft Bosz ook een Duitse assistent: Xaver Zembrod, sinds maart 2017 verbonden aan Leverkusen. Fysiektrainer Terry Peters, met wie Bosz al bij Vitesse samenwerkte, ging ook mee naar Duitsland. Leverkusen verlengde in januari de contracten van de drie Nederlanders tot de zomer van 2022. “Van alle kanten bevalt de samenwerking. En wanneer je kijkt hoe lang de huidige trainers in de Bundesliga werkzaam zijn bij hun club doen we ook iets goed. Er zijn er drie of vier op dit moment langer bij hun club werkzaam dan ik, en ik zit er net langer dan een jaar. In het moderne voetbal is de houdbaarheid van een trainer anderhalf tot twee jaar. Je krijgt bijna geen tijd om iets op te bouwen. Jürgen Klopp bij Liverpool is een uitzondering. Daar zie je wat vertrouwen kan opleveren.”