Met Huntelaar in de spits, Sneijder centraal op het middenveld en zowel Van Persie als Van der Vaart op de vleugels had Bert van Marwijk een ploeg in het veld gebracht, die vanaf het begin liet zien dat de bondscoach voor een onjuiste speelwijze had gekozen. Mede omdat - zoals verwacht kon worden - de spelers van Tottenham en Arsenal voortdurend naar het midden trokken ontstond voltrok zich een doodsaaie ontmoeting vol gebrei en onnodige passjes.
Het enige hoogtepunt voor Nederland kwam vlak voor rust toen zo ongeveer de enige pass van Sneijder die wel goed aan kwam Van Persie bereikte, die in een beweging raak schoot.
Vlak na rust kwam Bulgarije op gelijke hoogte, toen de Spaanse scheidsrechter Texeira de fout in ging door voor een strafschop te fluiten toen hij ten onrechte dacht dat Van der Vaart had gemaakt. Popov scoorde met een knal door het midden.
De tegentreffer inspireerde Nederland niet. Alleen de komst van Robben bracht in de slotfase nog wat opwinding, maar tot echt gevaar van Nederlandse kant, leidde dat niet.
Sterker nog: in de derde minuut van de blessuretijd bereikte een voorzet van PSV-er Manolev invaller Micanski, die raak kopte (1-2).
Opstelling Oranje: Krul / van der Wiel, Heitinga, Mathijsen (Bouma, 16.), Willems (Schaars, 64.) / van Bommel, Nigel de Jong (Strootman, 85.) / van Persie, Sneijder, van der Vaart (Kuijt, 64.) / Huntelaar (Robben, 77.)