De ploeg van trainer Frank Rijkaard had via Lionel Messi en Ronaldinho al enkele kansen gekregen voordat ze op voorsprong kwam. Oud-Ajacied Julien Escudé vloerde Messi en Ronaldinho opende de score vanaf de strafschopstip.
Kort daarvoor was een doelpunt van Escudé afgekeurd vanwege een overtreding op Thiago Motta. Een doelpunt van Frederic Kanouté werd wel goedgekeurd, nadat Daniel Alves voorgaf en Renato met het hoofd verlengde: 1-1.
Niet veel later toonde Ronaldinho zijn waarde voor Barcelona toen hij een vrije trap achter de Spaanse doelman Andrés Palop knalde: 2-1. Met die stand ging de thuisploeg – spelend zonder Deco die met het oog op de komende wedstrijden tegen Chelsea en Real Madrid rust kreeg – de pauze in.
Zo boeiend als de eerste helft was, zo matig was de tweede helft. De uitsluiting van Sevilla-trainer Juande Ramos was na de pauze het hoogtepunt geweest, ware het niet dat Messi het tien minuten voor tijd op zijn heupen kreeg. Uit een assist van Xavi gooide de Argentijnse aanvaller de wedstrijd in het slot.
Met de overwinning op FC Sevilla blijven de Catalanen de enige ongeslagen ploeg in de Primera Divisíon en heeft de ploeg van Rijkaard een uitstekende generale repetitie achter de rug voor komende zware week met wedstrijden tegen Chelsea (Champions League) en Real Madrid (competitie).
Betis Sevilla speelde in eigen huis met 1-1 gelijk tegen Deportivo la Coruña. Ondanks enkele open kansen voor Edú en Xisco wist de ploeg van trainer Javier Irureta voor rust niet te scoren. Ook Deportivo kreeg een grote kans – via Luis Filipe – maar bleef eveneens droog staan. In het begin van de tweede helft werd Betis-doelman Doblas verrast door een afstandschot van Arizmendi: 0-1. De gastclub leek lange tijd met de drie punten aan de haal te gaan, totdat Lopo in de blessuretijd hands maakte in zijn eigen strafschopgebied. Oud-PSV-er Robert nam plaats achter de bal en schoot de penalty feilloos binnen.