Lyon kan worden toegevoegd aan het rijtje Juventus (2005), Arsenal (2006), Bayern München (2007), AS Roma (2008) en Liverpool (2009). Al die ploegen versperden Real Madrid de laatste jaren de weg naar de kwartfinale. Dit jaar werd er veel verwacht van de miljoenenformatie met onder meer Kaká en Cristiano Ronaldo, maar opnieuw werd er gefaald.
Real begon nog wel flitsend aan het duel, in de wetenschap dat het de 1-0 nederlaag van drie weken geleden moest goedmaken. Ronaldo bleek de boodschap te hebben begrepen en snelde in de zesde minuut langs Cris, om vervolgens doelman Hugo Lloris door de benen te passeren: 1-0.
Lyon leek van slag en Real ging op zoek naar de tweede goal. Gonzalo Higuain kreeg de grootste kans, maar nadat hij Lloris had gepasseerd schoot hij de bal voor een leeg doel tegen de paal. Later was Higuain opnieuw gevaarlijk, maar zijn schot werd gekeerd door Lloris en een kopbal van de Argentijn verdween net naast.
In de tweede helft kwam Lyon wat beter in het spel en was het juist Real dat leek te twijfelen. Vol gaan voor de tweede treffer of proberen de nul te houden en in ieder geval een verlenging af te dwingen? Uiteindelijk werd het geen van beide, omdat Miralem Pjanic een kwartier voor tijd scoorde na handig aangeven van Lisandro Lopez.
In het slot ging Real, met Rafael van der Vaart als invaller, nog op zoek naar de twee benodigde treffers, maar de overtuiging ontbrak. Teleurgesteld dropen de spelers dan ook meteen na het laatste fluitsignaal af richting de catacomben van Bernabeu. Hún Bernabeu, waar op zaterdag 22 mei twee andere ploegen dan Real de finale spelen.