De eerste Clasico van het nieuwe seizoen was een weerzien tussen Tito Vilanova en José Mourinho. De opvolger van Pep Guardiola werd vorig jaar bij de strijd om de Supercopa in zijn oog geprikt door de Portugees. De vijandigheid was in deze editie minder aanwezig. Vilanova zag dat Barcelona dicteerde in eigen huis. Real beperkte zich vooral tot verdedigen. Dat ging de Madrilenen goed af in Camp Nou.
Ronaldo uit schaduw
Barça kreeg wel kansen, maar kwam niet tot scoren. Iker Casillas hield Real diverse malen op de been. De doelman had ook het geluk dat Lionel Messi het vizier niet op scherp had na een kleine twintig minuten. Zijn schot ging net voorlangs. Real-ster Cristiano Ronaldo kwam nauwelijks in het spel voor, waardoor de bezoekers zelden gevaarlijk werden. Na de pauze was Ronaldo bij zijn eerste kans trefzeker.
De Portugees klopte Sergio Busquets bij een corner en kopte de 0-1 binnen. De voorsprong van Real was tegen de verhoudingen in. Barça had echter een snel antwoord. Een minuut na de openingstreffer wist Pedro de stand gelijk te trekken. De aanvaller was alert bij een lange pass van Javier Mascherano en klopte Fabio Coentrao op snelheid. Daarna liet de Spaans international ook Casillas kansloos: 1-1.
Blunderende Valdes
Barcelona drukte na de gelijkmaker door en kwam vanuit een penalty aan de leiding. Sergio Ramos bracht Andres Iniesta ten val en zag arbiter Clos Gomez naar de stip wijzen. Messi ontfermde zich over de bal en schoot zijn ploeg op voorsprong. De thuisloeg ging daarna op zoek naar meer doelpunten. Xavi profiteerde van een uitstekende actie van Iniesta en bekroonde de inzet van zijn teamgenoot met de 3-1.
Messi had kort daarna de beslissing op de voet in de strijd om de Supercopa, maar de Argentijn zag Casillas redding brengen. In dezelfde minuut ging Valdes gruwelijk in de fout. De doelman wilde Angel di Maria uitkappen. Dat ging mis. Hij verspeelde de bal aan de vleugelspeler, die de 3-2 maakte. Het betekent dat de return allesbehalve een formaliteit is.