Porto begon furieus in het eigen Estadio do Dragao. Hulk deelde een eerste waarschuwingsschot uit, dat net naast het doel van Lukasz Fabianski verdween. De Poolse goalie, de vervanger van de geblesseerde Almunia, speelde in de elfde minuut een hoofdrol door een simpele voorzet over de grond van Silvestre Varela in zijn eigen doel te tikken.
Arsenal had niet lang nodig voor het antwoord. Tomas Rosicky legde een corner perfect terug op het hoofd van Sol Campbell, die van dichtbij gemakkelijk binnen knikte: 1-1. Voor Campbell was het de eerste Champions League-wedstrijd sinds de finale van 2006, waarin de verdediger ook met een kopbal wist te scoren. De Engelsen namen daarna het heft in handen en werden vooral via Nicklas Bendtner gevaarlijk. Doelman Helton liet zich echter niet voor de tweede keer passeren.
Uit het niets kwam Porto in de tweede helft weer op voorsprong. Fabianski was zo stom om een terugspeelbal van Campbell in zijn handen te pakken. Scheidsrechter Martin Hansson kon niets anders doen dan het geven van een vrije trap, die al werd genomen terwijl Campbell en Fabianski nog protesteerden. Ruben Micael legde breed en Falcao schoof de bal langs de niet oplettende Fabianski: 2-1.
Die tweede blunder kwam Arsenal niet meer te boven. De mannen van Arsène Wenger wisten in de slotfase geen grote kansen meer te creëren, waardoor ze over twee weken vol aan de bak moeten in het eigen Emirates Stadium.