Als een speler vrijwillig naar de grond gaat is er vooral beweging op lichaamsplekken die helemaal niet getoucheerd zijn, dat blijkt uit een onderzoek van de Engelse psycholoog Paul Morris meldt De Telegraaf. Een voetballer mag tijdens zijn fopduik graag nog even overdreven door rollen. In het onderzoek wordt ook gezegd dat een speler tijdens het maken van een schwalbe nog een paar meter doorloopt en dan pas naar het gras gaat.
De psycholoog voerde een test uit met dertig voetballers en vijftig personen die voor de gek werden gehouden door de spelers. Hieruit bleek dat de 'boogschutter' de meest voorkomende schwalbe. De borst gaat vooruit en de armen slingeren de lucht in. "Normaal gesproken gaan je armen naar beneden om de val op te vangen of naar de zijkant om in balans te blijven", aldus Morris.
De Brit heeft voor zijn studie een handboek voor scheidsrechters samengesteld zodat de fopduiken beter kunnen worden bestreden.
In Engeland komt dit handboek niet slecht uit. Het Engelse voetbal was in rep en roer naar de valpartij van Arsenal-speler Eduardo tegen Celtic. De Kroaat kreeg een schorsing van twee wedstrijden naar aanleiding van de tv-beelden. Deze week werd de schorsing weer ingetrokken.