De ban in Camp Nou werd vlak voor rust gebroken. Lionel Messi bracht de stand met een briljante actie op 1-0. De kleine Argentijn toonde zich weer eens een grote voetballer toen hij Arsenal-doelman Manuel Almunia op even subtiele als schitterende wijze passeerde - met een lobje - en vervolgens binnenschoot.
Tot dan toe viel de wedstrijd tegen. Barcelona was zichtbaar nerveus, miste met Sergi Busquets een belangrijke schakel op het middenveld (hij stond bij afwezigheid van Puyol en Pique centraal achterin) en daarbij stond Arsenal prima te verdedigen. De Londenaren wilden hun in Engeland opgebouwde voorsprong behouden, maar moesten na de treffer van Messi zelf ook scoren.
Dat gebeurde net ná rust, zij het wat gelukkig. Sergi Busquets kopte een hoekschop achter zijn eigen doelman Victor Valdes. Maar zo goed als dat nieuws voor Arsenal was, zo slecht was het nieuws dat Robin van Persie na 56 minuten zijn tweede gele kaart kreeg. De eenzame spits, verrassend genoeg in de basis begonnen, speelde door nadat er al afgefloten was, al claimde hij het fluitsignaal niet gehoord te hebben.
Het was het sein voor Barça om het tempo nog eens op te voeren, waarna legio kansen volgden. De eerste die doel trof, was Xavi, na een fraaie aanval door het midden. Drie minuten later maakte Messi zijn tweede uit een strafschop.
Daarmee was de wedstrijd nog niet beslist, want Arsenal had immers aan één doelpunt genoeg om alsnog door te gaan. Het kreeg daar ook nog een uitstekende kans op, maar Nicklas Bendtner bleef niet koel genoeg oog-in-oog met Victor Valdes en faalde. Ibrahim Afellay mocht acht minuten meedoen in het duel, had twee kansen, maar stuitte tot twee keer toe op Almunia.