Er was kritiek van trainer José Mourinho en van ploeggenoot Kaka. De Spaanse sportkranten stonden deze week vol over een op handen zijnde terugkeer van Ruud van Nistelrooij naar Madrid en Karim Benzema had zelf al vijftien competitiewedstrijden niet meer gescoord. De Fransman stond dus onder druk, maar mocht tegen Mallorca wel weer eens in de basis starten.
De Koninklijke had het in de eerste helft lastig met Mallorca, dat een goede reputatie heeft tegen de grote ploegen in Spanje. Desalniettemin had Mourinho Xabi Alonso en Mesut Özil op de bank gezet en dat kwam het spel niet ten goede. Verder dan wat halve kansen voor Marcelo en Alvaro Arbeloa kwamen de Madrilenen niet.
Met Alonso en Özil na rust binnen de lijnen begon Real meteen beter te draaien en daar profiteerde Benzema van. De Fransman kreeg na wat kort passwerk de bal op de rand van het strafschopgebied en krulde zijn schot voorbij zijn tegenstander en in de verre hoek. Die 1-0 bleek voldoende, want Mallorca kon weinig doen om de achterstand om te buigen. Pierre Webo zag een kans nog wel stranden bij Real-doelman Iker Casillas en aan de andere kant kopte Cristiano Ronaldo een voorzet van Angel di Maria op de lat.