Real speelde een goede eerste helft. Met Arjen Robben, Rafael van der Vaart en Royston Drenthe in de basis kwam de Koninklijke al na drie minuten op voorsprong. Doelpuntenmaker was Gonzalo Higuaín. Vooral Robben had het in de eerste helft op zijn heupen. Asier del Horno had zijn handen vol aan de buitenspeler en mocht in de 22ste minuut van geluk spreken dat arbiter Rafael Ramírez Domínguez een aanslag op de Oranje-international niet met rood bestrafte.
De thuisploeg creëerde voldoende kansen tegen Valencia om de score uit te breiden, maar onder meer Robben wist oog in oog met doelman Renan niet te scoren. Ook de bezoekers kregen een paar mogelijkheden. Keeper Iker Casillas toonde echter zijn klasse op een kopstoot van dichtbij van Rubén Baraja.
In de 63ste minuut mocht Hedwiges Maduro aan de kant van Valencia zijn opwachting maken, als invaller voor Del Horno. Enkele seconden later kon zijn ploeg verder met tien man, nadat Robben werd opgevangen door Carlos Marchena. Hoewel de linkspoot zijn tegenstander duidelijk opzocht, kon de verdediger met een rode kaart vertrekken.
Door deze overwinning verkleint Real de achterstand op nummer twee Valencia tot één punt.