Tot de eindstrijd was er maar één land dat overtuigend voor de dag was gekomen. Argentinië won alle vijf duels en scoorde daarin zestien keer. Brazilië had zich juist worstelend geplaatst voor de finale, maar daar was zondagnacht in het Venezolaanse Maracaibo niets van te merken. De rollen waren omgedraaid.
Al na vier minuten zette Julio Baptista de toon. Na een diepe bal van Elano kreeg hij iets teveel tijd en ruimte van Roberto Ayala. De speler van Arsenal maakte daar dankbaar gebruik van door de bal hard en hoog langs doelman Roberto Abbondanzieri te schieten: 1-0. Argentinië stelde daar twee pogingen van Juan Roman Riquelme tegenover. Eerst schoot hij op aangeven van Juan Sebastian Veron hard tegen de paal, daarna stond doelman Doni in de weg. Aanvoerder Ayala van de Albicelestes speelde ook bij de 2-0 een negatieve hoofdrol. Kort voor rust werkte hij een voorzet van Daniel Alves over zijn eigen doellijn.
Wie dacht dat Argentinië in de tweede helft alles op alles zou zetten, had het mis. De ploeg van bondscoach Alfio Basile bleef opvallend machteloos. De aanvallers Carlos Tevez en Lionel Messi, tot de finale twee van de smaakmakers van het toernooi, werden aan banden gelegd door de Braziliaanse verdediging. In de 69ste minuut prikte Daniel Alves zelfs de 3-0 binnen uit een counter, waardoor Argentinië met lege handen achter bleef. De Gauchos wonnen de Copa America in totaal veertien keer, maar de laatste winst dateert alweer van 1993.