Oranje oefent vanavond in De Kuip tegen Ghana, dat dit weekend de WK-selectie bekend maakte. Daarbij sprong er voor mij één naam uit: Quincy Owusu-Abeyie.
Het was 10 juni 2005, een zwoele zomeravond in Kerkrade. Het Nederlands elftal voor spelers onder de twintig jaar opende het WK -20 met een wedstrijd tegen Japan. Ik schakelde de tv in. Wilde wel eens zien hoe onze talenten het zouden doen. Binnen een kwartier was ik overtuigd van die nummer 7 in het Oranje-shirt en op oranje schoenen. Zijn naam? Quincy Owusu-Abeyie.
Als een oranje wervelwind raasde hij langs de Japanse tegenstanders alsof het pionnetjes waren. Binnendoor, buitenom, een hakje hier, een sleepbeweging daar. Het hield maar niet op die avond. Met een assist toonde hij aan ook nog beslissend te kunnen zijn. De pers was laaiend. Vanwege zijn onnavolgbare dribbels en snelheid werd hij vergeleken met Cristiano Ronaldo. Of met Marc Overmars. 'Maar dan getructer.'
Heel Nederland wist het zeker: deze jongen zou ons op termijn wereldkampioen maken. 2006 Was wellicht nog een beetje te vroeg, maar dan toch zeker in 2010. Dat hij een moeilijke jongen was, soit. Hij was dan wel weggestuurd bij Ajax, maar bij Arsenal zouden ze hem wel opvoeden. Dat was toch ook met enfant terrible Robin van Persie gebeurd? Nee, Quincy was sinds die vrijdagavond 10 juni 2005 van ons.
In februari van dit jaar deed ik opnieuw de tv aan. En weer zag ik Quincy. Hij scoorde een goal voor Portsmouth tegen Southampton. Een belangrijke, want daardoor ging zijn ploeg door naar de volgende ronde van de FA Cup. Maar ik was er niet enthousiast over. De Quincy van 2010 was namelijk niet meer de Quincy van 2005.
Hij was geen jeugdige sensatie meer, maar een geldbeluste clubhopper, die meer weg had van een uitgerangeerde vedette. In januari 2006 koos hij er plots voor Arsenal te verruilen voor de olieroebels van Spartak Moskou, omdat hij in Londen te lang naar zijn zin moest wachten op zijn kans. Hij werd uitgeleend aan Celta de Vigo, Birmingham City, Cardiff City en Portsmouth, maar nergens zagen we meer die dribbels van die vrijdagavond in Kerkade. Bovendien speelde Quincy inmiddels voor Ghana, het land van zijn ouders. Na een aanvaring met onze nationale knuffelbeer Foppe de Haan besloot hij in 2007 te switchen.
Waar het fout ging? Ik denk op diezelfde vrijdagavond in Kerkrade. Quincy had Nederland gek gemaakt, maar ook zichzelf. Die ene wedstrijd tegen Japan liet hem zelf geloven dat hij de hele wereld zou veroveren. In 2010 zou niemand praten over de Grote Vier, maar over de Grote Quincy. Dacht de Grote Quincy zelf.
Op 31 maart tekende hij een contract bij Al-Sadd in Qatar. Voor de goede orde: Quincy is nog maar 24 jaar. Ondanks zijn sportief totaal oninteressante move bleef hij in beeld bij de bondscoach van Ghana. En gaat hij zelfs naar het WK. Ik wens Quincy veel succes vanavond tegen Oranje en straks in Zuid-Afrika. Misschien zien we een glimpje van zijn klasse terug. Ik hoop het. Maar één ding is duidelijk: van ons is hij allang niet meer.