Real Madrid had zichzelf tegen de Wit-Russische kampioen BATE Borisov al snel een makkelijke avond kunnen bezorgen, maar Arjen Robben, Ruud van Nistelrooij en Guti misten opgelegde kansen. De derde Nederlander die in de basis stond, Rafael van der Vaart, stond aan de basis van de openingstreffer. Van der Vaart legde een corner terug op Guti, die de vrije Sergio Ramos de 1-0 liet maken.
Na rust was Van Nistelrooij wel trefzeker. Raul schoot tegen de keeper aan, waarna de bal via een verdediger bij de oud-spits van Oranje kwam, die de bal alleen maar over de doellijn hoefde te tikken. Real had daarna nog voor meer goals kunnen gaan, mede doordat de bezoekers met tien man kwamen te staan, maar De Koninklijke geloofde het verder wel.
Juventus had het heel lang moeilijk met het Zenit St. Petersburg van Dick Advocaat. De UEFA Cup-winnaar van vorig seizoen speelde gegroepeerd en leek tevreden met een punt in het Stadio Olimpico van Turijn. In de eerste helft raakte Mauro Camoranesi nog wel de paal met het hoofd, maar verder gebeurde er weinig.
Bij gebrek aan aanvallende creativiteit besloot Alessandro Del Piero het maar vanuit een vrije trap te doen. Een kwartier voor tijd legde de aanvoerder aan van meer dan 25 meter. Al zwabberend verdween de bal over doelman Malafeev, die niet geheel vrijuit leek te gaan.