Het eerste, lichte, gevaar van de wedstrijd kwam van Denemarken. Uit een vrije trap van AZ-verdediger Simon Poulsen werd er op doel gekopt, Maarten Stekelenburg stond echter goed opgesteld. Enkele minuten later was het Jetro Willems die met een ziedend schot het doel van de Denen op een metertje miste.
Na een kleine zeven minuten kon de eerste grote kans van de wedstrijd genoteerd worden. Na een lage voorzet van Arjen Robben vanaf links, schoot Ibrahim Afellay een halve meter naast. Het eerste kwartier had Nederland een duidelijk veldoverwicht. Er werd rustig gecombineerd en via de flanken kwam Oranje er enkele keren knap uit, alleen het vizier van onder meer Robben en de jarige Wesley Sneijder stonden niet op scherp.
Na een kleine 25 minuten kreeg Nederland een flinke domper te verwerken. De Denen wisten tot dan nauwelijks gevaar te stichten, maar stonden plots wel met 1-0 voor. Via een klutsbal kwam de bal bij Michael Krohn-Dehli en de voormalig speler van onder meer Ajax en RKC Waalwijk schoot de bal onhoudbaar onder Stekelenburg door.
Nederland kon zich na de opdoffer moeilijk weer oprichten. Uit een corner van Arjen Robben schampte Ron Vlaar de bal, maar voor veel gevaar zorgde dit niet. Even was er wel paniek, omdat Vlaar bij zijn kopbal Afellay vol raakte, maar de speler van FC Barcelona kon, nadat hij was opgelapt, weer het veld in. Het spel kabbelde vervolgens voort en met enkele speldenprikjes waren met name de Denen gevaarlijk.
In de 36ste minuut was het echter Oranje weer wat gevaarlijk opdook voor het Deense doel, al had men daar wel de hulp van doelman Stephan Andersen voor nodig. De goalie schoot de bal recht in de voeten van Robben, die zijn schot op de paal zag belanden. Drie minuten later was het Afellay die bijna de 1-1 tegen de touwen joeg. De individuele actie werd echter niet bekroond met een 1-1, het schot zeilde een kleine meter over. Vlak voor rust was ook Robin van Persie aan de beurt. De aanvaller van Arsenal wist buitenspel slim op te heffen, maar uit de pass van Sneijder kon hij echter niet scoren.
De tweede helft begon net als het eerste bedrijf. Oranje zet vroeg druk en kreeg van Denemarken de tijd om op te bouwen. Dit resulteerde na twee minuten in het eerste gevaar. Arjen Robben sneed naar binnen, maar zag zijn schot via Krohn-Dehli ver overgaan. Even later was het aanvoerder Mark van Bommel die de keeperskwaliteiten van Andersen teste. Een kiezelhard schot eindigde op de vuisten van de Deense nummer-een. In de minuten daarna waren het Afellay en John Heitinga die bijna doel troffen, maar het was allemaal net niet. Ook Denemarken liet zich niet onberoerd. Via Poulsen kwam er aan de linkerkant knap doorheen, maar zijn voorzet werd door iedereen gemist.
De wedstrijd speelde zich vervolgens in een rustig tempo voort en tot de 61ste minuut was er weinig doelgevaar. Maar plots krulde Sneijder de bal vanaf de linkerflank in het zestienmetergebied, maar Robben kon de bal niet binnenknikken. Het was voor Oranje de zoveelste mogelijkheid op de gelijkmaker.
In de zeventigste minuut vond bondscoach Bert van Marwijk het tijd voor verversing in de ploeg. Rafael van der Vaart en Klaas-Jan Huntelaar kwamen in het veld voor Nigel de Jong en Afellay. Het gebeurde direct na een gevaarlijke doelpoging van Krohn-Delhi, die zijn schot door Stekelenburg tot corner verwerkt zag worden. Vijf minuten na zijn entree kreeg Huntelaar de mogelijkheid op de 1-1. Een fenomenale steekpass van Sneijder werd oog in oog met Andersen niet bekroond met de gelijkmaker. Direct na deze enorme kans ontsnapte Dennis Rommedahl aan de aandacht van Willems, maar sterk optreden van Stekelenburg voorkwam de beslissing.
In het laatste kwartier vloeiden de krachten en het geloof bij Oranje weg. De taaie Denen werden uit de counter steeds gevaarlijker en werden nog enkele keren gevaarlijk, maar verder dan de 1-0 kwamen de Denen niet, wat dan ook meer dan genoeg was voor de overwinning.