De verwachtingen voor het openingsduel in groep E waren hooggespannen. Vooral Nederland zou, door de soepel verlopen voorbereiding en de surplus aan offensieve kwaliteiten, voor het nodige spektakel gaan zorgen. Maar daar was in de eerste helft zeker geen sprake van. Oranje had zeer veel moeite met Denemarken, dat erg behouden speelde. De mannen van Morten Olsen hielden de linies kort op elkaar en gaven de Nederlanders in de duels geen centimeter ruimte.
Echte kansen waren er nauwelijks voor Oranje. Rafael van der Vaart werd twee keer in stelling gebracht, maar had te veel tijd nodig om de bal onder controle te krijgen en kon niet goed afdrukken. Robin van Persie verscheen één keer in kansrijke positie, maar de aanvaller van Arsenal werd door Daniel Agger gedwongen om met rechts te schieten. Dat leverde slechts een slappe inzet in het zijnet op.
De Denen waren in de tegenstoot een stuk gevaarlijker. Maarten Stekelenburg moest redding brengen op een schot van Thomas Kahlenberg en Niklas Bendtner, die toch verrassend in de basis begon, kopte na 27 minuten net naast van dichtbij.
Het tweede bedrijf kon voor Nederland eigenlijk niet beter beginnen. Op een voorzet van Van Persie kopte Simon Poulsen de bal via de rug van Agger in het eigen doel. Daarna leek de ploeg dan eindelijk zelf de trekker over te halen maar Van Persie, bediend door Dirk Kuijt, had te veel tijd nodig waardoor Thomas Sorensen kon ingrijpen.
Na een wederom gezapige periode bezorgde de invalbeurt van Eljero Elia (foto) Nederland het broodnodige elan. Met enkele wervelende acties draaide hij zijn Deense bewakers horendol. Het was ook Elia die betrokken was bij de beslissende tweede treffer. Zijn inzet tegen de paal werd door Kuijt alsnog tegen de touwen geschoten. Kort voor het einde was een andere invaller, Ibrahim Afellay, ook nog dichtbij. De inzet van de PSV'er werd echter net voor de doellijn weggewerkt.
Aanstaande zaterdag speelt Nederland de tweede wedstrijd tegen Japan. De vraag is of Elia dan in de basis staat.